696 B e s c h r y v i n g v a n
X. was. H IL L befchryft ’er een, met een vier -
A|n!SI“ bokkig Hoofdje, in ’t midden Meelknopjeseti
stuk°FJ)" VruSteQ bevattende. H a l l er zegt, dat dit
Schimmel. Schimmel op Plantjes groeije , die onder de
Pers vogtig worden, gelyk op de Weegbree.
Dit verftaa ik niet. Wel waardig ware het ,
te onderzoeken , wat oirzaak gave tot het
verfchil van deeze en de Gemeene Soort.
IX- (y) Schimmel, dat gefleelcl is , met geringercrußaceus.
äe A ir t je s .
Korftig,
Al wederom een ander Schimmel, dat volgens
L i nnjEüs groeit op bedorven Spyzen;
volgens Mich El i us op alle Lighaamendie
bederven, en volgens H a ll er lange Draadjes
voortbrengt, waar van fommigen wel aller-
meeft vier Aairtjes of Trosjes draagen.
X. (10) Schimmel, dat Takkig gefleeld is , met
drievoudige Aairtjes.
Plaggig«
Dit hadt M ichelius eens op een door-
gefneeden halfrottige Limoen gezien , doch
het-
(9) Mucor Stipitatus Spiets digitalis. Gort. Belg. II.
p. 333. Ft. Suec. uts. Bysfus Filamentofa fugax alba,
R. Lugdb. 520. Botrytis non Ramofti alba. Mich. Gen.
312. T. 91. f. 3. Hali.» N. 2141.
(10) Mucor Stipite Ramofo , Spicis ternatis. Aspergillus
albus tenuisfimus &c. Mich. 213. T. 91* f. 3. ß,
Asp. Terreftris Caefpitofus. Id. T. 91. f. 4. '
hetzelve hadt v y f , en een ander, op den
Grond gevonden, drie Aairtjes. Waarom het
meer Plaggig dan de anderen heet, begiyp ik STUK.
niet*
(\O Schimmel, dat groen en Korrelig is. XI.
v ' 0 Mucor
Op rottig Hout, inSweeden, kwam deeze^” ^'
Soort voor, zynde een Korstje van r o n d a c h -^Groen-
tige, ongelyke, groene, Lymerig vogtige Korreltjes,
Onder dennaam van Mucilago heeft
M i c hel i u s verfcheide zodanigen , van andere
Kleuren, te boek gefield.
(12} Schimmel \fMdt wit is met bruine onge• XII.
Jleelde Hoofdjes. ^Smg-*
daauw.
Op de Bladen van Hoppe , Efchdoorn,
Doove Netelen, als ook op die der Linden
en andere Boom- of Piantgewasfen , komt
dit voop , dat Honigdaauw van fommigen genoemd
wordt (*),
(iq) Schimmel, dat zig als geel Smeer of Bo* x ill.
Septicus. ter vertoont. Beder-
•MÏÈyënd»
(11) Mucor viridescens Granulcfus. Mant. 313. Müci-
Iago? Mich. T. 96.
(12) Mucor albus , Capitulis fuscis fesfilibus. Gort.
Belg. II. p. 333. Ft. Suec 1124, 1292.
Zie ’t voorgaande XIII. Stu k , bladz.425, enz.
pi3J Mucor Unftuofus flavus. Gort. Belg. II. p. 333*
Fl Suec. 1117, 1285. Mucilago flava Ramofisfinia jnol-
Xx 5 lis”