zijn ruime stalgebouwen, en straks bereiken wij door een bui-
tenwijk het stadje, waarvan wij uitgingen, weder.
Maar dringt tijd of vermoeidheid u niet j volg dan den loop
der Geule nog wat opwaarts. Hier ziet gij het lustige riviertje
in al zijn bekoorlijkheid, schuimend tusschen de rotsklompen zieh
wringend I in kleine watervallen zieh neerstortend O 3 van de steenbrokken,
die zijn5 weg versperren. En naarmate het bergpad längs
den oever hooger klimt., wint het in trotschheid en verhevenheid.
Indrukwekkende steenmassa’s rijzen op, overschaduwd door het hout,
dat in de spleten wortelt en in groene boogen weift boven uw hoofd.
Op de hooge bouwlanden nevens en boven ons groeit het koren
of snijdt reeds de zieht door de halmen. Diep beneden, aan den
zoom van 5t riviertje, rijzen kloeke populieren, en aan den overkant
strekken weilanden zieh uit, met elzen en wilgen omzoomd.
Daar blinken de torenspitsen van Oud-Valkenburg en „Pelser”.
Hooger en hooger klimt de weg, waarvan de Geule zieh in zijn
kronkelingen nu eens verwijdert, om straks weer te naderen.
Wilgen en eschdorens met hun knoestige stammen seharen zieh
längs het pad, dat eindelijk op een hobbelig wagenspoor uit-
loopt en eindelijk ons leidt te midden van een klein, eenzaam
dorpje met een paar schilderachtige boerenhoeven. Yoeg er bij,
een hoog gelegen kerkje met rond gesloten koor en Vierkanten
toren, een schoolgebouw en een tweetal herbergen, wier be-
woners tevens schoenmakers zijn, en gij hebt de voornaamsten
genoemd der twintig huizen, waaruit het dorpje Schin-op-Geul
bestaat. Hier kunnen wij ditmaal het eindpunt van onzen wandel-
togt plaatsen en den teragtogt längs den ons reeds bekenden
weg aannemen, die wel waard is , tweemaal gezien te worden.
Wij laten ons alzoo niet verlokken, het zijpad in te slaan, dat
naar de uitgestrekte hoogvlakte van Klimmen opwaarts gaat. 5t Is
ons nu niet om panorama5s te doen. Liever vertoeven wij hier
en daar aan den oever der rivier, waar menig plekje ons uit-
lokt, om ons een oogenblik in het gras neder te zetten; waar
wij den stroom ons zien voorbij snellen, hier tintelend in het
zonlicht, daar wegschuilend onder het loover, waar het kabbelen
der golfjes, brekend tegen de rotsen, zieh zoo liefelijk met
het ruischen van den wind in de hooge boomtoppen mengt.
Nemen wij een andermaal den wandelstaf op, dan gaat de
togt een anderen kant uit, deels door het vruchtbaar Geuledal
deels pver de hooge bergvlakte. Wij gaan naar Houthem en
Geulem, om over Bergh terug te keeren. Is 5t ons vooral om
natuurschoon te doen, dan laten wij Houthem ter zijde dan
houden wij den weg, die op den linkeroever der rivier, aan den
voet van den Houthemerberg en längs de stoute rotswanden
naar .Geulem leidt: 5t is de wandeling door d en Pl e n k e r t ,
die tot de meest aanbevelenswaardigen van Valkenburg wordt
gerekend. Ons doel is echter, op een5 togt, die evenzeer zijn
eigenaardige bekoorlijkheid heeft, tevens de herinneringen uit den
voortijd te hooren, die in dezen omtrek zieh zoo overvloedm aan
ons opdnngen. De vreemdeling, die in Valkenburg vertoeft en
de heirbaan naar Meerssen betreedt, tot waar hij längs de kerk
van Houthem kan afwijken, om den overkant der rivier op te
zoeken, om bij Geulem het steile ravijn naar Bergh te bestiigen
en längs den Maastrichtschen weg terug te keeren, weet het.
gt met> wat klassieken bodem hij doorwandelt en längs wat
overbhjfselen van lang verdwenen menschengeslachten zijn pad
hem yoert. Eemge minuten buiten Valkenburg, niet ver voorbij den
toi, in den hoek door den zoogenaamden Kremerweg en den
spoorwegdijk gevormd, aan den voet eener hoogte, die onder het
gehucht Broekhem, gemeente Houthem, behoort, vond men in
1864 een veertigtal graven van Romeinschen oorsprong door de
bewerking der urnen en der sieraden en door de er bij aan-
wezige munten kenbaar als vermoedelijk uit de eerste eeuw
onzer jaartelling afkomstig. Het schijnt een begraafplaats voor on-
bemiddelden geweest te zijn en het was aangelegd niet ver van de
Komemsche heirbaan, die nagenoeg dezelfde rigting had als de
tegenwoordige weg van Meerssen naar Heerlen, dat is de weg,