• S M P
l i il O L ; 1H=111
■ P M Hl
1 : 1 ! i ]
1 1 1 1 1
i i m II I ■ 1
1 M im i 1
( ■ l i
mimi ■ Hy IK ■
i i i i i
'Mm
pl '.-V'
'v' 1111 illli ili isl iIiHs
m m
M
■ I fgl
270 B i S C II Ji ï V I N G V A N
II
VIII. ’ t welk door ; ’c Mannelyke bevrugt wordt ,
A fdeel. t0ont hy mank te gaan. Voor eerst in die
H oofd- Soorten van Zee-Ruy , wfelke Blaasjes draa-
gen: want de Zaadkorreltjes worden in dezel-
ven , aan ’t end der Bladen, in het SIym,zegc
hy geboren, en fchynen dus buiten ftaat gefield
voor yitwendige Bevrugting. Ten anderen
komt in die Soorten, welke Bolletjes
draagen , niets voor, dat naar eenige Mannelyke,
Werktuigen gelykt. Dus gaat hy voort
met de Penfeeldraagende, Vliezige en andere
Soorten, behoorende tot de volgende Geflag-
ten, en oordeelt dat dezelven, wat de Voort-
teeling aangaat, niet minder van de gewoone
Planten, dan de Polypen van andere Dieren
verfchillende zyn.
Zelfftan- De Fucusfen zyn Zee - Planten van eene Ledigheid.
derachtige , meer of min taaije , buigzaame
zelfftandigheid; infommigen Lilachtig, in anderen
Vliezig dun. • Wortels hebben zy doorgaans
niet, of zitten flegts met hunnen Steel
als geplakt op SteeDen , Schulpen, enz. Des
moeten zy door inzuiging van het Zee-Water
gevoed worden , en zulks blykt niet alleen ,
doordien de genen, welke op ’t Strand in ’t
Zand verdroogd zyn, door affpoeling der Baa»
ren herleeven ; maar inzonderheid , doordien
verfcheide Jaaren gedroogd bewaard Zee-Ruy,
wanneer hetzelve in Water geworpen wordt,
in
IJ E W I E R E N. 27Ï
in korten tyd een nieuwen groey krygt,frifch
en tierig wordendel*).
Dat zy veel Zouts bevatten is hier üit on-
twyfelbaar, maar dit Zout is door de Slymig-
freid van het Gewas zodanig getemperd, dat
het tot een goeden Mest verllrekt op deLan-
deryën, en ook wel dient tot Voedzel voor
het Vee. Het nuttige Zout, Kelp genaamd,
uit de Afch van Zee-Wier , waar van ik be-
voorens fprak * , wordt in verfcheide deelen
van Engeland , inzonderheid op de Sorlings-
Eilanden en aan de Kust van Cornwall, alsook
in Schotland , met veel zorgvuldigheid en in
groote menigte , van het Zee-Ruy gebrand.
De Heer B a s t e r bevondt dat het een vast
Loogzout ware, uiemaakende de helft van het
Gewigt der Asfche. Die Kelp is derhalve een
foort van Pot - Afch ( f ) . Aan fommige Soorten
GD Gmslin utfupra, p. 3S.
(fD Men-kan in het XVI. Deels 2. S tuk van de
HoUandfcke Maatfchappy der IVeetenfchappen, een Vertoog
vinden van den Haagfchen Apotheker Wess. vak
Ribmsdyk, dje beweert, dat het Sai Quercus metvime
of Zout yan W'er, geen Alcali maar een Neutrum zy
of onzydig Zout- Omtrent het Zout der Zee-Grappe
(Salicornin) is een dérgelyk verfchil, gelyk ik in het
VU* Stuk deezer Natuurlijke Hijlorie, bladz. 5r, opgemerkt
heb. Of myne bedenking, ten opzigt van de reden
daar van, hier ook zou kunnen plaats hebben,
was wel waardig nader te onderzoeken. Immers, indien
de Kelp van geen Loogzoutigen aart ware, kon
VIII.
A fdeel.
111.
Hoofdstuk.
Zout van
Zee-Ruy.
* Bladz.
246.