ring op de kroonlijst rustte. Thans versiert het de rariteitenka-
mer der stedelijke bibliotheek te Rotterdam en vond het een
waardige beslemming als bewaarplaats voor den hoogstbelangrij-
ken Hi s t o r i s c h e n At las . Een nog veel prächtiger kast moet
vroeger eveneens in het onde huis zijn geweest, maar reeds
voor jaren voor Engelsche rekening zijn gekocht
Meer dan eene boerderij in het Overmaas moet aan zoldering
en munrbeiimmering kunstige proeven van beeldhouwwerk heb-
ben bezeten. Men verhaalt ons, dat hetgeen op eene hofstede
werd weggebroken, om de kamer te moderniseren, waardig werd
'geacht om naar het prinselijk H u i s d e P a a u w te worden over-
gebragt; en dat de boerenstand in de 17äe eeuw zijn woningen
wel wist te versieren, wij vinden ’t o. a. bewezen door een ge-
schilderd glas, uit een niet zeer aanzienlijke boerderij nog over-
gebleven. Groote kunstwaarde heeft het stuk niet, dat den boer
met zijn vrouw en kinderen voorstelt — den boer met een groot
bierglas vol wijn in de hand en uit 1611 dagteekent: Maar
voor t kostuum is ’t belangrijk, en belangrijk ook als proeve
der weelde in die dagen. Alom werd trouwens van geschilderde
glasruiten veel werk gemaakt. Ook de oude secretarie te Poortugaal
was er mede versierd. Enkelen er van zijn nog overgebleven. En
in de kerk moeten zeer schoone glazen hebben gestaan. Zij werden
omstreeks 1830 voor spotprijs weggedaan.
He Poortugaalsche kerk, waartoe wij in gedachten zijn terug-
gekeerd, is een ruim kruisgebouw, dat, vooral aan het koor de
sporen van eerbiedwaardigen ouderdom draagt. Het is tegenwoordig
voor de gemeente veel te groot, maar was oorspronkelijk tevens
bestemd voor de inwoners, misschien ook van Pernis, zeker van
Hoogvliet, dat eerst in 1656 een eigen kerkgebouw ontving.
Langen tijd, althans nog tot 1500, behoorde de kerk te Poortugaal
onder het kapittel te Geervliet, dat er den pastoor aan-
stelde. Van een der pastoors en van een’ kapellaan zijn de graf-
zerken nog over. Vooral de eerste verdient opmerking, omdat
daaronder, ruim eene eeuw na den pastoor, een predikant werd
begraven en beider grafschrift er op vereenigd is. Een andere
zerk, van het jaar 1506, verdient welligt de aandacht der wapen-
kundigen om de zeer bijzondere wijze, waarop zij versierd is. Zij
draagt drie, nu ledige, Schilden. Twee daarvan staan boven elkander,
en vlak er tegen aan is een Jeruzalemsveer in loodregten stand
geplaatst. Onder het derde schild, naast en op dezelfde hoogte
als het bovenste, staat geen wapenbord, maar daaraan hangt het
gebroken rad van Ste Catharina met een zwaard in het middelpunt.
Eindelijk kan een liefhebber van raadsels zijn vernuft scherpen op
de verklaring van de opschriften op twee andere kleine zerken. Op
de eene staat:
A B C D E.
op de andere:
A B C D E F G H I .
A A B C D E F G.
Tegen den koormuur staan een drietal oude rouwwapens. Zij hingen
vroeger boven de grafsteden der familien Grijph van Valkestein ,
Boon van Engeland en Van Driel. De eerste familie bezat lang
het oude slot Valkestein, tusschen Rhoon en Poortugaal. Het is
in 1822 gesloopt. De piek waar het stond, bij een bogt van den
dijk, is nog te kennen aan het riet in de voormalige gracht. Bij
de slooping was het nog in denzelfden staat, als waarin het op
platen uit de vorige eeuw is afgebeeld. Het huis Engeland staat
nog als boerderij, maar heeft niets opmerkelijks meer. In Poortugaal
zelf was voorheen een kapel, waarin nog in de 16 de eeuw
dienst werd gedaan. ’t Is thans het gemeentehuis. Het oude torentje,
tegenwoordig in het gebouw introkken, draagt in lijstwerk en
digtgemetseld galmgat nog eenige sporen van ouderdom en van
zijn Vroegere bestemming. Volgens oude kaarten lag Poortugaal
voor eeuwen zeer nabij de rivier de Oude Maas. Bij den St. Eli-
sabethsvloed brak de dijk door, en een groote waal bij het dorp
wordt aan die geweldige overstrooming toegeschreven. Maar
onophoudelijk breidde zicb het voörland uit en werden nieuwe
polders ingedijkt. Zoo werd ook hier wgoud uit schuim” gewonnen *