Verlaten wij het kerkhof, om het dorp E gm o n d - b i n n e n
op te zoeken, dan voert ons de weg over eene met iepen en
linden beplante vlakte. Dit was h e t K r i j t of de Kr i j t h o e v e ,
van ouds de plaats waar de kampstrijd werd gehouden, als het
godsoordeel met de wapenen werd ingeroepen. — ’t Blijkt uit
oude grafelijke rekeningen, dat nog al dikwijls iemand ten kamp
werd aangesproken, en de graaf hield er ook een’ eigen „kemp”
of kampvechter op 11a. - - En ’t mag ook wel meer dan eens
gezegd kunnen zijn:
Tot Egmond op ’t Krijt is ’t een lustig tornier.
Ook over den eigendom van dit veld hebben de Heeren van Egmond
met de abten langen tijd getwist. Ten jare 1451 beslisten
een aantal edelen, als scheidsregters opgeroepen , dat het den Heer .
behoorde, maar dat hij ’t niet bebonwen noch beplanten mögt.
Een paar eeuwen later werd het niettemin door het dorpsbestuur
beplant. Trouwens J abt'en en Heeren behoorden toen met hun twisten
reeds tot de geschiedenis. Maar met hen waren niet alle twisten
verdwenen. Over den eigendom der boomen was een dertig jaren
geleden weer verschil tusschen de gemeente en de ambachtsvrouw,
dat niermede eindigde, dat de gemeente haar eigen boomen voor
700 guldens koopen moest._
Het dorpje E gm o n d - b i n n e n , dat tusschen het kerkhof
en de hooge duinen als in een boschrijk dal ligt, heet ook wel
G r o ö t -E gmo n d . Groot is het evenwel niet, maar vroeger
breidde de bebouwde kom zieh vrij wat verder uit dan tegen-
woordig. Namen als de V i s c hm a r k t en de Do e l e n herinneren
aan bloei en krachtig gemeenteleven in dagen, toen de Vischmarkt
nog iets anders was dan een weg, en de Doelen lets meer
d an' een kampje land. De zware muren en groote kelders
van sommige huizen bewijzen ook, dat zij voor een andere be-
stemming zijn aangelegd, dan voor arbeiderswoningen of dorps-
winkeltjes, en spreken van den tijd , tpen hier aanzienlijke koop-
lieden hun zomerverblijven hadden, zooals weleer Izaäk le Maire,
en zoo als een paar andere familien, die nog in het begin dezer
eeuw er het schoone jaargetijde doorbragten. Hier stond ook
eens een gasthuis, waarvan de fondsen spoorloos verdwenen zijn,
maar dat zelf welligt nog over is in een huis, dat tot voor eenige
jaren nog eene bovenverdieping vol bedsteden had. Egmond-binnen
is van een bloeijende en belangrijke plaats tot een klein en
tamelijk vervallen dorpje afgedaald. Het heeft dan ook veel geleden.
In 1315 werd het door de stroopende Westfriezen in de
asch gelegd. Twee eeuwen later kwamen er de geduchte zee-
schuimers van l a n g e n P i e r , en nevens de geplunderde abdij ver-
haalden de rookende puinhoopen van tachtig huizen, wat eilende
de twisten der vorsten over de Volkeren brengen. In 1573 staken
de aftrekkende Spanjaarden het dorp in den brand, gelijk
längs hun’ weg te Wimmenum, Rinnegom en Baccum de roode
haan overal kraaide, en tfde arme, verbrande huijsluijdeu” hadden
zieh met wijf en kinders en enkele in der haast geredde runderen
binnen Alkmaar in een hoop hutten neergeslagen. Toch herstelde
zieh Egmond telkens weer. De sohoonheid der landstreek, de
frissche gezonde lucht, trok de regenten en de handelaars uit
de steden herwaarts. Tal van buitenverblijven verrezen weer in
den omtrek. Nabij het dorp, aan den heerenweg., lagen de plaat-
sen Z e l d e n r u s t en Wa t e r r i j k en ten Z.W., waar nu nog
de boerenhofstede d e P l a a t s ligt, prijkte eens het schoone huis
der ambachtsheeren, het statig Vr e d e n s t e i j n , met zijn tuinen
en bosschen. Dat gaf leven en welvaart, gelijk ook een tweetal
vermaarde linnenbleekerijen velen werk gaf en brood. Maar het
laatste jaar der 18e eeuw zag hier den wortelstrijd tusschen de
Anglo-Russen en de Gallo-Bataven en daarmede den ondergang
van Egmonds bloei. De buitens werden geschonden en verlaten.
V r e d e n s t e i j n stond nog tot 1821, toen werd ook dit laatste
overblijfsel van voormalige grootheid gesloopt.
Wandelen wij nu het dorpje eens door — ’t is spoedig ge-
daan! — dan vertoont het zieh nog niet onbevallig, gelijk het
met zijn breede dorpsstraat zieh uitstrekt längs den zandweg,
met gras omzoomd en met een voetpad aan wederzij, verscho-
13*