der barmhartigheid pleegden. Daarnevens staat de voormalige
Gasthuiskerk, vroeger behoorende aan de Waalsche gemeente,
in 1817 door koning Willem I aan de R. Catbolieken geschon-
ken, op een wijze, die niet zonder zeer ernstige tegenspraak
bleef, daar de gemeente zieh bezwaard gevoelde, dat haar leer-
a a r, tegen zijne en hare begeerte, gepensioneerd en haar kerlc-
gebouw haar ontnomen werd.
Is het nu niet des Woensdags tusschen 12 en 2ur e, danmoe-
ten wij de Oosthaven nog wat verder op, om den custos der
librve te verzoeken, dat hij ons het heiligdom oritsluite. Gewei-
gerd wordt het niet, maar de vreemdeling moet zelf maar trachten
uit te vorschen, waar hij dien beambte heeft te vinden. De
catalogus der boekerij vermeldt, dat de ingang is tegenover de
•kosterswoning, maar aan dien ingang heeft men niet veel, wan-
neer hij gesloten is. De toegang tot de librye was vroeger in ¡de
kerk, door een ouderwetsche deur, waar boven nog te lezen sta a t:
L ib r y e ,
DlSCERE NE CESSES. ■vAef i-fe i
Zij behoorde dan ook vroeger aan de kerk. De grondslag der
boekverzameling was gelegd door de boekerij, die de onderpastoor
der St. Janskerk, Roelof Jansz. van Monnikendam, haar gelegateerd
had; geschenken en erflatingen hadden haar in den loop
eener eeuw belangrijk genoeg gemaakt, om ten hären behoeve
in 1647 het locaal in te rigten, waarin zij nog wordt bewaard.
Het vertrek maakt een’ eigenaardigen indruk. Het is ons, of wij
in eene oude kloosterbibliotheek zijn verplaatst. De steenen vloe r,
het ronde verwelf,'de kleine vensterramen, de schouwe in den
hoek, het sobere ameublement, dat behalve de boekenkasten längs
den wand en de dubbele kast in bet midden, uit een’ lessenaar
onder de ramen, een’ ouden kachel en een tafel voor het vreem-
delingen-boek bestaat, vormt een schilderaöhtig geheel. Comfort
is er niet veel. De weelde van een’ geleerden bibliothekaris ver-
oorlooft Gouda zieh nog niet. Maar de custos is dienstvaardig,
hij heeft hart voor de zaak en van zijne bibliotheek is hij genoegzaam
op de hoogte. Den gewonen bezoeker laat hij de be-
langrijkste drukken en boekwerken zien. Ook de handschriften
en plaatwerken zijn op aanvrage te bezigtigen, en wie voor zijn
studie een of ander noodig heeft, vindt de libryemeesters altijd
bereid, het gebruik er van toe te staan. Gelijk te verwachten i s ,
men vindt hier vooral godgeleerdheid en kerkgeschiedenis, na-
tuur- en geneeskunde uit de 16(,e en 17de eeuw vertegenwoor-
d ig d , ook door enkele belangrijke handschriften. Menig foliant,
met zijn’ verouderden inhoud, geniet dan ook een ongestoorde
rust. Voor de geschiedenis van Gouda, bepaaldelijk van de Goud-
sche boekdrukkerijen, is de verzameling van groot gewigt. Men
heeft zieh toegelegd op het bijeen brengen van alle voortbreng-
selen der Goudsche drukpers uit de 15de eeuw en op het ver-
zamelen van wat op de stad zelve, haar gebouwen, haar beroemde
inwoners enz. betrekking heeft. Bovendien is in den laatsten tijd
het voornaamste aangekocht, wat op het gebied van geschiedenis
en letterkunde in Nederland in het licht verschijnt.
Een overzigt, van hetgeen de bibliotheek bevat, zou hier niet
op zijne plaats zijn. Martinus Nijhoff in den Haag heeft in 1874
den uitvoerigen catalogus bewerkt en uitgegeven.
Sints den Koningsdag, 12 Mei 1874, telt Gouda een zeer be-
zienswaardige inrigting te meer, die nevens de librye genoemd en
bezocht verdient te worden en daarmede in zekeren zin een geheel
uitmaakt, omdat zij evenzeer betrekking heeft op de geschiedenis
der stad, haar kunst, haar nijverheid, het huiselijk en open-
baar leven harer burgers, haar groote mannen, haar in menig
opzigt merkwaardig verleden. Op dien 12dei1 Mei 1874 werd in
het gebouw A r t i et L e g i op de groote markt het Stedelijk Museum
geopend, d a t, hoewel nog in zijn begin, toch reeds op eervolle
vermelding regt heeft en een bewijs te meer is, van hoeveel belang
het moet worden geacht , als in de steden — en waarom
ook niet in de dorpen ? — eene verzameling wordt aangelegd