buitenlandscae reis bragt groote kosten en bezwaren mede, en
had de jonge koopman of geleerde in den regel eenige maanden,
zoo niet jaren, in den vreemde doorgebragt, als hij eens was
gevestigd, dan vloog hij niet jaar op jaar voor enkele weken of
dagen de grenzen over. Zelfs de schoone streken, waar in dezen
tijd de burgers der Amstelstad hun villa’s en optrekjes bouwden,
— Zeist en Driebergen, Velp en Oosterbeek, Baarn en
Soestdijk — waren te afgelegen voor den handelsman, die des
Zaturdags zijn kantoor sloot, om het des Maandags weer te
openen. De togt er heen, längs zand- of kleiweg, kostte te veel
tijd. Digt bij huis moest het gezöcht worden, . . . rondom Amsterdam
verrezen hun lust- en rustplaatsen. ’t Werd haast een
manie, een buitenverblijf te bezitten. De Spectatoriale geschritten
dier dagen zeggen er het hunne over. En werd er zeker ook vrij
wat knoeiwerk gebouwd, de landhuizen der aristocratie waren
niet voor tijdelijke verblijfplaatsen ingerigt. Zij bouwden er geen
villa’s , optrekjes, cottage’s: zij bouwden er hu i z e n , echte, dege-
lijke, hechte, sterke en weldoortimmerde huizen, gelijk men ze
stichtte op de grachten der stad. Men bragt er, wat de kunst
er kon brengen, wat de smaak er eischte, wat de rijkdom er
veroorloofde, en niet ligt was voor stadgenoot en vreemdeling
de bron van telkens nieuwe verbazing en bewondering uitgeput.
Reeds de Amsterdamsche buitensingel, die de stad omringde
met een krans van tuinen en zomerverblijven, gaf den kleinen
burger een zeer gewaardeerde wandeling voor Zondagmiddag of
zomeravond, en wilde hij zijn togten wat verder uitstrekken%e
Watergraafsmeer bood hem een gansche reeks van paleizen, wel
veertig m getal, längs de statige iepenlaan geschaard. In den
vrolijken Amstelstroom spiegelden zieh aan wederzij de hofste-
den, de speelhuizen, de plantagien. Langs den Amstelveenschen
weg pnjkten deftige buitenplaatsen in overvloed. Sloten en Osdorp
waren door lusthoven aan de lange voorstad, de Overtoom, ver-
bonden. Veel bezochte uitspanningen en kostbaar aangelegde
plantsoenen wisselden elkander längs de Haarlemmer trekvaart af.
De thans zoo eentoonige vlakte tusschen Diemerbrug en Weesp
17*