VII. Streepjes op de vlakte van het Loofyerfpreid»
uk1** % Getal der Soorten is vyfentwintig, in d^
Hooip- volgende Rangen verdeeld.
I. Met eenvoudig Loof.
i. ( i) Miltkruid met het Loof Hartvormig LLe-
lUüzophtjl- genbladig onverdeeld , de Brandachtige tip,
iSJadwor- Wortelfchieiende.
telig.
De Konst van den Schepper blykt niet duL
delyker, dan uit de tegenftrydigheden in ’%
beloop der Natuur, die tot het algemeen®,
doelwit ftrekken. In Menfchen en Dieren is,
de Voortteeling aan zekere manier en Werk-;
tuigen bepaald: in de Planten gefchiedt zy opi
gantfch verfchillende manieren. Behalve die.
door Zaad, doorStek, door Afzetzels enUit-
loopers of onder den Grond voortkruipende.
Wortels, hebben wy ook gezien hoe fommige.
Boomen, in de Indiën, uit de Takken Slierten
ncderlaaten , die in den Grond Wortelfchieten
t
( i ) Asplenium Fr oud. Cordato - En fiformibus indivi-
fis , apice Filiformi radkante. Syft. Nat, Veg. XIII,
pen, 1178* Sp. 1. Gron. Virg. II. p. 16(>. Am, Acad.'
I I . p. 337. Phyllitis Filidfolia &c. Pluk. Alm. 154 T. 105.
f. 3 Phyllit. non finuata minor.' Sloan. tganu 14. Hiffl,
I- p. 71. T. 26. t. i- Phyll. Saxat Virginiana. Mor. Iiift,
III. p. 557. S. 14. T. x. £. 14. Lingua Cervina Virginiana,
cujus Folioruro apex Radices agit, Tquknf. Injl.
V- 544-,
ten: weshalve dat Geboom te den naam van
Rhizophora draagt (*)» Hoofd-
N iet onaartig geeft dan L l N s a o s d e n s. „
bynaam van B M zoph yllm aan dit Gewas , t welk « w .
de enden van zyne D eg en v om ig e Bladen op
den Grond laat nederzakkeii en daar in vVortei
fchieten. Men kan dit begrypen m ooglyk te
zyn , om dat de Bladen in deeze Planten het
geheele Kruid uitmaaken. H et komt met alleen
in de W estindiën , maar ook in Kanada
en Siberie voor : zo dat het zig fchikken kan
naar het heetfte en koudfte Klimaat. In Vir-
«inie kruipt het , met zyne W ortels, m de
Kloven der R otfen voort. H et Blad, dat lang
gefteeld is , is aan den V oet breed en als g eoord
, loopende vo orts, als die van fommige
Patich, langs hoe fmaller en aan % end Draadachtig
uit. Over de geheele Ondervlakte zyn
de Vrugtmaakende deelen ongeregeld verfpreid
in langwerpige hoopjes van kleine ronde B olletjes.
(2 ) Miltkruid mét het L o o f eenvoudig,, H art» As^ ‘nium
Hemioni-
tis.
e ) Zie het 11« Deels IK Stuk van deeze NatumlyUt Dnekar-
Eijlorie, bladz. 490- TT , . „ .
(2) Asplennim Frond. fimpl- Cordato - Haftatis qmn-
quelobis integemmis, Stip. laxvibus. Sp. Plant. 2. Hemi-
onitis vulgaris. C. B. Pi». 353- T ournf. Ittft. 546- la b *
322. Hemionitts vera. Clus. Hifi. 11- p- 214. Hem. pe-
regrina. Clus. Rar. p. 494. Lob, Po. 806, Dop. Knudb.
r ‘ ?63' H 4
II, Deel. XIV. SlVK.