IX.
A fdeel.
II.
H oofdstuk.
- XXV.
Lycopodium
cir-
cinale.
Krullig-
Haat ClI.
Lig- i.
op Java rondom Sam3i*ang verzameld, fchynt
my ook daar toe te behooren.
(25) Wolfsklaauw met tweeryige Bladen; de
Oppervlakkige tweelings; de Takjes omgekruld.
De Takken zyn metTakjes gevind en,even
als inde uitbottende Varens omgekruld, wordt
wordt b y L iN N ^ o s gezegd, door wien de
zelfde Autheuren hier aangehaald worden als
op het Mos-Varen, voorheen befchreeven.
Hier komt in byzondere aanmerking dat
fraaije Wolfsklaauw, door den Heer T hun-
b e r g op XGebergte, bezuiden Batavia, verzameld.
Myn Exemplaar is een Tak van by-
na anderhalf Voet langte, waar van een gedeelte
, in Fig. i , op Plaat C I I , ten naauw-
keurigfte vertoond wordt. Van onderen is
dezelve zeer ruim bezet met fpitfe Schubbige
Blaadjes, die naar boven veel digter ftaan en
aan de Takken, die overhoeks geplaatst zyn,
in elkander fluiten. Voorts zyn deeze, ook
overhoeks, verdeeld in twee- en driedeelige
Blaadjes, van den zelfden aart, wier omkrul.
(25) Lycopodium Fol. bifariis ; fuperficialibus getninis;
Ramulis cpnvolutis. Sp. Plant. N. 24. Lycop. Squa-
ixiofum hispidum &c. Di l l . Muse. 473. T. 66. f. %%..
Muscus Filicinus elegans. Pluk. Alm. 247. T. 100. f.
3. Moris, Hiß. III. p. 628. S. 15. T. 7. f. 5*‘
ij e M o s s e n . 383
krulling z ig , inzonderheid aan de onderfte IX.
Takken, zeer duidelyk openbaart, terwyl de Aï°Eei<*
Bladen aan de bovenfte byna regtuit geftrekt Hoofd-
zyn ; doch aan ’t end niet zodanig verbree-s
dende als in het Mos-Varen , voorgemeld ‘klaauw,
van ’t welke dit Wolfsklaauw, voor ’t overige,
ook grootelyks verfchilt. En , dewyl de
Vrugtmaakingen hier fchynen te ontbreeken ,
heb ik ’er die van ’t Gemeene Wolfsklaauw ,
op Letter a , wat de Aairtjes aangaat, by-
gevoegd.
De Heer F o r s k a ö h l nam, by Hadie
in Arabie, een Wolfsklaauw waar, ’t welk
hy Imbricatum noemt; het welke Takkig gevind
Lonf hadt; altemaal boven en onder met
Blaadjes op twee ryën gefchubd. Men noemde
het aldaar Scheker rabba, dat. is zyn Mee-
fter dankzeggende : om dat de Bladen, verdroogd
en omgekruld, door den Regen be-
vogtigd zig onmiddelyk weder uitbreiden en
op nieuws groen worden.
P o r e l l a . Gaatmos.
De Meelknopjes in dit Geflagt met vee-
le Gaatjes doorboord zynde, heeft het daar
van den naam by D i l l e n i u s bekomen.
Het heeft dezelven, bovendien, ongedekt en
zonder Pluikje.
De