geschoren hagen van het „amfitheater” inet zijn schrale pirámides,
zijn kinderachtige waterkommen, zijn stijve grasfiguren, met al
den drakken opschik van zijn vazen en beeiden en vergulde
zonnewijzers — het frissche weiland met zijn breedgetakte boomen
zien, gelijk het nu achter het huis zieh uitbreidt, die ons verbinden,
dat de keurig nette boompjes op het voorplein zijn op-
gewassen tot kloeke, eerwaardige linden, aan 'wie het snoeimes
in de laatste tientallen jaren zijn heiligschennend werk niet meer
heeft verrigt.
Het huis heeft een ruime vestibule, waarin een prächtige
eikenhouten kast regtmatig de aandacht wekt, en overigens een
aantal wèl bewoonbare vertrekken, om het binnenplein gebouwd.
De groote zaal is versierd met goed van hout gesneden en vergulde
Symbolen van jagt en vischvangst, ooft- en akkerbouw.
Familieportretten hangen aan de wanden of staan op den grond.
Er zijn een aantal verdienstelijke stukken b ij, waarvan het jam-
mer i s , dat zij niet beter onderhouden worden. Twee schoone
portretten van Jean Deutz en Elisabeth Coymans (gehuwd in
1610) zijn te vinden in het zoogenaamde Chinesche kamertje,
waar de „cicerone” een der Chinesche figuren opzoekt en u voor-
stelt als „de Koningin van Chineziën” . De eetzaal met het daar-
naast liggend vertrek in den achtervleugel, was vroeger de kapel.
Op den zolder, die boven deze kamers gelegd i s , is nog het
oude gewelf te zien, en dit wijst althans het muurwerk van dit
gedeelte a an , als behoorende tot het oudste gebouw, daar de
Deutzen protestant waren en geen kapel op het huis hielden.
De zoogenaamde geregtzaal zou dieper indruk maken, als de
goed gesneden eikenhouten schoorsteenmantel niet smakeloos was
geverwd, als geen afschuwelijk behangsei de eerwaardige muren
bedekte, en als niet een paar groote bedsteden, op vliegenkasten
gelijkend, er volkomen misplaatst waren. — Waarom kan men
zulke oude gebouwen niet met wat meer respect behandelen en
met wat meer smaak in de keuze van behangsels en verw, ais
er behängen en geverwd moet worden? — Van de geregtzaal
leidt een trap naar het „schavot” , waar de eigenaars der hooge
heerlijkheid halsregt konden oefenen over de misdaden, binnen
de grachten bedreven. Wij hopen dat de heeren Deutz er met
zachtmoedigheid gebruik van gemaakt zullen hebben, maar —
te ontkennen is het niet —- de Amsterdamsche schepenen waren
nog al crimineel in hun’ tijd , en in hunne heerlijkheden stonden
zij op hun regt. De werktuigen ter strafoefening moeten nog
niet lang geleden op het huis zijn geweest en toen ten geschenke
gegeven aan een of ander museum. Tegenwoordig betreedt ieder
bezoeker het schavot, maar het is om er het heerlijk uitzigt te
genieten en, des verkiezende, zieh te verblijden, dat al die af-
zonderlijke regtsbedeelingen door de Fransche revolutie en haar’
invloed in ons land zijn opgeruimd. Er is op het slot ook een
„gevangenis” , een donker verblijf met dikke deuren en daarbij
behoorende zware grendels en sloten. Men komt e r, zonderling
genoeg, over een’ droogzolder. Daar heeft, volgens de cicerone,
„de gravin van Egmond” gezeten, en zij droeg de boeijen, die
nog aan de deur hangen. Vermoedelijk zäl de gevangenis wel
meer wildstroopers, landloopers of vechtersbazen hebben geher-
bergd, dan zulke hooggeboren dames. Een gravin van Egmond
sloot men zoo maar niet o p ! Maar in verband met de herinne-
ring aan een verhaal, dat ik lang geleden ergens gelezen h eb,
volgens hetwelk eene der vrouwen van Assendelft een razende
krankzinnige was, en in de overtuiging dat de onzinnigste
volksoverlevering doorgaans toch wel eenigen historischen grond
heeft, kan het afgrijselijk vermoeden rijzen, dat dit donker hol
misschien werkelijk een’ tijd lang tot verblijf aan deze ongeluk-
kige heeft verstrekt. De barmhartigheid voor krankzinnigen is
eene der overwinningen van den nieuweren tijd. Ging men, nog
niet zoo heel lang geleden, op Kermis het „dolhuis” niet zien
voor een stuiver? Plaagden dan de oppassers de „gekken” niet
voor een extra fooitje, om ze eens regt kwaad te maken? Eere
onder ons aan de nagedachtenis van Schröder van der Kolk!
Misschien is hier ook eene verwarring met Heer Wouter
van Egmond, die in 1205 — ’t is lang geleden! — op ’t na-
urig huis te Heemskerk gevangen is geweest. Mögt het belanga