ook de corpulentie, die hem reeds op acht- of negentwintigjarigen
leeftijd algemeen als „de vette hertog” bekend deed zijn. Nu
de Heekerens den steun van den landvorst zelven hadden gewonnen
, stond de zaak der Bronkhorsten hopeloos, tenzij zij
ook een lid der vorstelijke familie aan hun partij konden verbinden
en de leus verheffen ter handhaving zijner regten. Zoo
iemand was niet moeijelijk te vindeh. Jonker Eduard, Reinouds
veertienjarige broeder, had zijn aandeel uit de vaderlijke nalaten-
schap nog niet ontvangen,' nu werd hij meerderjarig, en dacht hij
er niet aan, de onbetwistbare regten van den eerstgeborene op
de hertogelijke waardigheid aan te tasten, hij maakte aanspraak
op het graafschap Zutfen, S 9 z i j n l a n d , gelijk hij het noemde —
gelijk op Roermond en een deel van het Overkwartier. Deze eisch
had regtsgrond genoeg, om voor Reinoud zeer gevaarlijk te
zijn, en in Eduard, een kloek en krachtig jongeling, met groote
gaven, vurigen geest, brandende eerzucht en roekelooze dapper-
heid, had de hertog een’ geduchten mededinger, de partij der
Bronkhorsten een zeer te waardeeren hoofd. Toen ontbrandde de
strijd, die jaren lang met afwisselend geluk werd gevoerd, söms een’
körten tijd geschorst door een bestand, dat weldra verbroken
werd, die Gelder en Zutfen vreeselijk teisterde, maar toch aan-
leiding gaf tot maatregelen, die in ’t vervolg den toestand der
maatschappij aanmerkelijk verbeterden. De steden, aan wier hulp
zooveel was gelegen, krijgen regten en stem in de regering,
terwijl zij hun’ ouden naijver vergeten en de handen in
elkander slaan ter bescherming van hun’ handel en ter verde-
diging hunner privilegien. De gunst der plattelandsbevolking wordt
gekocht door het aanleggen van dijken en het bevorderen van
behoorlijke afwatering: — in dezen tijd valt ook het verleggen
van den ouden IJsel. Maar ook een tnaatregel van diep ingrij-
penden aard werd genomen. De bewoners der Veluwe werden
door hertog Reinoud plotseling vrij verklaard. Jammer, dat deze
daad van menschelijkheid en vorstelijke wijsheid niet met verstand
was voorbereid en met bedacbtzaamheid uitgevoerd! Nu
werden de wilde benden der ruwste Proletariers losgelaten over
den Veluwenzoom. nu werd al de opgekropte haat, gekoeld en de
hoeven der vrije boeren, de eigendommen der edelen gingen in
vlammen op; nu eischten ook elders de onderzaten der heerlijk-
heden een vrijheid, waarvoor zij nog niet rijp waren. Nu had
Reinoud de harten der gevrijden voor zieh gewonnen, maar de
steden, de edelen, de behoedzamen, die wat te verliezen hadden,
van zieh vervreemd. Arnhem wapende zieh eh sloot de
poorten; de hertogin-weduwe versterkte haar kasteel van Roo-
zendaal en protesteerde tegen de krenking van haar regten, daar
de Yeluwe haar als lijftogt was toegewezen. Eduard werd de
handhaver van verkregen regt en maatschappelijke orde. Bij
Loenen op de Veluwe, aan den voet van een’ heuvel, die nog
de Vr i j e n b e r g heet, werden de ongeoefende en siecht aan-
gevoerde Veluwers verslagen, al was de overwinning duur gekocht.
Reinoud behield ailengs niet veel meer dan den titel van
hertog, terwijl alle gezag door Eduard en den landraad werd
uitgeoefend. ’t Ontbrak niet aan pogingen om het verloren gebied
te herwinnen, noch aan bestanden of voorstellen ter verzoening,
maar eindelijk werd den 25S,L" Mei 1361 de beslissende slag
bij Tiel gestreden, waarin Reinoud de nederlaag kreeg en zelf
in de handen zijns broeders viel. Nu moest hij afstand doen
van zijn bewind. Zelf werd hij overal rondgeleid, om de steden
en landschappen te ontslaan van de gehoorzaamheid aan hem en
haar te gelasten, hulde te doen aan hertog Eduard. Eerst op ’t
kasteel Roozendaal in bewaring gehouden, werd hij in ’t begin
van 1365 naar den Nijenbeek overgebragt, waar hij ruim zes
jaren gevangen bleef.
Aan deze gevangenschap dankt het slot Nijenbeek zijn ver-
maardheid. Daarin ligt de beteekenis van den grijzen bü rg t,
dat hij de herinnering verlevendigt aan een der treurigste, maar
ook een der belangrijkste tijdperken uit de geschiedenis van
Gelderland. Wij willen, met die herinneringen, den Nijenbeek
uit- en inwendig beschouwen.
at er nu nog van over is, is alleen de toren, de vierkante