STADSGEZIGTEN. 301
door haar gereglementeerde eenvormigheid doodt. Het woord
l i b r y e vertegenwoordigt een geschiedenis: het herinnert aan de
oude herkoinst der verzameling, het spreekt van ’t verwelfde
vertrek, waarin zij een drietal eeuwen werd bewaard, het be-
reidt u eenigszins voor op wat gij er vinden zult. Het woord
o p e n b a r e b o e k e r i j zegt niets, althans niets omtrent het ka-
rakter der collectie. Een openbare boekerij is een verzameling
van boeken, die voor ’t algemeen open staat, B - rijker of armer,
beter of minder goed ingerigt, maar overigens gelijk alle anderen
van dien aard. Dat woord stelt ook eischen, die de Goud-
sche librye vooralsnog niet bevredigen kan. Wij gaan naar d e
l i b r y e . Wij willen vooreerst den T u r f c i n g e l nog maar vol-
gen. Is dat niet de naaste weg, wij genieten ten minste wat
frissche lucht en laten het stof der garenspinnerij wat wegwaaijen,
eer wij ons wagen aan het stof, naar het algemeen gevoelen van
oude boeken onafscheidelijk. Daarvoor behoeft gij intusschen in
de librye niet al te bevreesd te zijn.
De ijzergieterij aan den overkant van den cingel, of de lood-
witfabriek, die daar ginds haar schoorsteen verheft, behooren niet
tot de bepaald Goudsohe eigenaardigheden, en die bezoeken wij
heden dus niet. Wij komen längs de Gouwe de stad weer binnen
en gaan het b e s t e d e l i n g h u i s voorbij^tweleer hetklooster
van St. Marie, tegenwoordig gedeeltelijk verhuurd, gedeeltelijk
mgerigt voor jonge weeskinderen, gedeeltelijk voor gehuwde on-
derofficieren: een zonderlinge vermenging! Kloeke heerenhuizen
en nette winkels versieren de beide kaden aan de Gouwe, en
schoon is het stadsgezigt, dat aan het einde, bij de Yischmarkt,
den wandelaar boeit. t Is daar nog een regt schilderachtig hoekje,
met de brug over het breede water, met de, afwisselende lijnen
der onregelmatige huizen, met het hooge dak der St. Janskerk,
een echt Hollandsch stadsgezigt, ernstig en toch zoo vol leven.
Wij werpen op de deftige H a v e n een’ blik over de lange rij der
statige gevels, half achter het groen der boomen verscholen, en
vergeten n ie t, op het overoude Catharina-gasthuis te le tte n , waar
reeds in 1391 de nonnen van het St. Catharina-convent het werk