22 EIGEN A AUS VAN HET HUIS TE IIEEMSKEUK.
of binnen de palen van Holland, wa a r ’t der Vrouwe van Heems-
kerk beliefde. — Het blijkt uit deze opgave en uit het getal
kamers, waarvan zij ’t gebruik verlangde, dat het toen reeds
een groot huis was; althans Jan van Assendelft met zijn gezin
zal ook wel wat hebben moeten overhouden.
Uit het huwelijk van Gijsbrecht van Yianen met Meyne van
Heemskerk werd ééne dochter geboren, Maria, die Arent van
Strijen, Heer van Zevenbergen, huwde, naar wien het slot ge-
ruimen t i jdhet h u i s Z e v e n b e r g e n werd genoemd. Hun eenige
dochter, Maria, huwde Comelis de Glimes, Heer van Bergen
op Zoom, wiens zonen Maximiliaan en Comelis achtereenvolgens
het huis bezaten, maar kinderloos stierven, zoodat het aan hunne
zuster Maria kwam, de echtgenoote van Louis de Ligne, Heer
van Barbançon. Zoo kwam het in ’t bezit van hun’ zoon Jan
de Ligne, door zijn huwelijk met de gravinne van de Marck, in
onze geschiedenis als graaf van Aremberg bekend, den stadhou-
der van Friesland en Groningen, die in 1568 bij Heiligerlee is
gesneuveld. Zijn zoon Karel verkocht in 1610 zijn goederen in
Holland en daarmede ook zijn //huis te Zevenbergen” met al
zijn geregtigheden en de hooge jurisdictie tot twee roeden buiten
de grachten, voor de toen aanmerkelijke som van 135000 gulden,
aan den Henegouwschen edelman Daniel de Hertaing, Heer van
Marquette, op wiens verzoek ’s lands overheid toestond, het huis
/ /Ma r q u e t t e ” te noemen. Deze heer had Eleonora de Hennin —
de zuster van den welbekenden graaf van Bossu — géhuwd, en na
zijn dood kwam het huis eerst aan zijn’ zoon Hendrik, die kinderloos
stierf, toen aan zijne weduwe, eindelijk aan zijn’ tweeden
zoon Maximiliaan, die het in 1665 om schulden verkoopen moest.
Eigenaresse wërd de weduwe van Adriaan van der Mijle, Heer
van Baccum enz., geboren baronesse van Wassenaar Duivenvoorde.
Zij onthaalde er den 12den September 1680 den Haagschen pre-
dikant J. Yollenhove, die haar beloonde door in een hoogdra-
vend gedieht, dat bij zijn’ //kruistriomph” merkbaar afsteekt,
den lof //uittegalmen” van /,het zegenrijk Marquet, juweel der
heerlickheden.” Na haar’ dood kwam het aan hare dochter
MARQUETTE VAN BUITEN. 23
Maria Agatha van der Mijle, die het naliet aan haar nicht en
erfgename Wilhelmina van Rhede, wier echtgenoot Wigbolt van
der Does, Heer van Noordwijk, het in 1717 ten name van hun’
minderjarigen zoon Steven verkocht aan Mr. Joachim Rendorp.
Sints bleef het huis in die familie.
’t Ontbrak Marquette dus aan hoogaanzienlijke eigenaars n ie t,
maar de aloude en schoone bezitting was hunner ook geenszins
onwaardig. ’t Is nog een deftig gebouw, gelijk het daar ligt
achter een dier prächtige ijzeren hekken, tusschen hardsteenen
pilaren, waarmede in de vorige eeuw de rijkdom der eigenaars
en de kunst der smeden de buitenplaatsen versierden, en het is
niet kwaad, dat de zware boomen van het voorplein den gevel
wat bedekken, die anders wel wat kazerneachtig zou zijn, met
zijn regte lijnen en zijn breede rei van gelijkvormige vierkante
ramen. Ook het ronde torentje op het dak met zijn sierlijke spits
doet goede dienst, door de stijfheid van het front w a ttebreken.
Vroeger zag het huis er stellig veel schilderachtiger uit. Nog in
1750 sprong ter regterzijde van de poort een vierkante toren
u it; — daar was van ouds de slotkapel. Toen waren de daken
ongelijk van hoogte, en hooge trapgevels gaven aan de lijnen
van het hoofdgebouw afwisseling en leven. De ramen waren nog
onregelmatig van plaatsing en grootte, en ter linkerzijde van de
poort was de vleugel ■— toen wat langer nog — met een der
beide ronde hangtorentjes versierd. Ook van de regterzijde gezien,
heeft het huis vrij wat verloren. Toen scheidde een pleintje met
steenen balustrade twee vleugels van verschillenden stijl, die nu
deels afgebroken zijn, deels aan elkander verbonden en een ge-
wonen muur te zien geven, met een aantal gelijke, naast elkander
geplaatste ramen, het product der hedendaagsche bouwkunst.
De laatste helft der 18de eeuw was de eeuw der regelmatigheid.
Het ideaal moest haast bereikt zijn in het huis, gelijk het zieh
op een plaat zonder datum vertoont, met niet dan regte lijnen
en gevat tusschen twee hooge, regte, zorgvuldig geschoren ha-
gen. Vreemd, dat men het torentje toen ook niet heeft gesloopt.
Dat brak de Symmetrie en stond ook niet precies in ’t midden.