A tdf.el.
m
HOOFDSTUK.
II. H O O F D S T U K .
Befchryving van de H a a i r p l a n t e n met
Ge-aairde Bevrugtingen, tot welken het
Paardeftaart, Welk-Varend Adders -Tong
en Tros-Varen, hehooren.
De Varens of Haairplanten met Geaairde
Bevrugtingen, zyn zodanigen, die de-
zelven van de Bladen afgezonderd hebben
en Aairswyze geplaatst. Hier toe hadt L in n
i g s , behalve het Paardeftaart, W e lk -Va ren
, Adders -Tong enTros-Varen, ook de Cycas
en Zamia, tweeuitheemfche Palmboom-Gewas-
fen, t’huis gebragt; welke reeds door my, onder
dePalmboomen, zyn befchreeven (*). De
Heer T h u n b e r g , dezelven in Indienaauw-
keurig onderzogt hebbende, oordeelt dat z y ,
alzo de Vrugtmaaking thans volkomen bekend
is, tot de Klasfe der Tweehuizigen (Dioikia)
moeten betrokken worden, en heeft twee
nieuwe Soorten daar van , de eene in Japan ,
de andere aan de Kaap ontdekt, en van die
beiden omftandige befchryvingen aan ’t licht
gegeven ( f) . Ten opzigt van de Cycas, die
ten
(*) Zie het II. Deels I. Stuk, van deeze Natmrlykt
Hiflorie, bladz. 282, 299, 425.
( f ) In zyn Ed. voorgemelde Vertoog, Verhand. de*
Holt. Maatfchappy, te Haarlem, XX- Deels 2 STUK ,
blad». 419*
ï) E PI a a i r p l a n t e n . 21
ten onregte met den Sagoe - Boom verward was, y 11.
is thans, onder den naam van Krullende Moes- A™EEL
Vahny een omftandig Berigt, in Ooftindie op Hoofd-
gemaakt zynde , medegedeeld ( * ) . Ik gaaSTUK‘
dan tot de befchryving van ’t eerstgemelde
Geflagt over ( f) .
E qu i s e tum. Paardeftaart.
Dit bevat de Kruiden, die men Faardeflaart
n o em t , in ’t Franfch Prêie of Queue de Cheval,
in ’e Engelfch Horfe • TaiL De Duitfchers
heetenze Schafftenheu of Pennen ■ H o o y , en
Kannenkraut, dat is Kannenkruid: gemeenlyk
Paar-
Verhandel. vau het Bataviafch GenootfcJiap« IJT*
Deel , Batavia 1781» bladz. 411*
<"f) Te verwonderen is ’t , dat men in een gantfch
nieuw Vertoog over ’t Heermoes of Paardeftaart, waar
mede de Heer C. N. onlangs den Prys by het Genoot-
fchap van den Landbouw alhier behaald heeft; den Vy-
geboom nog onder de Cryptogamia, en dus het Equi-
fetum als het tweede Geflagt opgetekend vindt; daar
liet al by de dertig Jaaren is , dat het Equifetum de
eerfte in Rang is geweest. fVid, Gen. Plant. Unn. Ed.
V . Holm. 1754O zynde de Vygeboom toen reeds in een
andere Klasfe geplaatst. Hoe kon de Heer C. N. nog
den Ouden Druk,van ’t jaar 1742 , daartoe gebruiken :
terwyl hy die verandering in alle de volgende Uitgaven
van ’t Sy/l. Nat. Linn. Ed. X , XII & XIII. zeer dui-
delyk moeft gezien hebben? En een deezer laatften behoorde
hy zekerlyk in te zieii, wanneer hy over zu'k
een zaak wilde fchryven.
B 3