zonderlinge en onheilspellende naam //De d o l l e h o e d” u niet af-
sclirikken. //Dolle” dingen gebeuren hier niet. Naar men zegt is
de naam ontleend aan een oud gebruik bij het kegelen. Wie
z/poedelde” , kreeg, onder ’t daarbij passend gejuich der mede-
spelers, een’ hoed op het hoofd. Dat het daarbij wel eens //dol”
mag zijn toegegaan, wordt door den naam der herberg althans
niet tegengesproken.
Ook van hier uit beklimmen wij de boschpaden nog niet ,
hoe zeer zij ons mögen aanlokken. Ook de grindweg heeft zijn
aantrekkelijkheid, nu hij, allengs klimmende, ons een ruim en
heerlijk uitzigt vergunt over de golvende vlakten en de glooijende
heuvels, op de bosschen, waaruit het huis van het landgoed de
Cloese te voorschijn treedt, op den Lochemschen berg met zijn
begroeide hellingen, op het hooge land met zijn houtgewas en
zijn talrijke molens en op den krans van eiken, waaruit de toren
van Lochern oprijst. En als wij nu het punt hebben bereikt,
waar de grindweg zieh bij den grooten weg van Zutfen aansluit,
dan treden wij weldra het stedeke Lochern binnen.
IN DE GRAAF S CHAP .
TWEEDE GEDEELTE.
Lochern is reeds eene oude plaats. In 1059 werden de tien-
den aldaar geschonken aan het kapittel te Zutfen, dat in 1134
ook de kerlc zelve van de gravi'n Irmgard ten geschenke ontving.
In 1233 verkreeg het stadsvrijheden en regten; bijna honderd
jaar later, in 1330, werd de stad bemuurd. Bijzondere Heeren
scliijnt Lochern nooit gehad te hebben, maar van ouds tot de
goederen der graven van Zutfen te hebben behoord. Als grens-
vesting, die de graafschap aan de zijde van het Oversticht dekte
en gelegenheid gaf tot aanvallen en strooptogten op het gebied
van den Utrechtschen bisschop, had de plaats in de middeleeuwen
vrij wat gewigt. Een breede gracht, door de Berkel van water
voorzien, omringde de sterke muren. Drie poorten, rnet valbrug-
gen sloten den toegang af. Hertog Karel van Gelre ontrukte in
1506 de belangrijke stad aan de Bourgondiers, die haar twee
jaren te voren hadden vermeesterd. Ook in den Spaanschen oorlog
was ’t bezit van Lochern voor beide strijdende partijen een zeer ge-
wenschte zaak. In 1«72 koos Lochern, evenals Zutfen, de zijde
van den Prins, maar de herovering van Lochern door Don Frederik
12