met wat daartoe behoort, zijn goed in de verw; paarden en runderen
zijn goed in het voer. ’[ Is een uitzondering, als men een
verwaarloosd erf, een verwilderd land, een verweloos schip, een
haveloos mensch ziet. Ik herinner mij niet, ooit een’ enkelen
barrevoeter ontmoet te hebben. De Friezen zijn liefhebbers van
heldere kleuren, zonder evenwel hun huizen zoo bont op te
schikken en uit te monsteren, als de Noordhollandsche boer in
„de Streek” . Groen en grijs en paarsch in allerlei nuances zijn
de kleederen hunner vrouwen en dochters. Deur- en vensterko-
zijnen hunner woningen steken door hün zuiver wit of licht geel
scherp tegen het donker groen der paneelen van deuren en luiken en
het rood van den baksteen en het schitterend blaauw van het pan-
nendak af. Roode gordijnen, door een’ koperen vergolden beugel
in het midden zamen genomen, versieren menig deurlicht en menig
glazenwagentje. Op den bak en de wielen hunner sjeezen brengen
zij gaarne vergulde randen. En dit een en ander is niet altijd smaak-
vol, doorgaans niet schilderachtig, maar ’t heeft die eigenaardige
schoonheid van reinheid en welvaart, die het hart goed doet. Het
spreekt van die liefdevolle gehechtheid aan wat men het zijne
mag noemen, die een der eigenaardigheden van het Friesche volks-
karakter uitmaakt.
Wij hebben overvloedige gelegenheid, deze en dergelijke op-
merkingen te maken, terwijl wij het vlek Heerenveen in een deel
zijner lengte en in zijn gansche breedte doorwandelen, en ook nog •
geruimen tijd, nadat wij zijn grenzen verlaten hebben. Want wij
zijn nog in lang niet op het open veld; althans längs den eenen
kant van den grooten weg strekt zieh nog een lange huizenreeks
uit. Onmiddelijk aan Heerenveen paalt het kleine dorpje h e t
Me e r , en daaraan weer een gedeelte van het zeer groote dorp
d e Kni jpe. ’t Blijft hier nog huis aan huis, alleen door erfjes
en tuintjes afgescheiden. Aan de overzijde der vaart, die nevens
den straatweg loopt, staan de boerderijen en arbeiderswoningen
verder uiteen. Een voetpad loopt daar längs, met tallooze brug-
jes over tallooze dwarsvaarten, die zieh uitstrekken te midden
van vlakke weilanden, tot in de verte de bosschen van het Oranjewoud
den gezigtskring beperken. Wij zijn hier te midden van
een landstreek, die. haar tegenwoordige gedaante en haar’ tegen-
woordigen bloei aan de prozaische, maar hoogst belangrijke ver-
veening dankt, ’t Was hier vroeger alles hoog veen, totdat in ’t
begin der 17ae eeuw de groote vaart, d e C om p a g n o n s v a a r t ,
gegraven werd met de ontelbare slooten, die den turf uit de
veenen naar de hoofdvaart moesten brengen. Hier is sints lang
de verveening afgeloopen en het land als weiland in gebruik;
elders zullen wij dit merkwaardig werk nog in vollen gang zien
en dan gelegenheid vinden, er iets naders van te zeggen. Onder
al de huizen, waar längs de weg ons voert, trekt niet een onze
bijzondere opmerkzaamheid, behalve welligt eene nieuwe boerderij,
op den hoek van een’ eindeloos langen, volstrekt kalen weg, die
dwars door het weiland op ’t Oranjewoud aanloopt. De boerderij
draagt met groote letters haar’ naam, d e H e r e e n i g i n g , in
den gevel, en wij willen haar te minder onopgemerkt voorbij-
gaan, omdat er eenigszins een historische bijzonderheid aan Verbünden
is, en daaraan is deze landstreek niet overrijk! Zij behoorde
in den tijd der republiek onder het Oranjewoud, toen de bezit-
ting en het zomerverblijf der Friesche stadhouders. De revolutie
kwam, en de vorsten van Oranje moesten als ballingen den
vaderlandschen grond ontvlugten. Hunne bezittingen werden als
domeingoed door de natie in beslag genomen, en in 1812 werd
het Oranjewoud in perceelen verkocht. Zoo werd ook deze boerderij
er van gescheiden, gelijk het geheele Oranjewoud in onder-
scheidene lustplaatsen werd gesplitst. Voor eenige jaren kocht haar
de Heer de Blocq van Scheltinga, van wiens buitenverblijf wij
de witte muren even uit den donkeren achtergrond van het bosch
zien te voorschijn komen, en hereenigde de plaats met een deel
van het goed, waartoe zij vroeger behoord had. Zoo heeft zij
ons een stukje onzer geschiedenis te verhalen en wel niet uit
dat gedeelte, dat het meest aantrekkelijk en verheffend i s ! Dan
hooren wij nog liever de vlakke velden en de regte slooten verteilen
van der menschen ondernemingsgeest en vlijt, waardoor de
onvruchtbare hoogeveenen in een rijke landouw zijn herschapen.