zoö werden ook hier de gezegende overwinningen behaald, die
geen bloed en schatten kostten, maar in ruil voor ’t uitgeschoten
kapitaal ook schatten terugbragten. Want rijk en vruchtbaar was
de grond, die op de Oude Maas werd veioverd!
Tusschen Rhoon en Poortugaal kwamen wij eene oude hooge
heerlijkheid voorbij. ’t Is Al b r a n d swa a r d , die in 1201 door
W outer van Egmond en Antonie van Gelmen tot heil der zielen
van hen zelven, van Hugo van IJselmonde en van hunne vrouwen
Mabilia en Helmich, aan de abdij ter Does bij Brugge geschonken
werd, en die in 1285 reeds sints jaren verpacht was aan Hendrik
Splinter, Heer Antonies zoon van Riede, voor tien pond Hollandsch
in het jaar. De waard was toen nog onbedijkt, want er werd be-
paald, dat de abt dien mögt bedijken of laten bedijken, als bij
wilde, in welk geval Hendrik Splinter van de pacht vrij zou zijn.
Albrandswaard, hoewel een hooge' heerlijkheid en ongetwijfeld
een niet verwerpelijke bezitting, heeft nooit een dorp noch heeren-
huis gekend. Wij behoefden ons daar dan ook niet op tehouden,
aangezien wij er niets zouden vinden, dat ons bijzonder aantrok.
En al blijft het land welig en van overvloed getuigend, met zijn
koolzaadakkers, met wier schitterend geel de boterbloemen in de
weiden schijnen te willen wedijveren, met zijn uitgestrekte boom-
gaarden en zijn welvarende hofsteden, — al blijven de zware
dijken met hun hooge iepen ons door hun eenvoudige majesteit
boeijen, waar zij de uitgestrekte vlakten afwisselen of omzoomen,
het landschap blijft betzelfde karakter dragen. Wij kunnen dus
den terugtogt aanvaarden. Daartoe _staat meer dan een weg ons
open. De naaste weg leidt ons, längs den slingerenden dijk, voorbij
de plaats waar eens Valckestein stond, hier tusschen wilgen met
notenboomen afgewisseld, daar voorbij de schilderachtige reeks
van huizen en schüren, hagen en hooischelven, die het gehucht
d e Hei d e uitmaken, ginds voorbij het niet schilderachtige maar
nuttige stoomgemaal aan de Koedood. Daar komen wij öp den
PERNIS EN HOOGVLIET. 229
grooten, inderdaad prächtigen dijk, dien wij verder tot Charlois
hebben te volgen.
Wij kunnen van Poortugaal ook naar Pernis. Dat gaat door
den polder, längs een’ meerendeeis open,soms met wilgen be-
planten, altijd uitermate kronkelenden grindweg. In dit land der
iepen zien wij ook längs dezèn weg eenige schoone exemplaren
dier gracieuse boomsoort met haar’ ranken, regten, als met
fluweel bekleeden stam en haar sierlijk gebogen takken. Wij merken
bovendien, digt bij Poortugaal, een’ zeldzaam zwaren en
indrukwekkenden noteboom op, die met zijn’ gegroefden tronk
en zijn krachtige takken wel voor den koninklijken eik kan door-
gaan. Op de ruime velden, hier meestal weiland, grazen de
runderen en huppelen de lammeren; de deftige oojevaar stapt er'
statig rond ; de gevlekte kieviet laat zijn’ eigenaardigen schreeuw er
hooren, en de Hollandsche nachtegaal zingt in de slooten.
Een trits van watermolens herinnert ons, dat wij in een polderland
zijn. Op eenigen afstand zien wij de roode daken en het
kleine torentje van Hoogvliet— de klemtoon valt o p v l i e t— en
de vreemd gevormde kerk van Pernis, met haar stompe toren-
spits. Bij de kerk komen yvij niet, als wij den naasten weg
houden. Ook die te Pernis ligt nagenoeg aan het einde van de
lange dorpsstraat, die längs den dijk is gebouwd. Wij kwamen
een paar kloeke hofsteden voorbij, en maken nu kennis met een
visschersdorp. Hier zien wij den Overmaasschen visseherman in zijn’
blaauwen boezeroen met omgeslagen kraag, zijn’ donkerblaauwen
duffel en broek, en het kleine ronde hoedje op het gebruinde
gelaat. Wij zien de sterke vischschuiten in de haven, en längs
de haven meer dan één huis, dat van welvaart getuigt in het
verguldsel aan deur- en schelknop en in de vergulde punten
van het ijzeren hek. Kunnen wij ons hier aan boord laten roeijen
van eene der voorbijkomende stoombooten, dan bereiken wij
Rotterdam op de gemakkelijkste wijze. Treffen wij geen boot,
dan moeten wij den grooten dijk volgen tot het stoomgemaal
bij de Heide.
De heerlijkheden Pernis, Hoogvliet en Poortugaal hebben