HET KASTEEL. 37
den genoeg, om in onze wandelingen en zwerftogten veelvuldige
verscheidenheid te kunnen brengen! Wilden wij nu naar Delden,
dan zou de grindweg, die, als een voortzetting van den Born-
schen weg, over een deel van den grooten Deldener esch is
aangelegd, ons in körten tijd derwaarts brengen. Maar wij moe-
ten het huis niet gansch onopgemerkt laten, al is er op Twickel
ook zoöveel, dat dit werk van mensckenhanden naar den achter-
grond wijkt. Hier ligt het, te midden van een rijk en trotsch
aangelegd park, dat gij onder geleide van een’ tuinman kunt
bezigtigen. Gij kunt daar een’ schat van bloemen vinden, en
groote grasvelden, waar de herten onder hoog geboomte zieh
met een weinig fantasie in vrijheid kunnen gelooven. Gij kunt
er een sierlijke waterpartij op merken en een’ opgeworpen berg,
van wiens top gij een ruiin uitzigt geniet. Gij kunt uit het park
ook het uitgestrekte huis in zijn geheel beschouwen, met zijn
middelgebouw en zijn beide aan den achtergevel uitgebouwde
vleugels, een onregelmatig geheel, blijkbaar uit verschallende
tijden afkomstig. De voorzijde is eigenlijk alleen te zien, als
men er vlak voor Staat. Uit het bosch met zijn overvloedig hout-
gewas heeft men bijna nergens een goed gezigt op het kasteel.
Het is een deftig en statig huis; met zijn ruim voorplein, smaak-
vol met bloemen in vazen en perken versierd, met zijn stallingen
en zijn breede, dubbele gracht, met het heerlijk hout van de
wildbaan en den rijken bloemenschat van het park er om heen,
is het in overeenstemming met het prächtig landgoed, waartoe
het behoort. Op een’ der hoeken van het gebouw staat een zware
vierkante toren, waarop de tegenwoordige eigenaar een kap heeft
geplaatst; vroeger was hij van een’ gekanteelden omgang voor-
zien. Aan den voorgevel is vooral de versiering van de hoofd-
deur opmerkelijk. De zondeval des menschen is er voorgesteld
door de beeiden van Adam en Eva en door de slang, die een’
boom omkronkelt, terwijl daar boven een gehouwen steen het
bezoek der Oostersche wijzen voorstelt en, boven dien steen, de
ster in den gevel prijkt. In den regel is het inwendige van het
huis niet te zien, maar welwillend wordt uw’ gids de toegang