Hij hield het er twee jaren, maar eindelijk was Maximiliaan
van Oostenrijk hem te sterk. Hertog Albrecht van Saxen, de-
zelfde dien wij ook bij Beverwijk hebben aangetroffen, hernam
haar 1490. Die van Utrecht bleven het omliggende land met
strooptogten k wellen. Zekere Jan Boeijen vooral met zijn ge-
zellen roofde er dagelijks vee, en perste die van Woerden rant-
soenen af. Die van Gouda deden er groote schade in 1509 door
het sluiten eener sluis. De Gelderschen bedreigden haar in 1517,
zoodat bevel kwam, alle boomgaarden en „ruijchten” om de stad
uit te roeijen.
Zoo had de grensvesting ruim haar deel in de rampen van
den grensoorlog, die onophoudelijk onze gewesten teisterde. De
tijden veranderden, een grootscher strijd werd aanvaard, waarbij
al die nietige twisten vergeten zouden worden. Ook Woerden
had van Spaanschen moedwil te lijden. Jacobus Hegius van
Amersfoort verhaalt aan zijn’ vriend en neef Albertus Boll te
Utrecht, dat gisteren (d. i. 15 Nov. 1571) een braaf man bij de
poort van Woerden was doorstoken. De stad Woerden koos in
1572 partij voor den prins van Oranje. Maar zij was van te groot
belang, dan dat er geen ernstige pogingen gedaan zouden worden,
om haar weer aan ’s konings zij te brengen. Na ijverige
conferentiën met de Staten van Utrecht kwam de Markgraaf van
Megen zieh met een Spaansch leger neerslaan voor de muren, en
het löt van Zutfen en Naarden bedreigde ook Woerden. Het beleg
was lang en streng, broodsgebrek en geldgebrek begonnen
te heerschen. Gelukkig bragt de hoog gezwollen Rijn er een’ on-
gekenden overvloed van visch, en in den geldnood werd door
het slaan van eene tinnen noodmunt voorzien. De stad hield het
u it, het beleg werd opgebroken. — Minder gelukkig was Woerden
bijna een eeuw later. De Franschen waren in 1672 tot in
het hart der Vereenigde Provinciën doorgedrongen en hadden
Utrecht bezet. Woerden had hun de poorten geopend en s a u v e g
a r d e gekregen. ’t Ontving Fransch garnizoen en werd door allerlei
requisitiën jammerlijk uitgeput. De bedehuizen der Luther-
schen en Remonstranten werden tot hooischuren ingerigt, het
schoone stadhuis „door hun vuil verontreinigd” . E^h toen de
prins van Oranje een’ aanslag op Woerden beproefde, werd op
den toren der groote kerk een vuur ontstoken, dat hulp uit
Utrecht moest ontbieden, maar de spits in brand stak. Brandende
balken vielen op het kerkdak, en het oude gebouw, dat vier
eeuwen had gestaan, werd door het vuur vernield. Eindelnk
werd de stad 9 Nov. 1673 van de Franschen verlost, maar niet
dan “ dat de uitgeputte burgerij nog een oorlogsschatting van
loOOO gülden had moeten opbrengen. Sints dreigde haar no°-
meer dan eens brandgevaar. In 1794 hielden Pruisische troepen
m de Remonstrantsche kerk gelegerd, zoo roekeloos met de’
brandstoffen huis , dat de kerk zelve verbrandde en deRoomsche
kerk met een groot aantal huizen alleen door de uiterste krachts-
mspanmng behouden kon worden. In April 1798 redde de kloeke
moed van eenige artilleristen en burgers de stad van een onhei]
als wemig jaren later Leiden zou treffen. Een artilleriemagazijri
H B m ■ ■ daarbij stond een kruithuis, dat
180000 pond buskruit bevatte. Met verachting van alle gevaar
wisten de wakkere mannen den vuurgloed nog juist bij tijds te
bedwmgen. En m 1813 kwam de ramp van Woerden, die nog
met vergeten is! Het volk van Nederland stond op uit zijn ver
nedermg overal woei de driekleur en de oranjevlag weer uit
•maar Mohtor lag nog met zijn legercorps in Utrecht. De generaal
e Jonge ondernam en volvoerde een’ aanslag op Woerden. Was
het zooals sommigen mompelden, verraad? Was het onbekwaam-
ei of onachtzaamheid? De noodigste voorzorg werd verzuimd.
o ltor zond zijn vreeselijke „pupillen” naar Woerden ’t Was
een uitkomst voor Utrecht, dat met plundering werd bedreigd
maar bijna zonder slag of stoot waren de Franschen weer in
Woerden — en wat eilende hebben zij over de arme stad gebragt i
Alles werd geplunderd, lijfsieraden werden den inwoners met geweld
atgerukt zij zelven gedwongen hunne kisten en kästen te openen
hun kostbaarheden aantewijzen en te helpen bij het inpakken en
vervoeren er van. Op allerlei wijze werden zij gekweld en mis-
nandeld; zes en dertig personen, waaronder de R. K. priester in de