God wil yoortaan tweedraoht beletten.
De hevige geschillen tusschen Remonstranten en Contra-
remonstranten hebben ook hier gewoed. Was de meerderheid
met de beide predikanten, T. Cupus en P. Bricquegny, het
gevoelen der eersten toegedaan, de Staten ontsloegen dezen in
1619 van hunne dienst, en op last van prins Maurits werden
de regeringsieden en de hoplieden der schutterij door Contra-
remonstranten vervangen. Niettemin bleef de Remonstrantsche
gemeente bestaan; herhaaldelijk, vooral in 1627, werden bittere
klagten over haar gehoord, totdat ook zij vrede kreeg en in
wezen bleef tot op dezeri dag.
En nu de staatknndige geschillen, waaraan de tijd onzer re-
publiek ook zoo rijk was. Woerden zelf was er niet bijzonder
in betrokken, maar het was de plaats, vanwaar een achttal
Utrechtsche edelen, uitmakende de meerderheid van het tweede
lid der Staten dier provincie, gedurende de jaren 1587 en 88
voortdnrend tegen de schending der Privilegien door de Leices-
tersche partij protesteerden. E H Hier kwam in 1610 prins Mau-
rits met de gezanten van Engeland en Frankrijk en de HH.
Staten, om de geschillen bij te leggen, die in Utrecht gerezen waren.
’t Waren heftige geschillen, die zoo hoog liepen, dat de
Raad van State reeds loopgraven tegen de stad liet openen, daar
de conferentie te Woerden vruchteloos afliep. Het moet voor
de Woerdensche burgemeesters geen kleine schrik zijn geweest',
toen zij op Maandag 15 Maart berigt kregen /,dat de Staten-
Generaal en de ambassadenrs van de koningen van Frankrijk en
Groot-Brittannie en de Raad van State en graaf Hendrik en ge-
committeerden uit de Staten van Utrecht er den volgenden dag
zouden komen, en dat hare Ho. Mog. begeerden „dat burgemees-
teren ordre terstond willen nemen, dat alle die heeren bequa-
melijk na de gelegenheijt gefouriert en geaccomodeert mögen
worden, maar voornamelijk die heeren ambassadeurs.” ’t Zou
voor grooter plaatsen een benaauwend getal hooge gasten zijn
geweest! Zij kwamen den 16den Maart, en bleven er tot den
igden en werkten den ganschen dag. Ter erkentenis van de goede
diensten schonken hare Ho. Mog. aan Woerden geschilderde gla-
zen in ’t Stadhuis, of liever „tien hondert gülden , onder be-
paling, dat zij het daarvoor doen moesten en dat de eerste helft
terstond zou worden betaald, de wederhelft als de glazen gereed
waren. (Bij Rademaker en v. d. Aa vindt men foutief het jaartal
1601.) In Augustus 1757 werd Woerden het middelpunt en de
wapenplaats der patriotten, maar ondanks groote plannen en
opgewonden proclamaties, trokken de Pruisen nog hetzelfde jaar
de stad binnen. En gaan w ij, bij ’t verlaten der stad, nog eens
het kasteel voorbij, dan herinneren wij ons, hoe het niet alleen
een’ tijd lang den doorluchtigen gevangene van Nieuwpoort, den
admirant van Arragon, heeft geherbergd, ^fegeen geuzenliedje
uit dien tijd noemt hem daarom spottend „guuerneur van Worden”
— maar hoe ook de raadpensionaris Pieter Leonard van de
Spiegel van Febr. 1795 tot Julij 1798 er zijn trouw aan zijn
beginselen boette, gelijk Willem Gustaf Frederik Bentinc.k zijn
gehechtheid aan den stadhouder — de een, te naauwgezet om
zieh in veiligheid te stellen, voordat hij zijn post en de onder
hem berustende stukken aan een’ wettigen opvolger kon overge-
ven , de ander, te hooghartig om zieh door de vlugt te redden —
de e en , de aangeboden amnestie alleen aannemend onder ernstig
protest tegen de wettigheid zijner gevangenschap, niet als een
gunst maar als een regt, de ander, om terstond den verbannen
prins zijn diensten weer aantebieden. Van de Spiegel overleed
reeds in 1800, Bentinck nam als kolonel in Engelsche dienst
ijverig deel aan den inval der Engelschen en Russen in 1799,
en trachtte te Alkmaar den prins tot krachtig doortasten overte-
halen. Maar toen de onderneming was mislukt, trok hij zieh op
zijn goederen in Duitschland terug, kwam in 1813 nog eens in
Fransche gevangenschap en zelfs in een ma i s o n de s a n t e , gaf
door zijn tweede huwelijk met eene boerendochter aanleiding tot
het beruchte Bentincksche proces over de heerlijkheid Kniphau-
sen — dat eerst in 1854 eindigde — en stierf in 1835.
Op het kasteel te Woerden werd ook een der leden van ’t
Uitvoerend Bewind, Stefanus Jacobus van Langen, in 1795 ge