wil. En in 1669 verbrandde een belangrijk gedeelte van het
dorp, waarbij de oude Charters en bescheiden, in het regthuis
bewaard, werden vermeld. In November 1775 werd Rhoon door
een’ hoogen watervloed met ondergang bedreigd.
Niet ver van Rhoon ligt Poortugaal, vooral niet ver, hemels-
breedte, maar wie zieh voorstelde, dat de wandeling derwaarts
in een oogenblik volbragt was, omdat hij den toren van Poortugaal
op zoo körten afstand ziet, zou rekenen buiten den waard,,
— althans buiten de Overmaassche wegen. Gij meent, dat niets
eenvoudiger is, dan den weg te vinden. Gij behoeft maar op
dien toren aan te houden. Weldra splitsen zieh tvfee wegen. De
eene loopt in de goede rigting, de andere wijkt merkbaar af.
Gij kiest den eersten. ’t Blijkt u allengs, dat hij slingert en
kronkelt en u ten slotte in gansch verkeerde rigting leidt. De
andere zal aanvankelijk de aanwijzing om dien te kiezen een
dwaasheid doen schijnen in uw oog. Toch ziet gij, dat men u
niet bedrogen heeft. Werkelijk voert deze u regt op den toren
aan. Gij ziet dien reeds zeer nabij. Daarom zijt gij er nog niet.
Plotseling komt een groote bogt, weldra volgt-een tweede, en
hebt gij eindelijk inderdaad de plaats uwer bestemming bereikt,
dan hebt gij haar doorgaans reeds van alle kanten kunuen be-
zien. Zoo erg is ’t nu met den weg tusschen Rhoon en Poortugaal
niet. Kwamen wij van den kant van Pernis, dan zouden
wij nog meer worden rondgevoerd. Maar Poortugaal bereidt den
vreemdeling nog eene verrassing. Gij hebt eindelijk de plaats bereikt,
waar kerk en toren staan, en meent nu in het dorp
te zijn. Daarin vergist gij u. Het dorp ligt nog op eenigen afstand
, en ’t is wel mogelijk dat gij, door den weg naar de kerk
te houden, dien naar het dorp hebt gemist. Zoo is het zaak, in
’t Overmaas den tijd wat ruim te nemen! Van waar die zonder-
linge plaatsing van de kerk ? Daar was een tijd, toen zij nog niet
zoo eenzaam lag. Daar ginds, achter het koor, aan de overzijde
van den grindweg, rijst een heuvel, met vruchtboomen beplant.
Daar heeft eens h e t h o f te Po o r t u g a a l gestaan. Aan de andere
zijde der kerk, bij dien boomgaard, stond een klooster, —■
de piek draagt nog dien naam. Tusschen hof en klooster schijnt
eertijds een plantsoen van vermaak te zijn geweest, met een ko-
nijnenwarande. Die weide daar heet de Koni j nsbe rg. Niet
ver van daar ligt een stuk lands, dat O o s t d o r p wordt ge-
noemd. Daar zoekt men de plaats van het oude Poortugaal. De
bende, die in 1489 Rhoon heeft geplunderd, heeft ook Poortugaal
in de asch gelegd. Sints schijnt het dorp naar den dijk,
waarlangs nog de huizen liggen, te zijn veiplaatst. Een paar flinke
boerderijen en eenige burgerwoningen vormen de verbinding tusschen
kerk en dorp aan de eene zijde van het met klinkers bestrate
kerkepad. Aan de overzijde van het pad liggen boomgaar-
den en akkers. In een’ daarvan lag tot in den zomer van 1867
een oud en vervallen, maar voor een’ Schilder en oudheidmin-
naar hoogst aantrekkelijk gebouwtje. ’t Had twee rieten daken tusschen
twee paar puntgevels. De meeste ramen waren met planken
digtgespijkerd. Maar de versierselen van verschillend gekleurde en
in groote verscheidenheid geplaatste baksteenen boven de kruis-
ramen en onder de daklijst vormden het huis tot een schoone
proeve van den echt Hollandschen bouwstijl uit het begin der
17de eeuw. IJzeren muurankers vormden het cijfer 160, — het
vierde anker was verdwenen, —- zoodat het jaartal der stichting
tusschen 1600 en 1609 moet vallen. Volaor ens de overleverineo:
was het een slotje van den graaf van Egmond, en men vermoedt,
dat het hier was gebouwd om de nabijheid der door Lamoraal
bedijkte Beijerlanden. Dat het niet voor een gewone boerderij
was bestemd, en dat het uit ruime beurs was gebouwd, bleek
wel uit de prächtige dubbele bedstede, die in een der kamers
was aangebragt, blijkbaar tijdens de stichting zelve. Dit kostbaar
meubelstuk is van eikenhout, met ebbenhout ingelegd en met
ivoren knoppen smaakvol versierd. Schoon bewerkte gegroefde
kolommen dragen de rijk gebeeldhouwde kroonlijst. Een deur
tusschen beiden leidde naar den ingang der kamer, wier zolde