van 1868. Behalvc de gewone bronnen voor Lochems geschiedenis, vermeld
ik het medegedeelde nit Henr ic i ab Hove l Bpaei Specu lum West-'
pha l i a e etc. in de kronijk van het Utreehtsch Gen. 1868, biz. 212 e. v.,
waarin, behalve over Lochern, o. a. ook over de Eese en den Wildenborch
gesproken wordt (biz. 216 en 223.) De naam van den Wildenborch wordt
daar van de Wilten afgeleid.
Een gelijke naam als de niet genoemde weide bij Lochern wordt ge-
dragen door een drnipsteengrot in Derbyshire.
Dedingsweerde is reeds zeer oud. In het Tijdrek. Reg. vond ik Ger-
lacus de Dedingswerthe ten jare 1103. Het behoorde in 1577 mede aan een’
van Heeekeren. In 1326 was het een eigendom der Keppels, na 1600 van
de Westenbergs, (v. d. Schaaf f , De Gra a f schap Zut f en, blz. 108.)
Ook Diepenbroek aan de Berkel behoorde in de laatste helft der 16e eeuw
aan een’ van Heeekeren, evenals Langel en de Cloese in de eerste helft van
de 18e. Van de geschiedenis dier havezathen is mij overigens weinig bekend.
In het Tijdrek. Reg. vind ik Suetherus de Langel, miles, in 1251; Evert
van Diepenbroek in 1469. ~
Een »uittreksel uit het leenregister des furstendoms Gelder en Graafschap
Zutfen”, (Geld. Alm. 1876) leert de meeste bezitters van Netteihorst kennen.
Van de gravuren betreffende de mishandeling van Ds. Langerak heeft
de eene het onderschrift: Mishandeling Den Eerw. Heer Langerak op het
Adelijk Huis Netteihorst aengedaan door den Heer van ’t zelve en zijn ge-
distingueerd Geselsehap in Presentie van Ds. Abbink, omdat den Eerw. Heer
Langerak wygerden de gesontheit van den Hertog te drinken.
Zie de Zuidholl. Courant No., 85, 86 en 88. Te Delftshave bij D. de
Vries boekverkooper.
Onder de andere staat een Vers van dezen inhoud:
Toonneel eener Vreemdste, Onnatuurlijke en Wreede gebeurtenis in Nederland
voorgevallen op ’t Adellijk Huis Netteihorst in ’t Graafschap Zutphen. 1784.
Gij, die dit wreed Toonneel beschouwt,
En uwen aandagt beezig houd
Met staats-bespiegelingen;
Hier vindt ge een zee van mime slof
Niet om der Ed’len deucht en Lof,
Maar hen ten vloek te zingen.
Beef, wreede Wolfl 6 Sölner, beef!
• Van Heeckren, schelmen! zeg, wie dreef
U tot die gruwelstukken ?
Gij dorst, wijl Lang’rak ’s Lants verdriet
Des Hertogs welzijn achterliet,
Hem op den nek te drukken.
Schreeuw eeuwig wraak, 6 Neerlands volk!
- ’t Gold hier Gods-knecht, der Waarheids Tolk
Gegreepen en geslagen!
Geduld, 6 Langerak, geduld,
De Jonsten Dag wreeke eens hun schuld
Gij kunt hun daar voor dagen.
De aangehaalde nummers der Zuid-Holl. Courant h e b ik n i e t in handen
kunnen krijgen. Noch op de Koninkl. Bibliotheek, noch in het exemplaar
op de Bibliotheek alhier, noch in dat van den Heer Kneppelhout van Ster-
kenburg te Utrecht zijn zij te vinden. De J a a r h o e k e n vermelden het feit
niet, hoeveel nieuwtjes z ij anders ook bewaard hebben. Het verhaal, gelijk
ik het gaf, ontving ik van de predikanten Wansleven en van Tricht te
Lochern. Over geest en strekking der Zuid-Holl. Courant is te vergelijken
het opstel van Mr. W. P. Sautijn Kluit in Nijhof f ’s Bi jdragen, N. R.
VIII, blz. 207 e. v.
Het geslacht Ampsen is behandeld door baron Schimmelpenninck v. d.
Oije in den Geld. Alm. 1873.
Of Verwolde behoord heeffc aan dien tak der Keppels, die de hooge heer-
lijkheid van dien naam bij Doesburg bezat, is mij niet gebleken. Het laat
zieh gissen door de namen Dirk en Wolter. Maar Dirk van Keppel, die in
1359 Verwolde bezat, was geen eigenaar van Keppel. Die heerlijkheid toch
behoorde sints 1330 aan Roderik van Voorst, door huwelijk met Beatrix
van Keppel, daar Wolter van Keppel zonder mannelijk oir gestorven was.
(Vergelijk Nijhof f ’s Bijdragen, Dl. IX, blz. 65 e. v.) De opvolging der
Heeren van Verwolde is te vinden bij v. d. Aa, Aardr i jksk. Woorden-
boek i. v. Door den baron van der Borch van Vorden ontving ik eene tee-
kening van het oude kastee!, in 1600 door N. van Geelkerck vervaardigd»
op het huis Verwolde berustend.