Het huis, behoorende aan den Baron van Heeckeren van
Wassenaar, was sints jaren onbewoond. Eenzaam en verlaten lag
het in de ruig begroeide gracht, van verwilderd houtgewas om-
ringd, maar het was nog een deftig huis, met zijn hooge, graauwe
muren en het verweerde dak maakte het een’ diepen indruk, en
ook inwendig vertoonde ’t zieh nog als een aanzienlijke huizinge,
met de ruime vestibule, den breeden trap, de groote kamers, deels
met schilderwerk versierd, deels prijkende met belangrijke gobelijns.
Het huis was een honderdvijftig jaar oud, toen het gesloopt
werd, maar reeds veel vroeger is een huis Netteihorst bekend
geweest, en nog vroeger een geslacht, dat zeker aan dit slot
zijn’ naam ontleende. In den noodlottigen slag bij Ane, in
1227, viel ook een Lambertus van Nettelhorst. De eerste be-
kende beleening geschiedde in 1379 aan Steven van Nettelhorst
„ten Zutfensehe regte”. Steven’s zoon Gijsbreeht ontving het leen
in 1403 en droeg het in 1424 aan Johan van Middachten over,
die ’t op zijne beurt vier jaar later aan Eijlard van Metelen
overdroeg. In 1465 kwam het huis en goed door huwelijk aan
Evert van Heeckeren, en aan leden van dat geslacht bleef het
sedert behooren. De baron van Heeckeren van Wassenaar kocht
het in 1834.
In 1784 kreeg het huis, zoo al geen vermaardheid, dan toch
groote bekendheid in den lande, door een ergerlijk voorval, dat
er plaats greep. Onze verzamelaars van historieplaten kennen
de gravuren wel, die ’t vereeuwigen. Het tooneel verbeeldt twee
kamers op den huize Nettelhorst, een huis- of zitkamer en daar
achter een vertrek, waartoe men met een paar treden opklimt
en waarin een groote, • openstaande deur het gezigt vergunt.
Deze laatste is als kraamkamer kenbaar door een baker en een’
ingebakerden zuigeling en de jonge moeder in het groote ledekant,
’t Is in de voorkamer evenwel niet zoo kalm en rüstig als in
zulk eene nabijheid billijkerwijze verlangd kan worden. Integen-
deel, — op den grond ligt een heer met mantel en bef. Een rijk
gekleed edelman ligt op hem, met dreigend opgeheven vuist en
de andere hand aan den kraag; een tweede heeft hem in de borst
gegrepen, een derde in de pruik. Bij den mishandelden predikant
staat een ambtgenoot, die zieh blijkbaar over het ongeval van
zijn’ collega noch verwondert, noch bedroeft. Wat meer op den
achtergrond wordt een ander edelman door een jonge dame tegen-
gehouden. Een knecht, die met lange pijpen binnenkomt, maakt
een teeken van verbazing. In de achterkamer zijn baker, kraam-
vrouw en dienstmaagd in hevige ontroering. Wat was er ge-
beurd? Den 14den Junij was op den huize Nettelhorst een zoon
geboren. Heden was het doopfeest en behalve Ds. Abbink van
Lochern, die de plegtigheid had verrigt, waren de Lochemsche
burgemeester en medicus, Dr. W. E. de Wolff en de heer
Söllner, als gasten tegenwoordig. Terwijl men aan tafel zit, komt
er bezoek. ’t Is de predikant van Laren, Ds. Langerak, hun
aller politieke tegenstander en tegenvoeter, even warm patriot,
als de Heer van Nettelhorst en zijn gasten vurige prinsmannen
waren, ’t Laat zieh gissen, dat reeds van den aanvang af de
stemming niet zeer vriendschappelijk was. Was Ds. Langerak
bij de Oranjepartij in de graafschap uitermate gehaat, hij kon
zieh gekrenkt gevoelen, omdat de doopbediening niet was vol-
bragt door hem, onder wiens parochie de Nettelhorst behoorde.
Maar de uitbarsting kwam, toen de gastheer de gezondheid van
den hertog van Brunswijk instelde. Dat was den patriot een
doorn in het vleesch! Hij weigerde beslist, en de opgewonden-
heid sloeg over tot de handtastelijkheden, waarvan de patriottische
Zuid-Hollandsche courant gewaagde en die aanschouwelijk
werden voorgesteld door eene plaat, bij den Delfshavensche boek-
verkooper D. de Vries in twee uitgaven in het licht gegeven,
met een verklärend bijschrift en met een zeer bitter vers.
Aan Lochem paalt het schoone landgoed Amp sen. Reeds
van den spoorweg ziet men de hiitgestrekte grasperken, de statige
boomgroepen, de lange lanen, in wier midden het groote maar
eenvoudige huis ligt. Niet ver van het station, aan een breede
laan van eiken, is voor eenige jaren een logement gebouwd,