76 OTJDE GESCHIEDENIS VAN WOEEDEN.
niet mede te doen. Wei herinneren wij ons, dat er hartstogten
hebben gewoed, en dat in 'h e t arme Woerden veel geleden is.
Laat ons hooren, wat de geschiedenis er van te verhalen heeft.
Of liever laat ons enkele stemmen hooren; de geschiedenis van
Woerden'is zöö rijk en zoo belangrijk, dat wij verlegen zijn met
de stof, en welwillende inwoners boden mij bovendien zooveel
bouwstoffen aan, dat ik den schijn van ondankbaarheid op mij la ad ,
als ik maar weinig gebruik. Maar ik mag deze wandeling niet
te veel met geschiedenis overladen en moet mij bij ’t voornaam-
ste of het weinig bekende bepalen.
De oude geschiedenis van Woerden schuilt nog in het duis-
ter. Mij zijn maar zeer weinig oorkonden bekend, die er licht
over zouden verspreiden, en in elk geval ontbreekt de man nog,
die voor Woerden deed, wat Jhr. J. J. de Geer van Oudegijn
voor het naburig IJselstein heeft gedaan. Dat er reeds vroeg
eenige bevolking was, is niet onmogelijk bij hare ligging aan den
R ijn , tusschen de twee overonde plaatsen Utrecht en Leiden.
Zijn de molensteenen op ’t stadhuis werkelijk van Romeinschen
oorsprong, dan zou dit zelfs waarschijnlijk worden. De naam
Wo e r d e n schijnt te wijzen op eene WTo e r d of b egr aa f -
p l a a t s en getuigt in elk geval, evenals menig andere plaats-
naam aan dit gedeelte van den Rijn, dat hier reeds voör de in-
voering van het Christendom eene niet onbelangrijke bevolking
zieh ophield. In den aanvang der 8ste eeuw werden reeds in
deze landstreek door Bonifacius en anderen christengemeenten
gesticht. Ludgerus verhaalt in het leven van den H. Gregorius,
dat Bonifacius zeven jaar te „Wyrda” aan den Rijnoever had
gewoond. In het naburig Kamerik werd in. 1831 eene overoude
eikenhouten doodkist gevonden, die blijkens een daarin gevonden
gouden crucifix, de rustplaats van een’ hooggeplaatst geestelijke
was uit de 8ste of 9lle eeuw. Op de bekende lijst der goederen
van de Utrechtsche Kerk, die van omstreeks het jaar 960 dag-
teekent, komt ook Vu r d i n of Y u r d a n voor, als geheel aan
St. Maarten behoorende, en in verband met bekende plaatsen,
in wier nabijheid het lag, kan dit V u r d e n ons Wo e r d e n zijn.
Zeker is het, dat de landstreek oudtijds aan de Utrechtsche
Kerk behoorde. Een graaf Unroch hield in dezen omtrek, omstreeks
het begin der 1 l d8 eeuw, goederen van die Kerk in le en ,
gelijk later zijne opvolgers Godezo en Diederik Bavo’s zoon.
Wyrda of Woerden kan de hoofdplaats van dit gouwgraafschap
zijn geweest. In 1131 wordt een H e rm a n n u s de Wo r t h e n
genoemd, terwijl men denzelfden naam later herhaaldelijk ont-
moet, in 1186 bepaald als S c u l t e t u s de Wo r t h e n e (schout
van Woerden), en in 1228 als m i n i s t e r i a l i s T r a j e c t e n s i s
(dienstman van Utrecht), ’t Ging met de Woerdens, als met zoo
menig ander addellijk geslacht, — zij wisten zieh van ambtenaars
of administrateurs tot H e e ren . te verheffen. ’t Is de strijd der
12äe eeuw, waarin de edelen beproeven zieh onafhankelijk te ma-
ken van hun landsheeren, gelijk dezen zieh trachten los te ’maken
van den band, die hen aan het Rijk verbindt. ’t Is een strijd,
waarin de landen in een oneindig getal zelfstandige staatjes worden
versnipperd en aller hand tegen alien is. Had bisschop God-
fried van Rhenen in 1160 een slot te Woerden gebouwd als
breidel voor zijne eigene onrustige onderzaten, had hij de bewaring
er van zijn’ schout te Woerden toevertrouwd, hij heeft, evenmin
als zijn opvolgers, veel genoegen van die stichting beleefd. De
bisschopsstad had er een magtig en gevaarlijk buurman door ge-
kregen, toen de dienaar van St. Maarten zieh tot een tamelijk
onafhankelijk dynast had gemaakt. —• De laatste helft der 13de eeuw
kenmerkt zieh door een ander streven. De landvorsten begünstigen
de opkomst der steden en weten daardoor een magt in
het leven te roepen, die allengs met die der edelen kan wed-
ijveren, met wier hulp zij achtereenvolgens de edelen aan
zieh onderwerpen en hen dwingen, hunne vrije en eigene goederen
den landsheer op te dragen en van hem weer in leen te
ontvangen. Zoo vormen zieh staten van grooter omvang en
kracht, zoo verkrijgen ook de graven van Holland een afgerond
en goed zamenhangend gebied. De wegen van Floris V en Herman
van Woerden ontmoeten elkander, en hun belangen komen
in botsing. Met Gijsbrecht van Aemstel, wiens vaderen zieh ook