f y in . wegen van het Vee, ook van Menfchen ge*
Afdeel. geten. waar 0p de fcynaam van LIN N yE u s
H oofd- ziet. Dit heeft hy nogthans met den voor-
ST0K* gaanden en volgenden gemeen.
XXXIX. (39) Zee-Ruy met byna eenvoudig Degenvor-
FucusSac- m-„ j^Qof en eet1e ronde zeer korte Steng,
charmus. ■ ° J a
Suikerig. . , _ , . ,
Deeze Soort , in de Oceaan hier en daar
voorkomende, wordt Zee*Gordel of Bandelier,
by de Franfchen £audrier,getyte\d. Overvloe*
dig groeit zy aan de Malouines Eilanden, en in
derzelver Wortelen of Stengels , welke als
een Takkebos uitmaaken, neftelen veelen van
die fraai je Ccnchyliën, welke men ons onlangs
van daar heeft aangebragt, die met dit Kruid
op den Oever worden gefmeten (*). Het is
eenige veranderingen onderhevig, hebbende
de fomtyds zeer korte,dan eens langere Stee-
len, doch die niet door het Bladloopen, gelyk
in de voorgaande Soort, ten minfte daar in
niet zigtbaar zyn. Het is fomtyds vier Ellen
lang,
(39.) Fucus Fronde fubfimplici Enfiformi &c- Sp. Plant.
N. 25. Oed. Dan. 416, Fl. Snee. 1010, 1151. It. West-
goth. 169. Fucus longisfimo, ladsfimo crasfoque folio.
C. B. Prodr. 154. R aj. Hifi. 74; Eph. Nat. Cur. 1748* p*
450. T. 9. f. i , 2. Fucus Alatus f. Phasganoides. C- B>
Pin. 364. Gmel. Fm, p. 194. T, 27, 28. R eaum. Mem,
de 1712. p. 38- Tab. 3. f. 4.
(*) Sfourn. Hifi. d>im Voiage mx lies Makuipes, BejrU
1769. p. 154.
ang , aan beido enden fmal, in ’t midden VIII.
breed en overlangs met ingedrukte Holletjes,
die als een Zoom of Bandelier maaken: doch Hoofd*
het komt ook zonder dezelven voor. De*™*’^
Plooijen zyn altoos vol Slym , waar in de
Vrugtmaakende deelen zullen vervat zyn.
Hoewel dit Slym eenige Zoetigheid heeft, is
nogthans deeze Soort het regte Suikerdraagen-
de Zee - Ruy n iet, ’t welk tot het Gepalmde,
hier voor befchreeven, behoort.
(40) Zee-Ruy met Vliezige langwerpig Ey- XL.
rond 7 effenrandig gefteeld Loof’, de Steng
rond en Takkig hebbende» neus.
Bloed-
Bladen heeft deeze als de roode Patich, die
doorfchynende z y n , en bleek paarfchachtig
rood. Men vindtze aan de Oevers van En-
geland, als ook elders in de Oceaan, aan de
Kusten van Europa en Amerika,
(41) Zee-Ruy met Vliezig Lancetvormig Kin* XLI»
derend kanthaairig Loof. j aCUiatusi
, haairig.
v4°) Fucus Frond. Meinbranaceis ovato - oblongis &c.
Mant. 136. Oed. Dan. 349. Gmel. Fuc. 185. T . 24, f .
2. Fucus f. Al ga Folio Mëmbranaceo purpufeo, Lapa.»
thi Sanguincï figura et magnitudine. Mor. 111, p. (j4g.
S. is- T. 8. f. 6.
(41) Fucus Frond. Membran. Lanceolatis proliferis.
cilïatïs. Mant. 136. Fucus Caulescens. Gmel. Fuc. 173.
T. 2o. f. 2. Fucus Membranaceus rubens anguftifolius
R aj. Angl. 47, F. Membran. purp, latifvJjHs pinnatus,
R aj. Angl. 47.