hek; zwijgend en breijend zal zij, als zij ’t heeft opengesloten,
ergens in een hoekje verdwijnen, en als gij de ruine verlaat,
zidt gij gevaar loopen haar gansch te vergeten. Ook heeft de
afsluiting der rnine het voordeel, dat zij voor langzame maar
zekere slooping bewaard blijft. De tegenwoordige eigenaar, de
Heer de Villers Masbourg van Schaloen, houdt er, zooveel noo-
dig, maar niet hinderlijk, de hand aan. Enkele waggelende
en gescheurde mnurbrokken zijn met sterke ijzeren ankers en
Stangen zamengehouden, en gij dankt er hem voor. Alleenlijk,
als uw advies was gevraagd, gij zoudt vermoedelijk niet gestemd
hebben voor de plaatsing van dien kolossalen windwijzer, die
den aartsengel Michael voorstelt, op het hooge, ranke stuk dat
van den buitenmuur overbleef. Maar dit is een questie van smaak.
Het körte gras en een jong lariksplantsoen bedekt voor het
grootste deel de grondslagen, die van de oude buitenmuren nog
over mögen zijn, en er is niet veel meer te herkennen van de
werken, die het sterke slot beschermden, maar van het hoofd-
gebouw rijst nog een aanmerkelijk gedeelte fier en krachtig om-
hoog. Toen het nog in zijn geheel den bergtop kroonde, was
het een langwerpig vierkant gebouw, waarvan een der lange
zijden naar het stadje was gekeerd. ’t Had twee verdiepingen,
de hoogste met acht Gothische ramen nevens elkander. Een niet
zeer zware ronde toren sprong aan den N. W. hoek vooruit.
De hoofdingang was aan den achterkant, waar ook de groote
toren zieh verhief, naar het schijnt naast een’ lageren aan den
Z. W. hoek. Een vierkante toren, waarvan voor een deel het
muurwerk nog staat en waardoor tegenwoordig de ingang is,
was tegen de körte zijde van den Z. 0 . gevel gebouwd, Uit het
gewelf leidt nog een trapje naar boven naar een puinhoop, die
in der tijd tot een sluippoortje schijnt te hebben behoord, dat op
den bedekten weg voor het kasteel uitkwam. Een plein, met
een’ hoogen muur omringd, omgaf drie zijden van het kasteel.
Men kwam er, na een slingereud pad te hebben gevolgd, door
muren en bastions bestreken, door een poortje in een’ muur,
die den N. W. toren aan een’ zwaren halfronden, thans verdwenen
toren verbond. Bij dien laatsten sloot zieh de muur aan,
die längs de helling naar de Birkelpoort afdaalde en ongeveer
halverwege door een’ vierkanten toren versterkt was. Het plein
eindigde aan den Z. W. kant van den voorgevel in een rondeel,
welks kanonnen dreigend op het burgtpad waren gerigt. Daar
verrees een overblijfsel van een ouder kasteel, een stuk van een’
vierkanten toren, dat nog, van de overige ruinen afgezonderd,
de stormen trotseert, en door wiens open vensterboog een heerlijk
landschap als in een lijst wordt gevat. Aan den voet van dezen
toren lag de tuin van den commandant, tusschen den wal, die
hier het binnenplein omgaf, en den buitenmuur, die naar de
Grendelpoort liep en den bürgt aan de zijde van den Maastricht-
schen weg verdedigde. In bet midden der 17de eeuw, toen het
kasteel van Valkenburg zieh aldus vertoonde, was het sints lang
niet meer de zetel van een hoog adellijk geslacht. Het was de
woonplaats van den drost van Staatsch Valkenburg, maar het
was vooral een citadel, die een tamelijk sterke bezetting had.
Zijn rang als adellijk huis had het verloren, toen in het midden
der 14de eeuw de laatste mannelijke afstammeling der oude Val-
kenburgsche Heeren was gestorven en het, met het gansche land
van Valkenburg, in het bezit der hertogen van Brabant kwam. Wat
van het slot der Valkenburgsche Heeren in dit muurwerk mag zijn
overgebleven, laat zieh niet beslissen. In den loop der eeuwen,
sints hier voor het eerst de grondslagen van een’ magtigen bürgt
werden gelegd, totdat de Staatsche troepen de vesting in 1672
in de lucht lieten springen, was het, menigmaal belegerd, her-
haaldelijk verwoest en herbouwd, zeker voortdurend veranderd.
Maar wat herinneringen omringen ons'terwijl wij, het oude to-
rengewelf doorgegaan, in de nog goedbewaarde bogen der aloude
St. Joris kapel vertöeven, of ons neerzetten op het terras aan
den voet van den hoogen muur, die eens het gewelf der wapen-
zaal droeg! Hier is ’t een geliefkoosd plekje voor allen, die
Valkenburg bezoeken. ’t Is hoog genoeg om een ruim en heerlijk
uitzigt te vergunnen; ’t is niet zoö hoog, dat het oog over
een onbestemd en verward panorama weidt. Aan den voet der
m 23