loochende. Hij en zijn opvolgers voerden den Limburgschen leeuw
in hun- wapen, tot omstreeks 1270 met blokjes omringd, later
door het voile wapen vervangen. Als Heer ook van Monjoye aan
de Roer, en van' Poilvache aan de Maas, was hij een man van
rijkdom en magt. Met Mark en Keulen en Luik in voortdurendeu
oorlog, viel hij in 1242 in een’ veldslag tegen de Keulenaars.
Zijn zoon Dirk volgde hem op , terwijl zijn zoon Engelbrecht tot
aartsbisschop van Keulen verheven werd. Heer Dirk komt herhaal-
delijk voor als scbeidsman in geschillen tusschen naburige vorsten ,
gelijk hij reeds voor dat hij Heer van Valkenburg was, in hooge
gunst stond aan het hof van Gelder; een goede verstandhouding,
aanvankelijk niet verbroken, al was hem de toestemming gevraagd
om graaf Otto’s zuster, zijn verloofde bruid, aan Willem van
Gulik af te staan. In 1267 stond hij aan de zijde van de hertogen
van Brabrant tegen Otto van Gelder en diens broeder, den bis-
schop van Luik. In den strijd, dien zijn broeder Engelbreeht tegen
de Keulenaars had te voeren, stond hij hem wakker bij, ten koste
van zijn leven. In 1268 vond hij den dood bij een voorgenomen
overrompeling der bisschopsstad. — Groot is de naam, dien zijn
zoon en opvolger, Walram de r o s s e , verwierf. Gehuwd met Fdippa
van Gelre, hertog Reinouds zuster, genoot hij het volste vertrou-
wen van zijn’ zwager, wiens krachtige steun hij zieh ten alien
tijde betoonde. Wijs in den raad, kloek in het veld, door geen
tegenspoed te ontmoedigen, hield hij in den noodlottigen slag
van Woeringen tot het laatste toe stand, en weigerde hij den over-
winnehden hertog van Brabant als Heer van Limburg te erkennen.
Elf weken lang werd het slot Valkenburg vruchteloos bele-
gerd, en in verbond met den graaf van Viaanderen bleef hij den
oorlog voortzetten. Bekwaam onderhandelaar bij geschillen zoo-
wel als bij vorstelijke huwelijks-verbintenissen, borg voor groote
geldsommen, trouw bondgenoot en geducht vijand, was hij een
der meest belangwekkende figuren in den onstuimigen tijd,
waarin hij leefde. Heeft de geschiedenis van het korte bestuur
van Walram’s zoon en opvolger Dirk weinig te verhalen, van
Walram’s tweeden zoon Reinoud, die na zijn’ broeder regeerde,
vermeldt zij, dat ook door zijn aderen het onrustige bloed der
Valkenburgs vloeide. Ook zijn leven was een gedurige, niet
altijd gelukkig gevoerde oorlog. In 1327 werd zijne stad Valkenburg
negen weken lang belegerd en benaauwd door het water
der Geul, dat door een dijk was opgestopt. Na de overgave
werden poorten en muren gesloopt. In 1328 werd de stad, door
Reinoud bij vernieuwing versterkt, nogmaals geplunderd, en in
1329 viel de bürgt, na tien weken kloek te zijn verdedigd door
Reinoud’s zoon Walram, die er het leven bij verloor. Heer Reinoud
zelf sneuvelde in 1332 bij de verdediging van zijn slot Monjoye.
Met Dirk III en Jan, zijn’ broeder, beiden met dochters uit het
edele huis van Voorne gehuwd, naderde de stam der Heeren
van Valkenburg den ondergang. Als de meesten zijner voorgangers
stierf Heer Dirk den krijgsmansdood in 1346. De vaderlijke goe-
deren, met het zwaard herwonnen, vervielen aan Heer Jan, des-
tijds, door zijn huwelijk Heer van Bergen op Zoom, eertijds den
kloeken partijganger in dienst van koning Eduard van Engeland,
aan wiens hof de zwervende avonturier, die geen ander goed had
dan zijn’ degen, den graaf van Artois had ontmoet. ln ’s konings
soldij hield hij zijn’ verschrikkelijken eed, dat hij in Frankrijk
vrouw noch kind, kerk noch klooster sparen zou, en getrouw
aan de overleveringen van zijn geslacht, liet hij later als Heer
van Valkenburg niet af, de Luikenaars te kwellen waar hij kon.
Hij stierf 16 Augustus 1352. Zijn erfgenamen waren zijne zusters
Eilippota, die een weinig later Hendrik van Viaanderen, Heer
van Ninove huwde; Margaretha, weduwe van den Heer van Schoneck
; Beatrix, gehuwd met Dirk van Brederode; Adelheide, de
echtgenoote van Hendrik, graaf van Vianden; Maria, abdis van
Maubeuge, en Elisabeth, cannonikesse te Reichenstein.
De naaste mannelijke spruit uit het Valkenburgsche huis was
Reinouds broeder Jan, Heer van Borne, en na diens dood, zijn
zoon Walram, Heer van Borne, Sittard, Herpen, Asperen en
Ravestein, „overste Meijster en berichter van de Veluwe.” Geen
van allen zou het bezit der Valkenburgsche goederen verwerven.
Er leefde destijds een rijk en magtig man, listig, ondernemend,