234 HET WOESTE SOHOOK.LEli.DUIN.
hun schaduw liggen aan den voet der duinen de schamele
hutten van plaggen, met hun rieten daken en de kronkelende
rookwolkjes uit hun kranke schoorsteenen. Uit zulk een hut
kwam T e u n de J a g e r , op den morgen van dien noodlottigen
dag, dien Hildebrand zoo aangrijpend heeft geschetst. ’t Is hier
nog een goede jagt op de duinen, maar het wild schijnt tot nog
toe alle pogingen om de stuivende hellingen met dennen te be-
planten, te verijdelen, hoe volhardend Dr. Staring ze aanbeval
en beproefde. Gedurende zes weken in het najaar houden de
hutbewoners zieh met het planten van heim bezig. Kon fiet losse,
verraderlijke zand bedwongen worden, dan telde onze duinstreek
een’ geduchten vijand minder! H e t dorpje Schoorl is spoedig
gezien, maar wie het eens heeft gezien, zal het niet ligt weer
vergeten, gelijk het daar, als van ouds, rüstig en eenzaam te
midden van het hout aan den voet der statige .duinen ligt. Wij
hopen het nog wel eens nader te bezien, als wij over Groet en
Camp de zoo merkwaardige Hondsbossche zeewering gaan be-
zoeken. Allengs zal het er liggen in een’ kring van bloemen , want
sints eenigen tijd legt men er zieh toe op de bloembollencultuur,
die aanvankelijk wel schijnt te slagen. Hier werd in der tijd de
eerste papiermolen in Holland opgerigt. Zekere Gerrit J a n , van
Orden bij Apeldoorn afkomstig, werd door de eigenaars daarop
aangesteld. Hij was voor dien tijd een groot bbienhouder geweest
en had den naam van „immen keunnink” (böjenkoning) daaraan
te danken. Een zijner nakomelingen, de Zaandamsche koopman
Maarten van Orden, bouwde in de vorige eeuw de buitenplaats
Be i e n l u s t b i j Heemskerk. Jacoba van Beijeren heeft daar dus geen
deel a a n , zooals ik indertijd, door verkeerde ' opgave misleid,
heb gezegd. Yergun mij, op onzen terugweg naar Bergen, be-
lijdenis van deze dwaling te doen. En n u , bij h e t v r o uw t j e
in du in", het bosch nog eens in. Tegenover het huis, den
Alkmaarders wel bekend, leidt een pad naar een zeer bekoorlijk
plekje. wOn d e r de b e u k e n ” is de eenvoudige, maar zeer doel-
matige naam van dit heerlijk boschplein, door menig vrolijke
buitenpartij en gezellig p i c - n i c bij jong en oud in blijde
gedachtenis, menig dweepend paartje en menig eenzamen
zwerveling dierbaar, om liefelijke herinnering aan rijk genot.
Daar rijzen de kloeke stammen uit den grond, daar welven
hun breede kroonen zieh tot een schaduwrijk d ak , daar stijgt
de begroeide duinhelling uitlokkend omhoog. En wie daar
opklimt, die möge van tijd tot tijd hijgend zieh neerzetten
bij den vermoeijenden togt, als hij boven is, op den hoogen
to p , wat panorama breidt dan voor hem zieh u i t ! Een woeste,
zonderlinge wereld van golvend bosch, afgewisseld door zandige
vlakten, dalen met heidekruid of kreupelhout, witte duintoppen
in grootsche verwarring dooreen. En daarachter de zee, de glins-
terende streep van zilver. Daar vöör h em , het digte woud, als
een breede zoom zieh legerend aan den voet der duinen, de to-
renspitsjes van Bergen zieh even verheffend boven de boomen,
en dan de onmetelijke vlakte, met alle schakeringen van haar
groen, boerderijen, dorpen, ginds en h e r ; de runderen op de
weiden als witte stippen gezaaid; de schepen in ’t kanaal en de
stoomboöten met hun’ langen wimpel van rook; in de verte de
hooge kerk van Alkmaar, met de overige toreuspitsen der schoone
stad. Een rijk, een verrukkend landschap, waarvan ’t u niet ligt
vält te scheiden.
Toch moeten wij scheiden. De terugtogt moet aanvaard. De
najaarszon daalt reeds vroeg ter kimme. De nevelen brengen aan
den horizon hunne legerbenden reeds weêr te zamen. Straks zullen
zij hun digte drommen in beweging zetten en hun colonnes
ontplooijen, tot zij den ganschen hemel bedekken. Het zij zoo:
dankbaar en voldaan kunnen wij des noods in de schemering den
weg wel afleggen, die ons nu nog van Alkmaar scheidt. Wij
komen Bergen weer door, en nu leidt ons pad längs de in
1866 nieuwgebouwde R. C. kerk, een sierlijk gebouw met kloe-
ken toren in Byzantijnschen stijl en met zijn voorplein vol bloemen,
regt vriendelijk en uitlokkend. Ook aan dezen kant van