VII. zeer lang. De kant derzelven, dienaar den
ui. * Grond z ie t, is alleen Vinswyze verdeeld, de
Hoofd- bovenlle niet. Voorts hebben fommige dee-
Rand- zer Blaadjes een onder-Slip , die langer i s ,
Farm. jQ onderlle als een byzonder Vinblaadje
uitmaakt, eveneens half Vindeeïig. Dit openbaart
zig in de Afbeelding, welke O s b e c k
van het Chineefche geeft, en niet minder dui-
delyk in de mynen van Ceylon, gelyk Fi%. 2.
aanwyst.
XXII. (2 e ) Rand-Varen met Takhig meervoudig
biculat °r~ verdeeld Loof; de Vinblaadjes rondachtig
bijRoiid- effenrandig.
pi xcvr.
3' Een nieuwe Soort van dit Geffagt, die uiter-
maate zeldzaam is , vau de Kaap afkomfiig ,
•bezittende, geef ik daar van insgelyks in Fig.
3 , de Afbeelding. De Kleur van het Gewas
is bruinachtig rood, en die der Steden zwartachtig;
in welk opzigt het veel naar het Vir*
ginifche donker - paarfche, hier voor befchree-
ven , gelyken zou ; doch de Blaadjes, byna
van grootte als een Pinknagel, zyn niet Lancetvormig
, maar rondachtig. \Anderszins
is het daar mede genoegzaam overeenkomltig;
hebbende ook breede omgeflagene kanten en
g e - '
(22) Plens Fronde Ramofa fupra - decompofita j Pinnis
rotundatis, integer imis Mihi,
geiledd zynde, maar niet de enddingfen langst.
De Steeltjes der onderlte Blaadjes zyn ook ni-
• r* IJ D OOFD**
langer en bezet met twee of vier on geheelde stuk.
Blaadjes. Terwyl dezelven geheel effenrandig
Zyn, en naar ’ t end verfmallen, kan het ook
niet tot de Pteris Adianthoides, voorgemeld,
beboeren.
' Ik heb van Java nog twee o f drie Soorten Javaan«
Van dit Gellagt, met Vindeeïig ingèfneedenfche’
Bladen, welke zo van het Gemeéne als van
het Geftaarte en de Volgende Soorten , ver-
fchillen; Mooglyk zal in ’c vervolg wel nader
Waarnedming daar-omtrent gefchieden, tot
naauwkeurige bepaaling en befchryving der-
zelven.
Behalven het Gemeene Wyfjes - Varen , Arafcflche*
Vondt de Heer F uk s&a o h i , op het G e -,
bergte by Hadie in Arabie, nog tienderley
Pterisfen met gevind L o o f, welken hy allen
omllandig befchryft. Ik zal de benaamingen
hier opgeeven van zyne nieuwe Soorten. Hy
hééft een Scheef Rand-Varen, dusgenaamd,
om dat de. Vinnetjes aan den voet fcheef
zyn. Een Kanthaairig heeft wegens de Haair-
tjes aan den rand der Vinnetjes zynen naam.
Voorts een Viervinnig, wegens derzelver ge*
taL ‘Dan geeft hy een Regelmaatig op, en
een Afoopend Rand - Varen : ook .een h a f
Zaagtandig en . een Groen; als mede een Ge-
tand 3 een Zaagachtig en een Meelig Rand-
Vafen;