Den weg naar NederJandsch Mettray, de in menig opzigt
zoo gezegende kolonie, op de plaats van een der havezathen der
van der Capellens gesticht, slaan wij ditmaal niet in. Längs acca-
cia’s en seringen, die den weg versieren, straks längs de hooge
populieren, die den breeden straatweg omzoomen, eindelijk door
den nienwen aanleg, die van deze zijde Zutfens oude wallen en
grachten verving, bereiken wij de aloude hoofdstad der Graaf-
sehap, die ons zooveel te zien, te herdenken, te genieten gaf.
A AN TEE KEN ING EN.
De Graafschap Zutfen werd in den Gelderschen Volksalmanak van 1868
behandeld door J. H. L. v an de rSeha a f f . De oude geschiedenis der Graafschap
kon ik maar in zeer enkeie hoofdtrekken aangeven. Zij vereischt een
tal van genealogische onderzoekingen, die hier niet op hare plaats zouden
geweest zijn. Van Spaen heeffc in zijne In l e id in g tot de geschiedenis
van Ge lde r l and baan gebroken. Het nieuwste wat mij omtrent de
onde geschiedenis van Zntfen bekend is , is hetgeen Wi t k amp er over
schreef: Ge sc hiedeni s der 17 Nede r landen, Deel II, blz. 405 e. v.
Naar ik meen, kan eene naanwgezette studie over de afzonderlijke goederen
en regten medewerken tot de opheldering dier geschiedenis. Enkeie landgoe-
deren heb ik daarom in., deze aflevering een weinig nitvoeriger behandeld.
De eigenaardige toestand der Graafschap in overonde tijden blijkt o. a.
nit het Zntfensch leenregt, dat op een veel grooter aantal van oorspronke-
lijk vrije grondbezitters wij st, dan in het overige deel van Gelderland. De
Graafschap heeft ook hierin veel meer overeenkomst met Overijssel. In ’t
Zntfensche en in het Oversticht vond men de zadelleenen, wier beteekenis
Raeer verklaart. (Overijss. Gedenks t. IV, blz. 178.). Ook kende men in
de Graafschap de havezathen, en daar werd nog in den tijd der repnbliek
bezit van eene havezathe gevorderd, om in de ridderschap van het kwartier
beschreven te kunnen worden, terwijl elders in Gelderland genoegzaam land-
bezit voldoende was.
Omtrent de havezathe h e t V e 1 de. ontving ik , na het afdrukken van
afl. 5, door bemiddeling van den Heer G. J. N. Oudenampsen op Mooiland
onder Gojsel, nog inlichtingen, waar aan ik het volgende ontleen:
Hendrik van Suderaes droeg te Velde in 1326 als leengoed op aan den
graaf van Gelre en Zntfen. In 1378 kwam te Velde in handen van Luyt-
gaarde Kreynck. Haar broeder Jan doet den leeneed voor haar. Drie jaren
later blijkt zij gehnwd met Jacob, Heer Pelgrims zoon, ook genaamd Le-
ringh. Zij schrjnt geen kinderen te hebben nagelaten. Haar zwager Willem,
Heer Pelgrims zoon, genaamd Leeringh, werd in 1402 met het goed be-
leend en diens neef Gerrit in 1432. Een andere Willem Leringh bezat het
van 1475 tot 1501. Toen kwam het aan zijn’ zoon Andiies, en na diens kin-
derloos overlijden aan zijne zuster Gerberich, die met Hendrik • Bentinck gehnwd
was. Eene erfdochter der Bentincks van ’t Velde hnwde Gose wijn van
der Lawick, en hun zoon Jnrriaan Nicolaas verkocht het goed in 1647 aan
Theodoor van Pallant, wednwe van Dirk van Keppel. Na van 1662 tot
1694 in handen van . Hendrik Schimmelpenninck van der Oije te zijn geweest,
keerde het tot de Keppels terng en werd met de Voorst vereenigd, om in
1745 te worden verkocht aan J. A. H. 8. baron von Dorth. De bekende
baron van Heeckeren van Suideras, een van de hoofden der Prinsgezinden,
werd er in 1795 door de Patriotten gevangen gezet. Het Velde behoorde in
1802 aan Vronwe A. A. van Heeckeren, geb. Bouwer. Haar erfgenaam, Mr.
A. H. van Markei Bouwer, verkocht het in 1816 aan Jhr. Mr. L. C. J. van
Nispen, en deze in 1824 aan Mr. J. A. van Dijk, wiens weduwe het nog
bezit en bewoont.
Over Berend von Hackfort is o. a. te raadplegen: P. Ni jhof f, He t
v oorna ams t e n i t de geschiedeni s van Ge ld e r l a n d , blz. 307, de
Nav. VII, blz. 105 en 278; Groninger Almanak 1841, blz. 178. Of hij de-
zelfde is, die van 1548 tot 1553 ambtman van Overbetuwe was (Nijhoff ’s
Bijdragen, Dl. 5 blz. 175), weet ik niet.
Over het huis Hackfort is te vergelijken R. van d e r Aa , 'Oud-N e -
derland. Henricus van der Welle vind ik in 1319 vermeld. (Tijdrekenk.
Reg. van a l l e oorkonden i n he t stedeli j k a r chi e f van Zutfen
berustend.) Is ’t geoorloofd, van der Welle of van der Weelle te, houden
voor hetzelfde geslacht, dat ook van der Walle, to Walle, ten Walle heet,
dan behoorde Hackfort eertijds aan een oud Zutfensch geslacht, dat bij af-
wisseling een’ geschakeerden dwarsbalk en een half gekrukt kruis voerde.
(Herald. Bibi. 1873-, blz. 342 en 1875 blz. 43.) Uit dit geslacht kunnen
Hackfort en Baeck gesproten zijn, die allen den dwarsbalk voeren. De ge-
14