maals een vrij eigen goed, en naauwelijks treedt een Heer van Nij-
enrode in de geschiedenis op, of wij vinden hem in oorlog met
Utrecht, welks krijgshaftige bisschop Willem van Mechelen uit
den verwarden staat van zaken in Holland voor het Sticht her-
stel van grieven en herwinning van verloren bezittingen tracht
te winnen. Aan de Hollandsche belangen verknocht, was Nijen-
rode in 1304 de steun van bisschop Guy van Henegouwen
tegen de weerbarstige burgers zijner hoofdstad. ’t Was graaf
Willem III dan ook zeker geen te hooge prijs, de 2000 ® zwar-
te tournoisen, die hij aan Gijsbrecht van Nijenrode toekende
als vergoeding voor de in 1296 geleden schade, toen deze hem
in- 1311 zijn huis Nijenrode opdroeg, om het voortaan als open
huis des graven te bezitten. Van de 2000 ® moesten 400 aan
het huis vertimmerd worden '— en in 1329 was de som nog
geenszins ten volle betaald.
Gijsberts zoon Splinter vermeerderde aanmerkelijk het aanzien,
de bezittingen en de regten van zijn geslacht door zijn huwelijk
met Maria, de dochter van Jan Persijn, Heer van Velsen en van
Jutte van Brederode, maar ’t was vooral Splinters zoon, Gijsbrecht,
die in de laatste helft der 14de eeuw den naam van
Nijenrode wijd en zijd beroemd en geducht maakte. Onverzoenlijk
vijand van het Sticht, bij hertog Aelbrecht beurtelings in gunst
en ongenade, naarmate aan het hof de wind in het voordeel of
in het nadeel der Hoekschen was, deelde hij in al de lotwisse-
lingen, krijgstochten, onderhandelingen, waaraan zijn veelbewo-
gen tijd zoo rijk was.
Gijsbrechts oudste zoon Splinter, ridder, was voor hem over-
leden; zijn twee. andere zonen, Otto en Johan, deelden de rijke
vaderlijke goederen, na aftrek van de huwelijksgaven hunner
twee zusters en de niet onbelangrijke landerijen, waarmede
Gijsbrechts vrij talrijke bastaarden werden gegoed. Otto volgde
zijn’ vader als Heer van Nyenrode op en ontving van Huibert
van Vianen, wiens dochter Helwich hij gehuwd had,' als Heer
van het Gooi, aanzienlijke goederen in leen, die later onder
den naam N ij e n r o d e s G e r e c h t bekend zijn. Otto’s zoon Johan
en kleinzoon Gijsbrecht hielden den luister van hun geslacht
met eere op en vermeerderden het aanzien van hun huis. De
laatste had Eleonora, de zuster van Erank van Borselen, gehuwd
en verkreeg door haar de rijke erfenis van vrouw Jacoba s laat-
sten en besten echtgenoot.
Wettige nakomelingen heeft hij niet nagelaten. De goederen
der Borselens kwamen aan Eleonora’s kinderen uit haar eerste
huwelijk met- Jan van Buren, en door hen aan de Heeren van
Culemborg. De bezittingen van Nijenrode gingen op Gijsbrechts
neef Johan over. Hij zag in 148-1 zijn huis door die van Utrecht
hevig beschoten, na kloeke verdediging genomen, geplunderd
en verbrand. In het jaar 1504 was Nijenrode het tooneel eener
romantische gebeurtenis. In Februarij werd de minderjarige erf-
dochter door Willem Torek met geweld van het huis geschaakt en
bij zijnen oom, den Heer van IJselstein, in veiligheid gebragt.
Klagten en bezwaren, door haar bloedverwanten bij de regering
van Utrecht ingediend, vonden op het slot te IJselstein even
weinig gehoor, als eischen en bedreigingen. Trouwens, Josina
van Nijenrode was reeds met haar’ ridderlijken minnaar gehuwd,
ondanks bloedvrienden en magen, en Willem Torck hield van
zijn sterk kasteel aan de Vecht den strijd met Utrecht vol. Maar
in 1511, den 26sten Maart, was het uur der vergelding geslagen.
Het slot werd overrompeld, Willem Torck zelf gevangen naar
Utrecht gevoerd, en de sterke wallen van het huis werden tot
den grond toe gesloopt. Later werd het slot herbouwd en zijn
bezitter met Utrecht verzoend. Het nieuwe kasteel bleef in de
oorlogen van Hendrik van Beijeren met zijn onhandelbare bis-
schopsstad de zijde van den kerkvorst houden. Sints kwamen
er tijden van vrede en van bloei, maar de oude stam der Nijenrodes
stierf uit. Willem Torck liet geen zonen na. Zijne dochter
Elisabeth huwde Bernard van den Bongard, wiens zoon Bernard
en wiens dochter Anna de Nijenrodesche goederen achtereenvol-
gens bezaten en rijkelijk versierden. Het kasteel gold in 1634
voor het schoonste riddermatige huis in het Nedersticht. Door
erflating aan de van lief;des gekomeu, behoorde Nijenrode in t