volgens de k e t t i n g vervaardigd. Van de klossen worden de ver-
schillend gekleurde draden, in de door het patroon verlangde
volgorde, overgebragt op den b o om, een’ zwaren cylinder, waar
ombeen aldus de s c b e r i n g gewonden wordt. De inslag moet
op den weefstoel er doorheen gebragt worden. Maar vöör dat de
ketting in de weverij komt, moet hij ges te rkt worden. Draaijende
rollen brengen hem door de sterkpap heen, om aan de draden
de noodige stevigheid te geven, terwijl zij tegelijkertijd tusschen
borstels worden gladgestreken. Van de zorgvuldige bewerking
hangt veel af. Breken de draden, of zijn zij niet glad, dan wordt
het voor den wever een verdrietig en schadelijk werk, daar hij
bij het stuk betaald wordt en alle tijdverlies dus zijn loon vermindert.
De ketting is toch reeds voor den invloed van het weder
zeer gevoelig; vochtigheid of droogte, koude of wärmte oefenen
er een’ zeer merkbaren invloed op nit.
Dat de fabrikanten tegenwoordig zelven hunne kettingen Sterken,
ook in de weverijen van witte goederen, is een groote ver-
betering. Vroeger ontvingen zij de gesterkte kettingen uit Engeland,
en waren dan veel minder van de deugdelijkheid van het
werk verzekerd.
Hiermede zijn de voorbereidende werkzaamheden afgeloo-
pen, en „de boom” wordt overgebragt naar de weverij. Vraag
hier, waar de weefgetouwen bij tientallen staan, maar niet veel
inlichting, want oorverdoovend is het geraas. Hier wordt de
s p o e l , een soort van schuitje, waarin de „pincop” is gelegd,
met kracht heen en weder geslagen, zoodat hij onophoudelijk
van den eenen naar den anderen kant der „lade” vliegt. Te ge-
lijkertijd gaan de k ämme n op en neder, die de draden van den
inslag deels opligten, deels neerdrukken, zoodat de spoel er door
heen gaat en s c h e r i n g gevormd wordt. Zulk een „kam” be-
staat uit een groot aantal hevels, digt naast elkander geplaatst,
waar de draden van de ketting doorheen zijn gestoken. Zoowel
het maken van de kämmen, als het doorsteken van de draden,
vereischt veel zorg en oplettendheid. ln een ander deel der fabriek
kunnen wij deze werkzaamheid gadeslaan. Wij zijn nu nog in de
weverij. Merk o p , hoe vernuftig de middelen zijn uitgedacht,
waardoor, naar den eisch van het patroon, op het juiste oogen-
blik, een spoel met eene andere kleur in beweging wordt gebragt.
Deze uitvinding maakt het mogelijk, ook bont met de stoom-
machine te weven. En zie eens, hoe de gansche machinerie van
den weefstoel onmiddellijk stilstaat, zoodra de draad van de spoel
breekt. Met oplettendheid kan in de bontweverijen een man of
vrouw op twee getouwen toezigt houden, in de calicot-weverijen
zelfs op vier tegelijk. De Verdiensten zijn dientengevolge veel
grooter dan bij de handweverij, omdat zij in denzelfden tijd veel
meer stukken afleveren kunnen.
Bij de handweverij is de bewerking in de hoofdzaak dezelfde,
maar de werkman moet daar met de voeten de kämmen op en
neder bewegen, terwijl hij met de eene hand aan een touw trekt,
waardoor de spoel wordt voortgeslagen, en met de andere hand
de lade heen en weer beweegt, om den inslagdraad vast te slaan.
Zoo zit hij op een bankje voortdurend als te dansen. Inmiddels
rolt zieh het afgeweven gedeelte op, — de ketting van den boom af.
Het goed, dat nog steviger moet worden, dan het door de
gewone bewerking is, wordt — soms na in een’ grooten, rond-
wentelenden trommel gewasschen te zijn ^ op de ap pr e t e e r -
ma ch in e gebragt, die het met appreteerstof doordringt en
door een verwarmd vertrek voert, waar het onder eene tempe-
ratuur van ± 120 graden wordt gedroogd. Het wordt daarna van
zelf op houten rollen opgerold, dan op zijn lengte afgesneden,
opgevouwen, zoo noodig onder een hydraulische pers geperst,
in kisten gepakt en verzonden.
Voor den bezoeker levert de bontweverij de meeste verschei-
denheid en afwisseling op, maar ook de d a m a s t w e v e r ij zal met
hooge belangstelling bezigtigd worden. Wij kunnen daartoe te Borne
gelegenheid vinden. Daar is nog eene in werking; de overigen,
die vroeger in Twenthe bloeiden, hebben opgehouden te bestaan.
Behalve de stoomspinnerijen en de weverijen van witte en
bonte goederen, vindt men te Oldenzaal nog eene jutte-weverij
van paklinnens en koffijzakken; te Enschede een fabriek van