IN DEN O M T R E K V A N A M E R S F O O R T .
OUD-LEUSDEN. B L O C K H O R S T . B DE HEILIGE BERG.
Had F e r d i n a n d H u i j c k een honderd vijf en twintig jaar
later zijn Italiaansche reis gemaakt, dan was van Lennep’s pret-
tigste roman niet geschreven geworden. Be „brave Hendrik”
had dan den Heer Bos en zijne Amalia niet ontmoet, want hij
had dan niet, met den wandelstaf in de hand, den schoonen,
maar langen, zandigen weg van Amersfoort naar Naarden afge-
legd, en hij had noch in de herberg te Soest den geheimzinnigen
vreemdeling een dienst bewezen, noch op Guldenhof zijn’ tijd
met Jetjen Blaek verpraat.
Zijn adellijke gastheer — ondersteld, dat diens ridderhof-
stad nog niet is gesloopt, had hem laten brengen aan ’t Station;
hij was met den trein van 11.30 vertrokken, om ten 12.35
bij het Oosterdok te Amsterdam aantekomen. Dan was hij per
„bus” naar de Muntsluis gereden, en van daar naar de ouder-
lijke woning was de afstand te gering, om nog veel avonturen
te verwachten. En wat hem toen anderhalven dag kostte, dat had
hij nu ifi iets meer dan een uur gedaan. Zelfs met de beroemde
paarden van Jan Stoffelsz- had hij moeijelijk vöör het vertrek der