1 1 4 Ë e s c h r ï H n o v a h
VII. H e m ï o n i t i s . Oor-Varen.
AïDEEL. 111. .V
Hooiip- De Oorachtigheid van het Loof fchynt my
stuk. veeleer aanleiding gegeven te hebben tot den
Varen, naam van dit van ouds bekende Gewas, dart
deszelfs onderftelde Onvrugtbaarheid, welke
het immers met de andere Varens gemeen
heeft. Halve Ezels -Ooren zou men het bil-
lyk by kunnen vergelyken. En die' geftalte
veroirzaakt, misfchien, de plaatzing der Vrugt-
maakende deelen op Kruis- o f Kettingswyze
Streepen; ’t welk L i n n ^ us als hefonder-
fcheidend Kenmerk opgeeft van dit Geflagt.
Het bevat maar deeze weinige Soorten, allen
Westindifehe.
1.
Hemionitis ,
Lanceolatei.
( i ) Oor-Varen
effenrandig.
met het Loof Lahcetvofmig
Lancet- ruige Hertstong is deeze door P lü -
vormig. genoemd en door P e t i v E r Smalbladige
met gekettingde Streepen. De Groeiplaats
is , gelyk die der beide volgende,in de
Westindiën.
(2) Oor-
( t ) Bewiqmtjs Frond. Lanceolatis integerrimis. SijJt.
jJSfc Veg. XIII. Gan. n?6. SP. r. Phyllitis anguftifo-
lia lineis catenatis. Pet. Fit. 122. T. 6. f. 4.
Gervifia villofa minor. Plum. Fit. 127. f. 6*
& E H À À L k P L À IN T Ë KT.
( 'z> Oor * Varen met; het Loof gepalmd en Vi K
ruig'. Ai u ec'
Hoorn-
S l o a n e heeft dit flag van Oor-Varen o p 5™ ^
jamaika , P l u m ie r op Martenique verza■. Hemionitis
f f » , Het de Bladen als die van heqf&wta*
Samkel vyf. Vingerig gepalmd, én is, getyk
et voorgaande , ru ig , met Netswyze Stof-
ftreëpjès ©p de Oppervlakte. De hoogte mag
omtrent een Span bedraagen.
Jag£| Öör - Varen 'met het Loof 'Eyrond gejfiist JIT.
en kruipende Kafflge Stengeties. Parafitic/t,
■ ' kruipend;,
De van ouds onder den naam van 'Êemiovh
bekèqd’ë Gewasfen , zyn niet tot dit Ge-
flagt; maar tot de volgende, door den Ridder
betrokken: zo dat dë Naamsredën eigentlyk
niet toepasfelyk is on ..hetzelve»
L O Ki
f2) Hemïonitis Frond, paimatis iiirfutis. H. Cliff 474
Hemionitis Aurea hirfuta. P lum. Amer. 23, T, , ’
T* f 51' Hem. Folio hirfuto & magis disfeâor £ Ranunculi
folio. S loan, -gam. x4. Hifi, J. | | | | | Mqris. IIJ.
S. 14. T. t. f. 5. Filix Ranunculi Joiio proliféra. Pet.
Fil. Ï77. T. 8. f. 11. Fil. Hemionitis difta, Saniculæ foliis
; villofa. Pluk.. Alm. 155. X. 291, £ 4, ;
; § M Hemionitis. Frond. Ovatis acuminatis, Surcullspa-
“ repentibus. Sp. Plant. 3. Hem. parafitica repens*
F ol. ovato - acdmiiiatis. B rown. 0qm. 95.
H 2
II. Dkiu XIY. Stuk,