IX. draagen , beftaande uit zeer kleine famenge-
•511,. hoopte Bladertjes, welke z ig , iriët het bloö-
H o ° f d - t e Q 0 g g ez}en I als Poeijer vertoonen. D e
Kleur der Bladeren is groen , doch die der
Steeltjes Roozerood , zo wel als der M eel-
knopjes. '
11 (2 ) Roosm os met een T akkig S teeltje, M an-
Mnium W jvig-
Androvynum.
" ' " ' . _,
Manwy- Om dat de R oosjes op bet zelfde P in tje
vig* groeijen als de Gehuikte Meelknopjes en
Draadjes , wordt' deeze Soort M anw y vig geheten
: des zulks niet in.. aUe;.ikT»/« plaats
- heeft; gelyk H a l l e r zig verbeeldde. In de
voorgaande S o o rt, im m ers, komen zy op
byzondere Plantjes v o o r t z ö w el als in de
volgende. D it Manwyvige o f Eenhulzige
R oosm os komt by ons in de Duinen en in de
H aarlemmer-Hout v o o r, groeijende op v og-
tige Gronden fomtyds w el tw ee Duimen hoog.
I s , in Europa, op ver naa, zo gem een n iet,
als het voorgaande.
(3) Roosfa)
Mnium Caule Ramofo, Androgynutp. Sp, Plant.
N. 4. G o r t . Belg. II. p 284. OlD. Ban. T. 299. Mnium
peranguftis et brevibus foliis. D i l l . Muse. 230. T. 31.
f. i. Musccides. V a i l l . Par. T- 29. f c 6 , Muscus trï-
shoäes parvus M i c h . Gtn. 10S T. 19* f* 8. H» K.
(3) R posmos met een opgeregt Takkig Steel- ix.
tje; en Vrouwelyke Steeltjes in de Mikjes.
H o o f d »
Minder Takkig is dit Roosmos , dan h e tSTÜK*
Moerasfige, ’t geen thans volgt ; hoewel het Mnium
niettemin Takkig genoemd kan worden, heb-
bende zeer veele kleine Takjes en draagende
dus menigvuldige Poeijerige Hoofdjes. Het
viel grooter dan het naast voorgaande; doch
de Groeiplaats was niet bekend,
(4) Roosmos met een enkelden Steel, die met IV. ,
Knietjes is geboogen. Bronnig.
( 5) Roosmos met een gegajfdden Steel en V.
Elsvormige Bladen, _ , ^Moerasi-'
fig.
i Van
(3) Mnium Caulë Ramofo erecto, Pedunc. Fsemineis
Axillaribus. Huds. Angl. 403. Mniiim majus , minn«; Ra-
mofum. Dil l . Muse. 235. T. 31. f. 4.
f 4 J Mnium Caule limplici Geniculis inflexo. Sp.
Plant. N. 2. Ft. Suec. 913, 969. Bryum palnftre, Sca-
pis teretibus Stellatis. Dill. Muse. 340. T. 44 f, 2.
Muscus Capillaceus tenuisfimus. V a i l l . P a r . 134. T.
24. f. 10. Muscus trichodes. M o r . S. 15. T. 6. f. 8- Musc.
parvus Stellaris. P l u m . Alm. 255. T. 47. f. 6.
f5) Mnium Caule dichotomo, Fol. Subulatis. Sp.
Plant. 3. Ft. Suec. 912, 979. Mnium majus Ramis lon-
gior. bifurcatis. D i l l . Muse, T. 31. f. 3. Musc. pal.
ereftus. V a i l l . Par. 135. T. 24. f. 1. Musc. Paluftris,
Flagellis ereftis &c. M o r . S. 15. T. 6- f. 9. Muscus
Stellaris, B u x b . Cent. 1. p. 45, X, 65. f, i - 4.