zijn luister en aanzien voortdurenrl zag klimmen, totdat het opeens,
als zijn voorvaderlijke bürgt, van zijn hoogte nederviel. Hadden
de eerste Heeren van Egmond de graven- en hertogsdochters nog
niet, die die kronijken hun tot gemalinnen geven, voor de latere
Heeren bleken vorstelijke huwelijksverbindtenissen niet te hoog.
Kloeke strijdgenooten waren zij van de Hollandsehe graven, en door
hun huwelijken en door de gunst hunner vorsten breidden hun rijk-
dommen en bezittingeu zieh u i t , al vielen zij, om hun’ trots en hun
geweldenarijen, ook van tijd tot tijd wel in ougenade. Heer J a n l
zag zijn goederen vermeerderd met de rijke heerlijkheid van IJsel-
stein; Heer Jan I I zag zijn’ oudsten zoon den hertogszetel van
Gelder bestijgen, en zijn tweede zoon Willem, die Egmond erfde,
verkreeg nevens aanzienlijke bezittingen in Holland, de aloude
bannerij van B a e r in Gelderland, terwijl ten gunste van diens
zoon Frederik, zijn heerlijkheden Buren en Leerdam tot graaf-
schappen verheven werden. Jan III kocht de heerlijkheid Pur-
merende, tot stadhouder van Holland werd hij aangesteld, en de
grafelijke titel werd hem geschonken. Zijn zoon en naamgenoot,
die in het graafschap hem opvolgde, voegde de prinsdommen
Gaveren en Steenhuizen bij zijn uitgestrekte goederen, en een
ander zijner zonen, George, beklom den bisschoppelijken stoel
van Utrecht. En wat schitterende toekomst opende zieh voor zijn’
kleinzoon, den vierden graaf van EgnKuul, L amo r a a l , den
stadhouder van Viaanderen en Artois, ridder van het gulden
vlies, bij wiens huwelijk met Sabina van Beijeren in 1544 de
keizer zelf tegenwoordig was met zijn’ broeder Ferdinand, den
koning van Hongarije, met de keurvorsten en tal van anderen
uit den hoogsten ad e l! Hoe hoog klom de gunsteling en ver-
trouwde van koning Filips, als zijn onderhandelaar over het huwelijk
met Maria van Engeland, later als zijn vertegenwoordiger, bij
’skonings echtverbond met de Fransche koniDgsdochter! Veel zal
Lamoraal wel niet op het slot zijner vaderen hebben vertoefd.
In zijn landvoogdij of in het leger, op reis of aan het hof te
Brussel, soms ook in de huizinge der Egmonds te ’sGravenhage,
op den hoek van den Vijverberg en den Kneuterdijk, trok hem
meer zijn pligt en zijn neiging, dan naar deze afgelegen streek.
Maar kwam de hooge graaf in deze zijn oudste heerlijkheid, dan
vond hij in ’t kasteel van Egmond-op-den-Hoef een woonplaats ,
zijner waardig.
Maar laat die stroom van herinneringen ons niet te ver mee-
slepen buiten de maat! Wij moeten hier in Egmond nog even
omzien en dan weer verder; van de plaats, die van ’t verledene
zooveel heeft te verbalen, naar de plaatsen, waar het tegen-
woordige nog zooveel genot kan bereiden. Natuurschoon heeft
Egmond weinig meer; ook wat eens de kunst h ie rh a d 'te voor-
schijn geroepen, is verdwenen. Gesloopt zijn de buitenplaatseii ,
die nog op het eind der vorige eeuw Egmond tot een verma-
kelijk en aanzienlijk dorp maakten. O v e r k a s t e e i , Mi d d e n -
h o ef , Ha n sw i j k , Ou d h o e f , E i n d h o e f , Beekvl iet , Riga,
G e l d e r l a n d , K l a r e n b e e k , T i j d v e r d r i j f , K o r t b e r a a d ,
en nog een paar statige heerenhuizen in en nabij het d o r p ,« “
allen zijn gesloopt.— Gesloopt is de papiermolen d e Phoenix,
die weleer het zijne tot de welvaart der plaats bijdroeg. Egmond
is een k le in , open dorpje geworden. Ook hier werd de noodlot-
tige strijd in 1799 de oorzaak van ’t verval der buitengoederen,
en de treurige tijdsomstandigheden, die er op volgden, voltooiden
hun’ ondergang.
De tegenwoordige kerk is in het jaar 1633 door de HH.
Staten, de toenmalige eigenaars der heerlijkheid, gebouwd, in
plaats der oude kerk, die in 1431 door Jan I I van Egmond
was gesticht, rijk begiftigd e n , tot groote ergernis der Egmonder
monniken, tot een kapittelkerk met een College van zes kannun-
niken verheven was. Dit gebouw had het kapelletje vervangen,
waar een paar eeuwen lang de dienst voor de slotbewoners werd
verrigt, en werd in 1574 geschonden en onbruikbaar gemaakt.
In den zijgevel der kerk is een oude steen gemetseld, met een
wapen tusschen twee griffoenen en een zeer uitgesleten opschrift
in oude Duitsche letters, waarvan alleen nog leesbaar is: In ’t
jaer ons heren ............. kerk b e tot Egmond ------ J o . . .
v a n Daar nu de T e g e n w. S t a a t d e r Ver . Ned. spreekt