den wij meer van den ernst, die aan liet landgoed eener oud adel-
lijke familie voegt. Maar nog eens, en nu in geleerd Latijn, dat
alle tegenspraak uitsluit: de ffustibus non est disputandum.
De kerk van Oud k e r k is geportland. Ook in dit opzigt ver-
schillen de smaken. Dat zij oud i s , is zeker, maar er is niets meer
van te zien. In den toren wordt tufsteen gevonden; het boven-
deel is in de 17äe eeuw vernieuwd en werd toen met een smaakvol
Gothisch ornament versierd. Een latere hernieuwing deed de bouw-
kunstige versiering van den W. gevel verloren gaan. De 0 , gevel
had, naar bet schijnt, gelukkig geen herstel noodig; daar is het
dus bewaard. Van binnen is de kerk net onderhouden. Er hangen
een paar rouwwapens van de familie van Sminia, eenige heerenban-
ken prijken e r , waarvan eene verdienstelijk gesneden i s , en ook hier
ontbreekt een groote grafzerk met het beeid van een’ ridder in
volle wapenrusting niet. Van het half uitgesleten randsohrift is
alleen te ,onderscheiden, dat Dorothea Feitsma, „Tjeerdt Walta
Wif,” daaronder sedert 1618 (of 38) rust. Op het kerkhof zijn
grafkelders, wier zerken de wapens van Sminia en van Haersma
Buma dragen.
In gedachten verplaatsen wij ous terstond naar Rinsuma-
g e e s t. Dat hebben wandelaars in de huiskamer voor. In de
werkelijkheid komen wij er zoo gemakkelijk niet. Lang en leelijk,
zonder schijn of schaduw van lommer of beschutting, is de weg,
die beide dorpen verbindt. Zijn wij nu, na onzen vluggen ge-
dachtesprong, te Rinsumageest? Wij zijn althans bij de kerk.
Van het dorp zien wij nog niet veel; dat ligt eenige minuten
verder. Kerk en school met onderwijzerswoning staan hier alleen.
Zonderlinge plaatsing! Maar zij geeft ons een’ blik te slaan in
de geschiedenis van het ontstaan der kerk. Niet altijd lag zij
zoo eenzaam in het veld. Een aantal verblijven van edellieden
omringden haar. Tusschen kerk en dorp prijkte nog tot 1834
Tjaerda-state met zijn tuinen en plantsoenen, met zijn poorthuis,
met zijn’ hoogen toren en het breede, läge woonhuis daartusschen.
Ten Westen der kerk lag de sterke stins der Juckema’s en ten
Noorden Eysinga, nog in de vorige eeuw een schoon gebouw.
Niet ver van daar had Melckema-state gestaan. Zoo was de kerk
te midden der edele huizen gesticht. Het was een Heerenkerk,
maar, daar zij zeer oud i s , en in haar soort zeer kostbaar was
gebouwd, moeten hier reeds vroeg rijke en magtige edellieden
hebben gewoond. Hun geweldige stinzen zijn verdwenen, —
verdwenen zijn de staten, die de versterkte kasteelen vervingen.
Verdwenen uit dezen omtrek zijn de nakomelingen der woelige
ridders, die hier elkander bestreden, elkander lagen legden,
elkander versloegen in eerlijken strijd of uit de verraderlijke
hinderlaag, —■ der onversaagde waaghalzen, die, met een handvol
volgers, uit Dokkum vijandige edelen weghaalden als gijzelaars
voor gevangen vrienden en magen, of om wier familietwisten
Oostergo en Westergo te wapen vlogen, Groningers enSaksersin
het land werden geroepen, — der kloeke strijders ook uit de
bange dagen der worsteling met Spanje, en der vroede staatslieden
uit den tijd van den bloei en het verval onzer Republiek. Maar in
Frieslands geschiedenis is Rinsumageest een merkwaardige piek, en
in Worp Tjserda, den prior van Thabor, gaf „Renismagest” aan
Friesland den schrijver eener vermaarde kronijk. Ook verbindt
zieh aan deze plaats de herinnering van het eens zoo beroemde
klooster Klaarkamp, in 1165 gesticht, de oudste en eerst-stem-
mende der Friesche abdijen, wier bewoners, aanvankelijk om
hun’ vromen levenswandel hooggeschat, zieh later als krijgshaf-
tige kampioenen der Schieringsche partij deden vreezen. Van
het rijke gesticht is evenmin iets meer over. De onderwijzer ver-
haalt ons, dat hij voor eenige jaren tegenwoordig was bij het
omwerken van een stuk lands, bij het klooster behoorende, en
toen een kist had zien opgraven met een goed bewaard lijk ,
nog met groote stevels aan de beenen. Bij de ruwe behandeling
der werklieden werden de overblijfsels verstrooid, eer er nog een
schets van te nemen was. — Maar nog staat de oude, hoogst merkwaardige
kerk van Rinsumageest, die welligt eenig onder de