minderjarigen zoon Aernout de regering van het hertogdom Gelder
aanvaardde. Maar onder zijn bostuur werd zij ook weer verwoest
en tot den grond toe verbrand. Zijn zoon Frederik werd gevangen
genomen op het slot te Grave, met hertog Aernout van Gelder,
zijn neef. Willem koos de partij van den vader tegen Adolf en
begon wel zijn eigen stad te versterken, maar die van Utrecht
verhinderden h e t, en zoo werd het openliggende plaatsje in 1466
door de Gelderschen aan den ondergang prijs gegeven. Wel
werd in 1470, op bevel van hertog Karel den Stoute, de zoen
tusschen de Egmonds en de stad Utrecht gesloten, wèl werd die
gevierd met een’ grooten maaltijd, waarbij het huis Hazenberg
— toen het Utrechtsch stadhuis — de gasten naauwelijks bevat-
ten kon. Maar daarmede was de veete tusschen IJselstein en
Utrecht niet voor goed geéindigd. — Toen Karel de Stoute was
gesneuveld, braken de onlusten met vernieuwde kracht weer uit.
De Utrechtschen verdreven hun’ gehaten bisschop, David van Bour-
gondiè. Frederik van Egmond, nu Heer van IJselstein, koos de
zijde van Maximiliaan van Oostenrijk, die den verdreven kerkvorst
eindelijk met geweld weer in Utrecht bracht. In dien oorlog werd
IJselstein vruchteloos belegerd, Utrecht daarentegen ingenomen
en gedwongen, Frederik van Egmond als stadhouder te ontvangen,
deze weldra weer met zijn volk uit de stad verdreven, en zoo
duurde het jaren lang. In 1510 weer een aanslag op IJselstein
beproefd, in 1511 eene overrompeling van Utrecht, in hetzelfde
jaar nogmaals een zwaar beleg van IJselstein, met alle magt die
vereenigd kon worden, maar wederom te vergeefs, daar het Heer
Frederiks oudsten zoon, Floris, gelukte de bedreigde stad te
ontzetten. Maar nu werd eindelijk een vaste vrede getroffen, die
met groote plegtigheid den volke werd bekend gemaakt, en de rol
van IJselstein was uitgespeeld. Daar kwamen andere tijden. Keizer
Karel wist in zijn erflanden den vrede wel te doen bewaren, en de
baronie van IJselstein werd eenvoudig een rijke bezitting, het
stedeke de rüstige woonplaats van nijvere burgers en stillevende
renteniers. Het huwelijk van Willem van Oranje met Anna van
Buren, de dochter van Maximiliaan, de kleindochter van Floris
van Egmond, bragt de heerlijkheid aan onze stadhouders, tot-
dat de omwenteling er den laatste hunner van beroofde.
Allerlei günstige bepalingen voor wie er wilde wonen en hui-
zen bouwen, bragten IJselstein tot een’ zekeren bloei en deden
er die kapitale woningen verrijzen, die nog het plaatsje versieren,
waarvan er nu niet weinige ledig staan, voor geringen prijs te
koop of te h u u r, voor wie daar van zijn spaarpenningen leven
wil. Het slot werd slechts nu en dan door de prinsen van Oranje
bezocht; de drost der heerlijkheid had er zijn verblijf. Na de omwenteling
werd het staatseigendom en verhuurd. ’t Werd in het
begin dezer eeuw te koop aangeboden om te worden gesloopt.
Gelukkig had de toenmalige bewoner, Jhr. N. H. Strick van
Linschoten, heer van Bunnik en Vechten, er nog eenige jaren
huur aan, en dat schrikte de sloopers af. Jhr. Strick van Linschoten
werd eigenaar, en thans behoort het aan en wordt het be-
woond door zijne dochter, Jonkvr. L. E. Strick van Linschoten,
die het merkwaardig kasteel in goeden staat onderhoudt. Als
menschenhand het niet verwoest, dan kan het nog lang den tijd
trotseren.
Het stadje zelf heeft men spoedig gezien. Het tamelijk aan-
zienlijke gemeentehuis heeft een torentje en een hardsteenen bor-
des, dat met een reusachtig wapen is versierd. De Hervormde
kerk ligt vriendelijk tusschen ’t plantsoen, dat hier den ouden
stadswal heeft vervangen. De schoolkinderen speien er gaarne, en
jonge datnes oefenen er zieh in ’t edel croquetspel, waarbij al-
thans geen drukke passage hen hindert. Wie in IJselstein komt,
verzuime niet zieh de kerk te doen ontsluiten; wat daar binnen
is te zien, zou alleen wel de moeite der reis beloonen. Hier
zijn twee graftombes, waarvan de eene althans tot de belangrijk-
ste monumenten der oude beeldhouwkunst behoort. Tot voor
weinige jaren was de eene tombe, die toen in het noorderkruis-
pand der kerk stond, geheel verborgen onder zitplaatsen en na