van vischvangst kominorlijk leven moest. En zoo erg was liet er
°°k oiet meer, maar toch, voor de bedrijven des vredes was de
bodem nog altijd weinig geschikt, en de bevolking had zieh ge-
wend, in roof- en plundertogten wat meer overvloed te zoeken,
dan hun visscherij en hun luttel zoutbranden kon opleveren. De
betrekkelijk welvarende dorpen en hoeven van Ken ne merlan d
werden voortdnrend met een* overval bedreigd. Ook waren zij
van nature vijanden, sints de Hollandsche graven ook over West-
Friesland hun gebied wilden uitbreiden. ’t Is de vraag, of wat de
de West-Friezen v r i j h e i d noemden, wel iets was, waaraan zoo-
veel zou verloren zijn geweest. De geschiedenis le e rt, dat het
zoogenaamde „juk” der graven zoo drukkend niet was, en dat
ten gevolge van een krachtig en geregeld bestuur de welvaart
dag aan dag toenam. Maar stand'vastig verdedigden de Friezen
hun vrijheid, en al de eilenden van den grensoorlog werden in
deze streken van Kennemerland eeuwen lang ondervonden.
Dan kwamen onverhoeds, in den donkeren nacht, de ligtge-
wapende stroopers längs de smalle paden uit hun drassige velden.
En eer uit de bedreigde dorpen de noodklok klepte, gingen de
verspreide hoeven, straks de meer bijeengebouwde buurten, in
vlammen op. Dan flikkerde van de torens der kasteelen het
seinvuur, dan zaten de ridders en knapen ijlings o p , en dan
stormde de ijzeren ruiterbende längs den duinzoom of over den
geestgrond op de plunderaars los. Maar niet zelden kwamen zij
te laat. De bende was reeds weggetrokken met buit van huis-
raad en vee, van mondvoorraad en lijfgoed. Soms werden de
plunderaars verrast. Dan stoven zij uiteen, gelijk de musschen-
zwerm in wier midden de bassende jagthond plotseling rondvliegt,
en soms lieten zij eenige dooden en wat geroofden buit achter. Maar
voor lang is het niet! In de läge velden der West-Friezen is de
gehamaste ruiter met het zwaar gepantserd strijdros magteloos.
Daar is al het voordeel aan den kant der ligtgekleeden, der ligt-
gewapenden, die zieh vrijelijk bewegen over den bodem, waar
paard en ruiter in wegzinkt. Menig onstuimig edelman en vermetel
knaap vond er in de moerassen van Drechterland een’ roemloo-
NEDEBEAAG EN OVEBWINNING. 177
zen dood! En is de schare der ridders weer teruggetrokken,
w e ln u , het gaat er mee als met den brutalen musschenzwerm.
Zoodra de onwelkome bezoeker den rüg heeft gewend, gaan zij
weer hun’ ouden gang. Soms worden zij voor een weinig tijds
een weinig onder den band gebragt. Vooral sints de breede wa-
teren der ingebroken Zuiderzee hen scheidt van hun broeders
aan den overkant, vindt soms een Hollandsch graaf de gelegen-
beid, hen met schepen of over het ijs te overvallen. Dan onder-
werpen zij zieh. Maar vruchteloos sticht koning Willem bij Alkmaar
het sterke Torenburgt. Dat slot, dekt Kennemerland niet ge-
noeg en houdt den Fries niet in onderwerping. Koning Willem
zelf valt onder hun bijlen en knuppels bij Hoogwoude, ien toen
graaf Floris in 1272 zieh opmaakte met een magtig leger, om
den dood zijns vaders te wreken en het lijk zijns vaders te zoeken,
toen leed hij bij Vronen een geduchte nederlaag. Toen vlo-
den zijn ridders, geslagen en in verwarring, door de verbitterde
Friezen nagejaagd, totdat hier bij Heilo een versehe legermagt de
vlugtenden opnam en hun gelegenheid gaf, zieh te herstellen. Maar
toen werd ook een vreeselijke wraak genomen. H ier, op den
vasten grond, was alles in het nadeel der vorige overwinnaars,
die straks her- en derwaarts werden gejaagd en honderden lijken
op het slagveld lieten.
Van zulke tooneelen is ook het nu zoo rüstig Heilo getuige
geweest. Goddank, dat er andere tijden kwamen, en Kennemer
en West-Fries met en nevens elkander leerden werken en stridden
, als broeders, als kinderen van een vaderland!
Ziehier de kerk, op een’ heuvel gelegen, als van ouds in de
schaduw van het h out, « - de kerk, die reeds van eeuwen heu-
genis draagt, al is het zeker niet meer de Willebrordskapel.
Latere herstellingen bedierven den ouden vorm. De „portland” be-
dekte de steenen en beroofde ’t eerwaardig gebouw van den
Stempel, die honderdtallen van jaren er hadden achtergelaten.
12