een paar niet zeer opmerkelijke huizen en een nieuwe villa, die
wij met genoegen begroeten, maar ons al spoedig door een reeks
van eerwaardige, oud-Hollandsche buitengoederen voert.
Hier ligt Ve c h t v l i e t met zijn overplaats, die het terrein
der voormalige, voor eenige jaren gesloopte buitenplaats Vecht -
s t r oom beslaat,. Het huis van Vechtvliet, althans de gevel die
naar den straatweg gekeerd is(, is een zwaar, niet zeer smaak-
vol gebouw in overladen rococostijl, met een veel te groot, over-
dadig met krulwerk versierd Ornament aan de kroonlijst en nis-
sen met beeiden in de plaats van ramen aan weerskanten van de
deur. Beter en waardiger is de bouwstijl der vorige eeuw ver-
tegenwoordigd door het deftige huis van Ho f f w e r k met twee
uitspringende vleugels en een koepelzaal. Sints meer dan tachtig
jaren de woonstede der tegenwoordige eigenaresse, Mej. Laan
Willink, bewaarde het dien Stempel van rijken eenvoud, van
statige weelde, die zoo wel aan het erfgoed der grijze patricische
voegt. En in overeenstemming met het ouderwetsche huis is het
kloeke hout, dat het omringt, is de ingang door het ijzeren hek
tusschen zware steenen palen, is de lange, regte laan van de
overplaats, onder wier hooge gewelven de ramen der koepelzaal
het uitzigt geven op het land in de verte.
Het aangrenzend V ij v er hof heeft zijn oud geboomte be-
houden, maar zijn oud huis verloren. Dat werd in 1812 gesloopt.
De plaats, bij Over-Holland aangetrokken, bleef destijds gelukkig
in wezen. Voor eenige jaren is er een nieuw huis gebouwd, en
Vijverhof hernam zijn afzonderlijk bestaan. Grooten roem ont-
leende het schoone landgoed in het begin der vorige eeuw aan
zijne toenmalige eigenaresse, Agneta de Flines, die er eene
wijdvermaarde kweekerij van uitheemsche vruchten en gewassen
onderhield. Hier werden in 1700, vier jaren voor hären dood,
voor het eerst in onze luchtstreek ananassen tot rijpheid gebragt,
en op de gastmalen van vorsten en staatslieden prijkten de be-
wonderde vruchten, op Vijverhof gekweekt. Ter eere der (/Ne-
derlandsche Flora” werden gedenkpenningen geslagen, gelijk de
dichters haar verheerlijkten in thans vergeten liederen, maar de
overlevering, die aan de boorden der Vecht van zooveel bloedi-
gen strijd en zooveel droevige verwoesting heeft te verhaleu,
die ook van zooveel kinderachtige geldverspilling en van zooveel
jammerlijke verkrachting der natuur heeft te gewagen, zij bewaarde
trouw de herinnering aan zulke overwinningen op de
natuur, door den rijkdom en de volharding van de aristocratie der
Republiek hier behaald.
Ove r -Hol l a n d heeft ons ook van dergelijke, maar belang-
rijker veroveringen op het rijke gebied der plantenwereld te
verhalen. Zijn schoone koepelzaal bewaart de beeldtenis van een’
der vorsten der -wetenschap, die wel niet hier, maar toch elders
in ons vaderland, op een der trotsche buitengoederen een zijner
waardig arbeidsveld vond. ’t Is een eigenaardig portret, dat van
den jongen man met zijn ernstig en vriendelijk gelaat, met de
rendierpels om de leden en een plantje in de hand. Van 1736
tot 1738 was L i nna e u s , op aanbeveling van Boerhave, belast
met het bestuur van den hoogst belangrijken kruidtuin van
George Clifford, bewindhebber der O. L Compagnie, op het
landgoed de Ha r t e nkamp bij Vogelenzang. Meer dan een
zijner werken heeft hij daar geschreven en zijn afbeelding bleef
in de familie Clifford bewaard. Zoo kwam het op Over-Holland,
dat tegenwoordig een’ afstammeling der Cliffords toebehoort.
Een ander familiestuk staat in den breeden, marmeren gang
van het huis. ’t Is een schoon bewerkt borstbeeld van prins
Eugenius van Savoije, het geschenk van dien vorst aan een’
der voorvaderen van den tegenwoordigen bezitter, die hem met
belangrijke, maar vorstelijk onbetaalde geldsommen had onder-
steund. Over-Holland is een schoone plaats. Een rijkdom van
prächtig geboomte overschaduwt de breede slingerpaden en breidt
zijn breede kroonen uit over de Vecht. Het altijd eenigszins verdachte
sieraad eener kunstmatige ruine behoefde naauwelijks
te.' hulp geroepen te zijn, om den luister der plaats te verhoo-
gen, maar de poortboog naast den met klimop begroeiden ronden
toren onder het oude, wilde hout, is met genoeg smaak aange-
bragt, om althans geen’ hinderlijken indruk teweeg te brengen.