Liniaal uit gegulpt, aan den Voet Hart-
vormig,
(lis) Rand-Varen met gevind Loof-, de Vinnen
Liniaal en regt, aan den Voet rondachtig
ge - oord.
( u ) Rand-Varen met gevind Loof', de ho-
venfte Vinnen 'Degenvormig byna ejfenran-
dig; de onderften gepaard, Eyrond, ge *
oord, Zaagtandig.
XI.
Eufifortttis
De bepaalingen van deeze drie Soorten ko«*
men elkander zo naby , dat menze byna tot
eene zou kunnen betrekken. De eerfte is op
’t Eiland Dominika, in Bosfchen, aan Beekje
s, door P l ü m ie r -gevonden. Zy heeft de
Stengen wel vier o f vy f Voeten hoog en d©
Vinbladen zyn Hartvormig ge-oord. De andere
, die den bynaam van Snoerige voert,
nam
VIT.
ArnEïn*
III.
Hoofdstuk.
V
Pteris
Flttata.
Suoerig.
. Degenachtig.
Hifi. 111. p. 568. Lonch. non Ramofa &c. Puim. Fil,
52. T. 69. Amer. 11. T. 18-
(10) Pteris Frond. pinnatis, Pinnis Linearibus rectis ,
Baii rotundatis. Sp. Fiant. N. 9. Osb. Itïn. T. 4. Len-
chitis major Pinnis long. anguftisfimisqne. Sloan. gfam.
16. FUJI. I. p. 79. T. 34. Filix odorata Luzoniea. Pet.
G&z. T. 631 f. xo.
f n J Pteris Frond. ninnata; Pinnis fitperioribus Enfi»
fbrmibus fubintegerrimis; infer. oppolitis, ovatis, Auri-
culatis, ferratis. Burm. Ft. Ind. p. 230. Filix Fronda
Pinnata, Pinnis Enfiformibus ferratis Sic. Fl. Zeijl. 199,
Polypodium Caule fimplici &c- Burm. Zeyl. 196. T* 87.
Filicula Cheufaaica &c. Plvm., Amalt, 94. T. 40,f.
f „ *• 3»
B H
ÖÈ H A A I R n A s ' ï s s .
nam Osbeck op de oude Muuren van Can- v il;
ton in China waar; doeh volgens de Afbeel*
ding fcheen dezelve weinig ge-oord te zyn* Hoofd-
Ik heb zulks duidelyker in eenOostindifch5™ ]^
Exemplaar, waar van de Vinbladen wel agtParen,'
Duimen lang en ruim een Kwartier Duims op
*i breedfte, met ronde Oortjes den Steel ombatten.
De Heer N. L. Bu rmAnnüs heeft
deeze aangehaald, onder de OostïndifchePlanten
, maar maakt bovendien gewag van eert
Degenvormig Randvoren , ’t welk L i n Njéüs
niet heeft; ’t gene ik hier ook als eenc byaon-
dere Soort bybreng;* aangezien het van de adderen
verfchilt. Met het Ceylonfe, van dien
aart, door den ouden Heerzeer fraay in Plaat
gebragt, komt vry wel overeen, dat, op ’t
Gebergte bezuiden Batavia door den Heef
T hunbe rg verzameld ; als ook de Kaapfe
Exemplaaren vari dit GeWas, my toegëkömen:
des deeze Soort mede te tellen is onder de Kaap.
fe Planten. Ook heb ik ’er uit Japan bekomen,
die geen andere kunnen zyn.
Die Soort is anders gevind dan de voorgaan-
den. Zy heeft de Vinbladen wel gepaard of
tegenover , maar veel wyder van elkander ,
naauwlyk drie Paar aan een zelfden Bladfteel
en deeze Vinblaadjes zyn dikwiis twee- of ook
driedubbeld., inzonderheid de onderften ; ’t
welk dan het Gewas eenigermaate naar het
Kandiafche , dat volgt, doet gelyken; hoe-
, wd