beide tegenwoordigen vervitngen. Wij hebben ze reeds van verre
gezien, de twee hooge, roode kolommen, met een zonderling
hekwerk omkleed, waardoor zij u aan een paar reusaehtige ga-
renwinders doen denken. Dat hekwerk, evenals de roode k le u r,
moet dienen, om hen overdag uit zee beter zigtbaar te maken.
Zij ontvingen hun wanstaltig omhulsel, toen voor eenige jaren
de reusaehtige houten dagbaak, die op een hooge duin uren ver
reeds in het oog viel, door den bliksem getroffen en door brand
vermeid was.' Bij nacht is Egmond kenbaar als een vuur van den
eersten rang, bestaande uit twee vaste, witte lichten, 310 meters
van elkander, zigtbaar op 4 a 4 i D. mijl afstands in zee. ’t Is
een k a t a d i o p t r i e k licht, d. i . : eene vereenigiug van reflector
en lenticulair lichttoestel.
Den noordelijksten der beide torens gaan wij bezoeken. De
halve dorpsjeugd schenkt ons welwillend haar geleide , voor haar
gebedel een voorwendsel neinend in ongevraagde en volstrekt
overbodige inlichtingen, en het afwisselend door onderlinge vecht-
en stoeipartijen. Het rulle pad naar den steilen duintop is beklommen.
Laat ons hier een oogenblik rondzien. ’t Is het wel
waard! Aan onzen voet iigt, als in een vallei, het dorp met zijn’
verwarden klomp huizen. Roodbruin in alle nuances is de hoofd-
kleur. Rondom breidt regts en links de wonderbare duinwereld
zieh >i i i , een verwarring van heuvels en dalen, een mengeling
van geel en graauw en vaalgroen. Hier en daar steekt een witte
blinkert er scherp tegen af. ’t Is als eene zee, die plotsehng m
haar woelen werd vastgehonden. — Niet v e r s t e e n d, zooals ik
het in der tijd zoo wonderbaar misleidend in het hooge Noorden, aan
de Noorweegsche kust van het Vestfjord, heb gezien, waar het
was, of de zwalpende, de rollende, de schuimende, ffe bre-
kende golven met een’ tooverslag in graniet waren veranderd.
Hier is de zee z a n d geworden; als het stormt, nog woelig,
onbestendig, verstuivend voor den wind, n u , op dezen kalmen
najaarsdag, rüstig als de zee zelve, die sluimert en schittert on-
1 Op de teekening van den van Speijks toren is het hekwerk weggelaten.
der den fijnen grijsblaauwen hemel. En gelijk het oog, wijdend
over de zee, haast geen grenzen ziet, gelijk in de verte haar
licht ineensmelt met het licht, dat aan den hemel tin te lt, zoo
breidt zieh, buiten de grenzen der duinwoestijn, de bewoonde
wereld in haast onafzienbare verte ui t , tot waar de groene vlakte
evenzeer ineensmelt met de lucht. Een enkel punt trekt het oog
tot zieh, zooals een schip op zee het zou doen. ’t Is de hooge
kerk van Alkmaar. En digt in onze nabijheid, op den duintop
aan de overzijde van de dorpsstraat, stijgt de roode kolom van
den Zuider vuurtoren hoog in de lucht. De afstand is 310 meters,
wel geteld, volgens de officiele opgave; maar wat zegt dat in
een ru im te, die uren bij uren omvat! Ylak voor ons rijst de
Noorder toren. Het boveneind is de schacht van een zuil van onbe-
kende bouworde | het benedenstuk, rondom den voet aangebragt, is
een toestel , dat het meest aan een grafmonument in Egyptischen
stijl herinnert, Toch is het geen graf, maar het bewaart de her-
innering aan een’ roemrijken doode. In de dagen der opgewon-
denheid over v a n S p e i j k ’s heldhaftige zelfopoffering ontving
deze vuurtoren zijn’ naam, mitsgaders het Egyptisch toevoegsel,
een’ gebronsden ijzeren leeuw van 18000 pond, en een lauwer-
krans op de schacht der kolom. Op het voetstuk van den toren
staan opschriften, vermeldende in het Latijn en in het Neder-
landsch, wat van Speijk heeft gedaan, hoe deze vuurtoren, uit
vrijwillige giften van het College Zeemanshoop en andere bewon-
deraars van den jeugdigen h e ld , door koning Willem I tot een
nationaal gedenkteeken werd hervormd en ingerigt, en dat het
in den jare MDCCCXL is ingewijd. Ook de steenen kunnen
onwaarheid spreken. Let er op, dat achter de L de punt ont-
breekt. In Arabische cij fers overgezet, zou het zijn: i n g e w i j d
184? Men heeft het jaartal der inwijding wijselijk opengelaten,
het kon dan worden ingevuld, als de toren ingewijd was. Maar
dit is nooit gebeurd! En dat is ook karakteristiek. Koning Willem
I deed in het jaar 1840 afstand van de regering. De op-
gewondenheid over 1880 en 1831 was ganschelijk vöorbij. De
reactie was gekomen, en ook aan van Speijk en den tiendaagschen
14*