Vin.
AFDEEL.
III.
H oofdstuk.
XXX11.
Fucus
Lcmofus.
Wolachtig.
XXX111.
Fastigia■
tus.
Getopt.
XXXIV.
Furcella-
tus.V
orkachtig.
(32) Zee-Ruy met Haairig gegaffeld , zeer
Takkig, ruuw Loof.
In de Yslandfche Zee komt, volgens den
H e e rK oE N ic , deeze voor, die naar zwarte
Wol g elykt, een Handbreed hoog zynde,
en, door een Vergrootglas gezieD , zig ruuw
vertoont, met byna gekranfte Stippen.
CS3) Zce-Ruy met Draadachtig gegaffeld-
zeer Takkig, ftomp getopt Loof.
In de Oostzee valt deeze, die zig in
ronde uitbreidt , omtrent een Handbreed hoogte
hebbende, verdeeld in korte, ronde, gegaffelde
Takken.
(34) Zee-Ruy met Dro adachtig, gegaffeld',
zeer Takkig, gefpitst Loof.
Worm*
(32) Fucus Frond. Capillaceis dichotomis Ramofisli-
mis fcabris. Sp. Plant, N. 49;
C3l ) Fucus Fronde Filiformi dichotoma &c. Sp. Plant.
N. 29. Oed. Dan. 393, Fucus Caule Lineari dichotomo.
R. Lugdb. 514. F. Palmaris tenuis &ic. Moris. S. 15, T-
9. f. 9. Fucus Marinus poiyfchides. L oes. Prusf. - j , T.
15. Gmel. Fuc, p. 106.
C34) Fucus Fronde Filiformi dichotomi Ramolisfimi
acuminata. Sp. Plaut. N. 30. Oed. Dan. 4i9. Fucus
Caprinus. A S . Nidros. 1 V. p. 8a. T. 5. f. 4. Fucus Lum-
bricalis. Gmel. Fuc. 108. T. 6. f. s. Mor* S. i j , T. q.
i. 4.
Wormachtige Fucus noemt G m e l ï n deeze VIM.
Soort, om dat zy de Takken van gedaante Ar°n“t *
als Wormen heeft. Hy merkt J aan, dat de- iTHÏIolfoi fdzelve
meest voorkomt in de Engelfche, doch 2ee_Rl{;,
ook in de Indifche Zeewateren. Zy valt ook
by Noorwegen en heeft by G u n n e r ü s den
naam van Geitenhoornig Zee-Ruy bekomen.
(35) Zee • Ruy met Handpalmig plat Loof. x x x v .
Fucus
Deeze Soort, die ook zeer klein is, heeft
niet alleen e.ene Handpalmige gedaante, maar
weinig mèer grootte dan èen Hand. M or
i s o N fpreekt van eene die Vliezig dun en
groen was , vallende op Anglefey: G ünn
e r u s beeldt een dergelyke af iü de Na-
tuurlyke grootte , die derhalve ook flegts een
Handbreed hoog was , maar hoog rood van
Kleur en dus opdroogende bleef. Hynoemtze
Schaapen- Zee-Ruy, om dat het Wolvee, aan
de Noorfche’ Kust, zeer daar op was verflin-
gerd. De Schaapen zegt hy, zo wel als de
Geiten , wisten dit Zee-Gewas, op een behendige
manier , by het afrollen der Baaren,
te
f35) Fronde palmatä planä. Sp, Plant. N. 26. Fucus
Membranacens Ceranoides- C. B. Prodr. 155. F. Frond,
planis palmatis, R. Lugdb. 515. F. Foliaceus humilis
Palmam humanam referens. Mor. S . 15. T. 8- f. 1»
Fucus Ovinus. A lt, Nidros. IV. T. 9. Gort. Belg. 11. p.
317-
I