ook lederen brandemmers, vertegenwoordigers van de zoo .ge-
brekkige bluschmiddelen uit den tijd, toen Gouda zoo vaak door
brand geteisterd werd.
Herinneringen aan beroemde personen ontbreken in ’t Museum
n ie t: een groen glazen fleschje, door Jacob van Heemskerk ge-
bruikt, Leeuwenhoek’s zakmicroskoop, Bilderdijk’s zakglobe, —
aard- en hemelglobe tevens, ■—■ tafelscbel en cachet, van M. H.
Tromp, pistolen en degens van hem en Cornelis Tromp, een
paar pijpen van den schout-bij-nacht Bisdom, e n , wat meer van
belang is, teekeningen van door hem ontworpen scheepsmodellen.
Een nJacobakannetj e” rekenen wij hier niet b ij, al is het in de
gracht van ’t kasteel gevonden, en al is haar naam er aan verbonden.
Een stuk steen, jiiet ongelijk aan een half brood, vroeger
in het o u d e v r o uw e n h u i s aan den Kleiweg als een reliek
bewaard, herinnert de legende der rijke, onbarmhartige vrouw,
die in een tijd van zwaren hongersnood haar arme zuster brood
weigerde. En aan een bijna ongeschonden pannetje is de aan-
doenlijke geschiedenis verbonden van drie kleine kinderen, in
1821 in het Aalbakkerssteegje door een’ instortenden muur ver-
pletterd, terwijl zij in dit pannetje meel gingen halen, om een’
uit de dienst teruggekeerden broeder feestelijk te ontvangen. Ge-
tuigen uit overoude tijden van gansch anderen aard zijn het kolossale
schouderblad van een dier, dat in den omtrek moet zijn
gevonden, en de eerste turf, in 1380 uit den nu weer droogge-
maakten Zuidplas gestoken. Veronderstel, dat de echtheid ge-
noegzaam gebleken is; dat die turf zoolang zou zijn bewaard,
schijnt wel een weinig verdacht!
Met belangstelling bezigtigt gij eenige oude Charters op per-
kament en een paar belangrijke brieven, die betrekking hebben
op de geschiedenis der stad; maar gij vraagt misschien: „behoo-
ren die eigenlijk niet op ’t Archief, meer dan in een Museum?”
Op hunne plaats zijn hier enkele oude wapens, zwaarden, spee-
ren, kogels, een gegoten slang op houten voetstuk, een Deensch
zwaard van brons, hier vermoedelijk door een dier oude, gewel-
dige Noormannen achter gelaten. Als een merkw'aardigheid uit
nieuweren tijd weigert gij uwe belangstelling niet aan een’ drink-
beker van buffelhoorn, door een’ Goudschen burg er, den Heer
J. F. C. Prince, meegebragt uit Abyssinie, waar hij als gast in
het Engelsche leger den togt tegen den geduchten Negus Theo-
dorus heeft mede gemaakt.
Mij dunkt , niet onbevredigd verlaten wij het Goudsche Museum!
Het mag eene aanvankelijk zeer gelukkig geslaagde proeve
heeten om te verzamelen, wat hier en daar was verspreid. Blijve
het aanbevolen aan de liefde der Goudsche burgerij, en vinde de
ijverige commissie voldoening voor haar zorgen ten behoeve der
geschiedenis hunner in menig opzigt zoo belangrijke stad.
Het gebouw Ar t i e t Le g i staat op de groote m a rk t, het
ruime driehoekige plein, in welks midden het oude, schoone
Gothische raadhuis zijn ranke gevelspitsen verheft. De gevel is
niet ongeschonden meer bewaard. De oude kruisramen pasten
beter bij het geheel, dan de schrale spitsboogvenstertjes, en niet
zonder schade heeft de onvermijdelijke portland de afwisseling van
den rooden baksteen en den witten zandsteen vervangen. Ook zou
ik het gebouw zelf wat te hoog en te smal achten, om regt in-
drukwekkend te zijn. Maar met dat al bezit Gouda in zijn raadhuis
een gebouw, dat door weinigen van dien aard in ons vader-
land overtroffen wordt. In 1449 werd met den bouw aangevan-
gen. Naar men zegt, lag het weleer rondom in het water. De
gracht moet in 1603 gedempt zijn, en in plaats van de valbrugis
toen het bordes met zijn steenen trappen gekoinen. Aan den achterkant
is een groot schavot aangebragt, op steenen palen rüstende,
beneden tot koornbeurs ingerigt. Eens was de sierlijkheid der
strafplaats een eere voor de stad; tegenwoordig mag ’t voor stad
en land eene eere worden gerekend, dat het vervallen en ver-
dwijnen kon, als de ruimte daaronder niet nog hare vreedzame
bestemming had behouden. Achter het raadhuis prijkt de stads-
waag, in 1668 naar het ontwerp van den bouwmeester Pieter
Post gesticht en met beeldhouwerk versierd. Is het stadhuis wat