ix . „ Tood bevinden , en het Mos zal die Kleur
Af d m i behouden, wanneer het Vogt geheel is op-
HooVd- js gedroogd. Zo het Vogt of Mos geen Kleur
STÜK' hebben, dan is het noodeloos eenige ver-
mnuuyft‘ ]l dere Proeven daar op te doen.” Men ziet
lig t, dat dit een geraakkelyke Proefneeming
zy , wel waardig in ’t werk te ftellen op zulke
Schurftmosfen, waar van men eenige gedagten
heeft (* ) .
Dus dan wederom de Heefterachtige be-
fchreeven hebbende , gaan wy over tot den
laatften Rang, naamelyk de
IX. Vezelige.
XC. ( ö ° ) Schurftmos, dat Vezelig is en hangende,
Lichen met j oor elkander gevlogten Takken en geplicatus.
Warrig. Jlraalde Schildjes.
Dit Mo s , waar van de Ouden reeds onder
den naam van Boom • Mos gefproken hebben,
komt aan veelerley , doch meeft aan Beuken?
en Eikeboom - Stammen, in groote Bosfchen,
voor.
(*) W atson on the Genus o£ Lichen. Phil. Trans. for.
i 758. V ol. L. P- a- P- 652.
(no) Lichen Filamentofus pendulus; Ramis implexis&c,
Sp. Plant. N.72. Gort. Belg. I I . j>. 3U- Fl. Suec. 984,112a.
Mat. Med. 495. Lapp. 457. G ro n. ^>5.203,127. Usnea
vulgaris Loris longis impléxis. Dil l . 56.T.11. f. i .
Musc. Arboreus, Usnea Officinarum. C. B. Pin 36*
Musc. Quernns. Lob. Pc. II. p* 242.. Boom -Mos. Don,«
Kruidb. p. 770. Hali.» Belv, inchoctuTom. III. p. 8r.
H H m m
voor, L obel noemt het de graauwe Haair- IX.
lokken van de Boomen ; doch de Kleur is ei-
gentlyk Afchgraauw. Dat aan Eikeboomen.^™“
groeit, wordt voor het flegtfte gehouden; dat schurjt«
der Cederen voor het befte,als een aangenaa-“0J*
men Reuk hebbende; hier aan volgde dat der
Popelieren en dan dat der Lorken, Pyn- en
andere Harftige Boomen. Hier uit blykt, dat
dit Mos weezendyk zyn Voedzel uit de Boomen
trekke. Het hangt als verwarde Bosfen
Haair aan derzeJver dikke Takken, tot eene
aanmerkelyke-langte, zynde fomtyds ook bruinen
geelachtig van Kleur. Men vindt het door
geheel Europa, zelfs in onze Nederlanden,
als ook in Noord-Amerika. Ik heb ’er van,
dat op het hooge Gebergte Siërra Morëna, in
Spanje , aan zékere Boompjes groeijende is
verzameld. Öergélyk bezit ik , dat dé. Heer
T hünbe ug op ’t Gebergte bezuiden Batavia
gevonden hééft, Zynde byna geheel wit,
doch zonderjSchildjes.
^ Dit Boom-Mos, onder den naam van Usnea Gebruik
bekend geweest in de Apotheeken, en doort0Reuk-
zyne famentrekkende- hoedanigheid tegen hetPoei->en
Neusbloeden“, *als ook tegen Breukenui twendig
aangepreezen, is ten dien opzigte uit
de mode geraakt. De Laplanders leggen het
onder de Voeten , die door Ia,ng Ioopen Velle-
loos géwordén zyn. Ook geeft het, met Wollen
Stofte in Watèr geweekt, daar aan een geele
- Kleur.
II. Deel. XIV* Stuk