van schouten van Amestelle tot Heeren van Amstel hadden ge-
maakt, had Herman van Woerden met afwisselend geluk den
strijd tegen bisschop Jan van Nassau en graaf Floris gevoerd.
Maar op den duur waren zij tegen de wassende magt en tegen
de schrandere staatkunde des graven niet bestand geweest. Ver-
slagen en vemederd, moest Heer Herman als balling buitenslands
zwerven, en toen hij eindelijk den zoen met den graaf sloot,
was het alleen onder voorwaarde, dat hij hem al zijn goederen
opdragen en zijn slot te Woerden tot een open huis houden
moest, dat ten allen tijd ter ’s graven beschikking zou staan. De
magt van Woerden was gebroken, maar de wrok bleef en de
ho o p , het verlorene te herwinnen. De benoeming tot ’s graven
raad was voor den gebreidelden dynast een schrale vergoeding.
De ad e l, aan onaf hankelijkheid gewoon, wilde nog geen hofadel
worden! Daar wierp een grievende beleediging, Gerrit van Velzen
en zijne gemalin, volgens overlevering Woerdens dochter, aan-
gedaan, de vonk in de brandstof. De aanslag op Graaf Floris
werd beraamd, volvoerd. „Woerden fei” is een der meest verbitterden;
hij rukt den graaf den valk van de vuist en roept hem
toe, „dat zijn hooge sprongen uit zijn en hij hen niet langer
ringelooren zal.” Maar het doel der verbonden edelen wordt niet
bereikt. Zij kunnen Floris dooden, zij kunnen den stroom des
tijds, den loop der geschiedenis, niet keeren. Een’ tijd lang kunnen
zij nog groote verwarring teweegbrengen, maar Wolfert van
Borselen heerscht met ijzeren hand. Jan I I zet het werk zijner
voorgangers in Holland met kracht en wijsheid door, en Willem
I I I — Willem de goede Ipjlziet de vruchten rijpen van
het zaad, door Willem I I en Floris V gezaaid en gedrenkt met
hun bloed.
Graaf Jan II had Woerden in leen gegeven aan zijn’ broeder,
Guy van Henegouwen. Maar de toenmalige bisschop van Utrecht,
Willem, een zoon uit het strijdlustige huis van Mechelen, die
zelf liever het zwaard dan den kromstaf voerde, was de man
niet, om de oude aanspraken van het Sticht op Woerden te ver-
geten. Het land van Woerden werd afgeloopen, de verbitterde
krijg werd met afwisselend geluk gevoerd. Het kwam op een
veld, de Hoogewoerd genaamd, tot een’ beslissenden slag. „El-
lick dede sijn beste” , zegt Arent toe Bocop. „De bisschop zat
in zijn harnas op een’ schoonen, vluggen hengst, en zette zoo
tweemaal door zijn vijanden heen, ongewond.” Toen werd hij
van zijn paard ter aarde geslagen en stierf in zijn harnas „op
sinte Mertens Scuddecorfdaoh anno 1301” . Na zijn’ dood werd
Guy van Henegouwen bisschop en hield Woerden zoolang hij
leefde. Toen keerden stad en land tot de grafelijkheid van Holland
terug. Herhaalde pogingen om Woerden weer aan het Sticht te
breiigen , mislukten. Vooral in 1374 had de stad een zwaar beleg
te doorstaan. Stad en kasteel behoorden in ’t begin der 15‘le eeuw
aan den verkoren bisschop van Luik. Een afstammeling uit
het oude geslacht van Woerden, Heer Jan van Yliet, ruimde
hem met vergif uit den weg. In den geweldigen strijd, dien Ja-
coba van Beijeren met haar’ oom Jan van Beijeren en haar’ neef
Filips van Bourgondie had te strijden, wist Woerden een trac-
taat van onzijdigheid te sluiten. Niettemin moest er gewaakt
worden, want herhaaldelijk liepen geruchten, dat de Gelderschen
volk in, Woerden hadden geworpen en met plundering dreigden.
In 1433 werd de zoen tusschen Jacoba en Hertog Filips getroffen
, in Oct. 1436 stierf zij, en de strijd was beslist. ’t Is mij
daarom niet duidelijk, waarom, naar ’t verhaal van een’ ouden
schrijver, door vele lateren overgenomen, hertog Filips haar in
1441 veroveren moest. In den oorlog met de „oosterlingen” , — de
handelssteden aan de Oostzee, — in 1439, toen de Hollandsche en
Zeeuwsche schepen „den bezem in de mast” voerden, had stad
en land van Woerden een schip geleverd. Toen erkende zij dus
Filips’ heerschappij, en dat zij betrokken is geweest in de hevige
onlusten, die in Amsterdam en Leiden uitbraken, is mij ner-
gens gebleken. Trouwens, die begonnen ook eerst in 1443. Wij
laten dus voorloopig deze inneming maar van de lijst der krijgs-
rampen, die zij heeft te verduren gehad. Zeker is he t , dat zij
bij de laatste wanhopige worsteling der Hoekschen, in 1488, door
den wakkeren Jan van Montfoort overrompeld en genomen werd.