denkt., dat Balthazar Beklcer hier rust, ’t zal hem door niets
te Jelsum worden gezegd. Ook Hinnema-state is verdwenen;
Hinnema-state, dat hem in gemeenschap met zijn’ zwager, Prof.
Bernardus Fullenius, toebehoorde en waar hij in de laatste jaren
zijns levens zoo gaarne de zomermaanden doorbragt. Hij heeft,
//met alien voorraad van brieven en papieren” herwaarts vertrok-
ken, de laatste deelen van zijn werk hier geschreven, en hij stond
gereed, zijn stille rustplaats weer op te zoeken, toen de laatste
ziekte hem overviel, die op den l l den Junij 1698 te Amsterdam
een einde maakte aan zijn veelbewogen leven. Zijn weduwe, van
moederszijde uit het geslacht der Donia’s afstammend, bleef met
haar dochters de state bewonen. Bij haar’ dood, in 1732, werd
het huis door haar’ zoon, destijds predikant te Jelsum, verkocht
en gesloopt. Op een kwartier afstands ten Oosten van de kerk
wijst men de plaats aan, waar het huis eenmaal stond, dat de
woonplaats der Hinnema’s en Donia’s en van Balthazar Bekker
is geweest.
Van Jelsum naar Corn jum is de afstand niet groot. De
weg wijst zieh van zelf. Wij hebben slechts naar het naast bijge-
legen jeiland over te steken. Toch duurt het langer, dan men wel
zou verwachten, eer wij Cornjum bereiken, omdat de weg nog
al kronkelt. Van het dorp loopt een lange vaart naar de Ee.
Eenige huizen zijn daar längs geschaard en aan de overzijde brei-
den de vruchtbare akkers van het Cornjumer Nieuwland zieh uit.
Zie, daar waait de vlag van den hoogen mast, op een dier akkers
geplant. Gestalten verdringen er zieh om heen, en wij zouden ’t
haast voor een dorpskermis houden, als daarvoor de menschen-
massa niet te gering en het rumoer niet te weinig luidruchtig was.
Weldra onderscheiden wij een span paarden, die een groot, kegel-
vormig rolblok rondom den paal doen rollen. Groote wagens staan
er bij en rijden af en aan. ’t Is koolzaad dorschen. Op een kleed
van zeildoek worden de stengels met rappe handen neergevleid
en weer weggenomen, als zij ledig zijn gedorscht. Alles is in be-
weging, ’t gaat vlug en vlijtig in zijn werk. Want er is haast
bij! ’t Is droog en heerlijk weder, maar wie zal zeggen, hoe lang
dat duren zal? Een opkomende regenbui kan groote schade toe-
brengen aan het zaad; daarom is het zaak, dat alles spoedig zij
afgeloopen. ’t Is altijd nog feest op de dorpen en de boeren-
erven, als het koolzaad wordt gedorscht. Daarom waait heden
de vlag vrolijk uit. ’t Is wel eens een feest vol brooddronkenheid.
De knechts en meiden werken hard, maar verlangen dan ook,
dat de jeneverflesch niet wordt gespaard. Daar de oogst bijna
overal te gelijk valt, is ’t voor den boer van belang, dat hij zijn
daghuurders in goeden luim houdt. Grof geld wordt er verdiend,
grof geld ook verspild — en nog veel meer dan g e l d gaat er
vaak bij verloren! Men zegt ons evenwel, dat het over ’t alge-
meen beter begint te worden.
’t Is een vrolijk tooneel bij het stille Cornjum, waar overigens
niet veel is te zien. Het kerkje tusschen hoog opgesnoeide iepen
is niet meer het oude, dat volgens sommigen reeds uit de 10ile
eeuw herkomstig was, maar, als van baksteen gebouwd, met vijf-
zijdig koor, zonder steunbeeren, met meer regt tot de 13de eeuw
moet gebragt worden. Wat Cornjum belangrijk maakt, is Marte
n a - s t a t e , dat in het digte hout nevens de kerk ligt, en
niets verhindert ons, de lindenlaan in te slaan, die ons weldra
brengt voor een’ steenen muur met een houten //poort” . Wij
komen op een ruim voorplein met stalgebouwen en bouwhui-
zen. ’t Ziet er wat ' verwilderd en min of meer zonderling uit.
De muur met zijn pilasters en Ornamenten heeft veel schilder-
achtigs; ook aan de stallen zijn bezienswaardige stukken. Maar
het heeft den schijn, alsof hier allerlei oude steenen in latere
bouwwerken zijn ingemetseld. Eenigszins vreemd zijn de wapen-
houdende leeuwen, aan den voet der gebouwen op de hoeken en
in de muren geplaatst. Zij behooren daar niet in de laagte en
zij zien er u it, of zij zieh daar niet te huis gevoelen. Het voorplein,
voor een deel nog met statige boomstammen prijkend,
tusschen kloek en eerwaardig houtgewas besloten, is half woes