6 G ESCHIEDENIS VAN BEVERWIJK.
misschien te eeniger tijd ons te stade kan komen. Ditmaal ver-
genoegen wij ons met de enkele aanwijzing, met een’ enkelen
blik op het drooggemalen Wijkermeer en treden Beverwijk binnen.
Wat is Beverwijk? Een stad? Daartoe is het wel wat klein,
al zijn er nog kleiner steden. Een dorp? Daartoe is het wel wat
groot, al zijn er nog grooter dorpen. Yoor dergelijke halfslach-
tige plaatsjes heeft men den naam v l e k bedacht. De tegenwoor-
dige wet kent geen steden of dorpen of vlekken, maar alleen
g eme e n t e n . In vroeger tijd behoefdemen niet te vragen, of eenige
plaats een stad of dorp was. De stad of //poorte” was een ver-
sterkte plaats, met zeer bepaalde en hoog gewaardeerde regten.
Stadsregten heeft Beverwijk bezeten, een s t e d e wordt het in mid-
deleeuwsche oorkonden genoemd. Het zegel der stad vertoonde
in 1332 drie naast elkander geplaatste lelien, waaronder een
langwerpig vierkant blokje. Het was in 1347 belangrijk genoeg
om aan Amsterdam zijn hulp te beloven tegen die van Deventer.
Later kon Amsterdam zieh wel alleen redden, en tegenwoordig
is gelukkig van een’ oorlog tusschen de hoofdstad en Deventer
geen sprake meer. Ten jare 1468 werd het gerekend als de
tiende stad in Holland, die onmiddelijk op Alkmaar volgde en
nog elf andere Hollandsche steden voorging. Of Beverwijk ooit
een /;poorte” is geweest, dat is , een met wallen en poorten
versterkte stad, schijnt intusschen onzeker. Beverwijk behoorde
onder de talrijke plaatsen, waar Wolfert van Borselen zieh regten
en inkomsten wist te doen geven door graaf Jan I , die zijn’
geduchten gunsteling en beschermer weinig dnrfde weigeren.
Misschien had het vroeger aan de Zaendens behoord, die in den
moord van Horis V waren betrokken en daarom hunne bezittingen
hadden verloren. De beroemde Jan van Beaumont, de ridderlijke
broeder van graaf Willem I I I , bezat later de heerlijkheid, die
door zijne dochter Johanna gebragt werd aan haar’ echtgenoot,
Louis de Chätillon, graaf van Blois en Avesnes. Sints droeg de
uitgestrekte heerlijkheid, waarvan Beverwijk de hoofdplaats was,
den naam van het b a l j uw s c h a p v an B l o i s , ook toen zij om-
streeks 1400 bij de grafelijkheid van Holland werd ingelijfd. Door de
HET ZOMEEHUISJE VAN WOLFF EN DEKEN. 7
krachtige vertoogen der regering van Beverwijk ging de in 1724
voorgenomen verkoop der stad als ambachtsheerlijkheid aanvan-
kelijk wel niet door, maar Mr. François van Harencarspel, oud-
schepen van Amsterdam, die de lustplaats d e S c h a n s bewoonde,
kocht haar niettemin in 1730. Onze oude patriciërs voerden zeer
gaarne den luid klinkenden titel eener heerlijkheid K | | De prächtige
zwart marmeren tombe dier familie versiert de Hervormde
Kerk. In 1834 zijn de laatste heerlijke regten door het gemeente-'
bestuur afgekocht, hoewel de tite l, H e e r v a n B e v e r w i j k , nog
schijnt gevoerd te worden.
Het vlek Beverwijk bestaat hoofdzakelijk uit een lange,
breede, regte stra a t, in ’t midden met twee rijen iepen boomen
beplant, ter wederzijde met flinke, deels zelfs schoone huizen
bebouwd, die aan de plaats een welvarend voorkomen geven,
maar ook menig oud, schilderachtig geveltjë wacht nog op het
penseel van Weissenbruch. Nagenoeg evenwijdig met deze straat
loopt ter regterzijde een haven, vroegér met de Wijkermeer
verbonden, terwijl ter linkerzijde eene zijstraat voert naar de
nieuwe Roomsche kerk, in 1840 gebouwd op het terrein van de
buitenplaats L om m e r l u s t , waar de vriendinnen WolfenDeken
jaren lang hebben gewoond en haar beroemde (ook nog bekende ?)
romans S a r a B u r g e r h a r t en Wi l l em L e e v e n d schreven.
Het woonhuis is tegenwoordig de pastorie der R. C. gemeente,
en in den grooten tuin, maar niet meer op dezelfde plaats als
vroeger, staàt het zomerhuisje, dat de geestige schrijfsters tot
haar studeervertrek hadden ingerigt. ’t Is een klein, eenvoudig
koepeltje, wèl een //rieten kluisje” , zooals van Ollefen het noemde,
waartoe de grijze geestelijke ons welwillend toegang gaf en waarin
mets te zien is, dan eene rondloopende bank en de portretten
der vriendinnen, die een onbekende hand den Heer pastoor hèeft
toegezonden. Een oud poortje, overblijfsel van een der voormalige
kloosters, vonden wij juist met w portland” overgestreken. — Er
is m Beverwijk een Doopsgezinde, eene Christelijk Gereformeerde
en een Luthersche k e rk , alsmede een Synagoge, en er zou ook
een Hervormde kerk zijn, als deze niet geheel aan het einde