Vin. gegeven , om dat oudtyds een Ze e -Ruy , ’t
AT l L- welk lange platte Bladen, als Riemen h eeft,
Hoofd- met ^en Griekfchen naam Zofter benoemd
werdt. By hem zyn deszelfs Kenmerken een
Liniaale Vrugtfcheede ( Spadix), die aan dé
ééne zyde Vrugt draagt, hebbende overs-
hands Meeldraadjes en Zaaden, doch geen
Bloemblad of Kelk. Daar van fielt zyn Ed.
de twee volgende Soorten.
I. ( i ) Zee-Wier met ongejleelde Zaadbakjes.
Zoftera
Gemeen. Dit is het gemeene Wier, by ons zo bekend
en van zeer groote nuttigheid tot behoud
onzer laage Landen. Men noemt het
gemeenlyk Alga, wegens de Koude op ’c gevoel
, die hetzelve echter met andere onder
Water groeijende Zee - Planten , Zee - Ruy
% (Fucus) genaamd, gemeen heeft. Elders geeft
men het den naam van Strand- of Zee - Gras ,
om dat het veel naar Gras zweemt, en het
Smalbladige Zee-Ruy, naar Veters of Nefte-
lingen gelykende, van B a u h i n u s , dat door
fommigen hier t’huis gebragt wordt, is,
zo
( i ) Zoftera Pericarpiis fesfilibus. Syft. Nat. Feg. XIIT
Gen. 1032. Sp. x. It. IVestgoth, T, 4- f. 1. Mees. Fris.
379. Gort. Belg. II. p. 241. Alga Gramineo folio, minor.
G. B. Pin. 364. Comm. Holl. 38. Oed. Dan. T. 15.
Ruppia Fol. Linearibus obtufis. Phil. Trans. 1741, p. 217.
Rucus f. Alga marina Graminea, Raj. Angl, IIJ. p. 53,
S loan. 3 am' P- 5*
E W f E R E W; 535
20 wel als de tweede Zee-Fucus o fWiert,
by D odonaids, van het gewoone Zee-Wier 11.
zeer verlcnillende. stuk.
(a) Zee- Wier met gefteelde Olyfachtige Zaad•
b a k j e s . O c ea u ica«
Oce-
Volgens den HeerGERARD komt zodanig aaöfch*
eene Soort van overblyvend Zee-Wier aan
de Kullen van Provence voor, van welke hy
aldus fpreekt. „ De Zostera, in de Middellandfche
Zee groeijende, tot welke met regC
,, het Smalbladig Wier der Glasblaazeryên, van
„ C. Bauhinus , t’huis gebragt wordt,
„ fchynt van de Zollera, die in de Oceaan
„ en de Oostzee huisvest, te verfchillen, door
„ Vrugten die op een langer Steekje zitten
,, en grooter zyn : zynde bovendien de Wor-
„ telvezelen zodanig in elkander gedraaid, dat
„ zy tot een ronden Balfamengroeijen: welke
,, Ballen, aan den Oever opgeworpen, voor
„ een Soort van Alcyonium, en dus voor een
„ byzonder Zee - Gewas gehouden zyn (*).
„ Dit doen dè Wortels van het Zee-Wier
„ niet, dat in de Oceaan groeit.” Der*
{'2) Zostera Pericarpiis pedicellatis Olivifortoibus. Mant.
123. Ger. Prov. 121. Alga anguftifolia Vitriariorum. C.
B. Pin. 364. Alga marina , Zee - Neftelen. L ob. I c. 11*
248.
(*) Alcyonium XIV. C. B. Pin, 368. Pila marina.
ClBSAliB.