kende gescliiedenis van het geuzenvrouwtje, dat den gehaten en
vervolgden schout in haar huis verborg in denzelfden schuilhoek,
waar zij hären man zoo menigmaaal tegen hem en zijn dienaars
verborgen had.
Gouda was altijd prinsgezind. Verbitterd over den noodlot-
tigen oorlog met Erankrijk in 1672, tot oproer overgeslagen door
het bevel, om de landen rondom de stad onder water te zetten,
daar de Franschen reeds in Oudewater stonden, dwong de bevol-
king de regering, om Prins Willem tot stadhouder uit te roepen.
En in April 1747 heerschte er wederom een hevige beroering
tot herstelling van het stadhouderschap. Vier geoomitteerden uit
Rotterdam waren het voorstel daartoe aan de Goudsche vroed-
schap komen doen, en den l sten Mei werd besloten tot de ver-
heffing van' Willem Karel Hendrik Friso. De opgewondenheid
sloeg toen niet tot dadelijkheden over, door den tact van den Hoofd-
officier. Zelfs was ’t den 4den Mei groot- en algemeen feest. De
klokkeu luidden, de huizen waren gelllumineerd, vuurwerk werd
afgestoken, en Ds. de Moor hield eene predikatie over Job XIX
vs. 25, die, zooals de berigtgever in de Nederl. Jaarboeken zegt,
„met smaak werd aangehoord.” Maar in den herfst van hetzelfde jaar
braken nieuwe onlusten uit: Ditmaal naar aanleiding van grove
.misbruiken, waaraan zieh de stadsregering schuldig maakte —
trouwens niet in Gouda alleen! —■ Den 28sten October wendden
zieh, op het voorbeeld van Rotterdam, een aantal burgers tot de
regering met het in onze ooren tamelijk zonderling luidend ver-
zoek, om alle stedelijke ambten publiek aan den meestbiedende
te laten verkoopen. Dat zou, naar de meening der adressanten,
een belangrijke som opbrengen en de bevolking bevrijden van
den 50sten penning, nu tot dekking der oorlogskosten geheven.
Dit was de uitgesproken bedoeling. Maar eigenlijk zat er iets anders
achter. Den 30sten October gaf „Claudius Civilis” uit „Chrysopolis”
(Goudstad) een’ brief aan den Heer „Justus Batavus” iq
het licht "wegens de noodzakelijkheid en de redenen van de
Bürgeren van Gouda, om bij Request te verzoeken, dat alle Amp-
ten verkocht zullen worden ten nutte van het gemeene Landt.”
Hij doet daarin een boekje open aangaande de wijze, waarop
eenige regeerders te werk gaan, dat zeker geen’ hoogen dunk
van hun eerlijkheid en regtschapenheid geeft, al schijnt het ook
dat de zoogenaamde c o n t r a c t e n va n c o r r e s p o n d e n t i e , —-
overeenkomsten van regeringspersonen, om elkander en elkanders
betrekkingen bij toerbeurt aan bedieningen en ambten te helpen, -4-
in Gouda niet werden gevonden. Niet alleen, zoo wordt geklaagd,
dat „Moffen en Knoeten” aan de burgers werden voorgetrokken,
maar wie een stedelijk ambt begeerde, moest met de beurs bij
Burgemeesters komen. Een van de Geregtsboden b. v. (de eenige
van de zes, die geen „Knoet” was) moest aan de twee zoons
van een’ Burgemeester jaarlijks twee honderd gulden uitkeeren.
De man „die aan den IJsel een mensch voor twee duiten over
moet zetten,” moest wekelijks bij den Burgemeester zes stuivers
brengen. Een zakkedrager moest des Zaterdags voor ’s Burgemeesters
meiden water komen scheppen. Een timmerman moest,
als de Burgemeester getimmerd had, quitantie geven, zonder geld
te ontvangen, om door dat iniddel s t a d s F a b r i c q te worden.
Een ziekentroostersambt wordt geschat op 100 Rijxdaalders, enz.
cnz.l | l B iGeen wonder, dat een „Kalis” , die een 3000Ö gulden
van zijn’ vader had geerfd, maar overigens noch erfenissen had
gekregen, noch koophandel gedreven, (in effecten speculeerde
men toen nog niet) aan elk zijner drie kinders 80.000 gulden
naliet! Zoo veel had immers ’s mans zoon niet kunnen verdienen
met de 25 of 30 guldens, „die hij jaarlijks nog trekt als keur-
meester van de nüchtere kalven.” En zoo heeft Claudius Civilis
nog m e e r, dat waarlijk niet maisch i s , maar vermoedelijk niet
gansch onverdiend. Toen het request was ingediend, trokken een
twaalftal der onderteekenaars zieh terug en verzochten, dat hun
naam geschrapt mögt worden. Deze „laag-gezielde en trouwlooze
burgers” kregen in een volgend blaauwboekje, —, niet onwaar